NJB-1526
NJB-1526
NJB-1526
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Gaswinning Groningen<br />
Bovendien wist zij dat de rivierbedding niet geschikt was<br />
om overtollig water veilig af te voeren. Ook was het haar<br />
bekend dat zich regelmatig hevige regenval voordeed in<br />
het gebied. Daarnaast stond de Staat de bouw van woningen<br />
rondom het meer toe, ondanks dat lokale regelgeving<br />
dit verbood zolang geen adequate beschermende<br />
maatregelen waren genomen. 36<br />
Kortom, de drempel om gevaarlijk, menselijk handelen<br />
aan te nemen waartegen de Staat bescherming moet<br />
bieden, is laag. Daarnaast stelt het Hof ook dat in geval<br />
van natuurverschijnselen, waaronder regelmatig terugkerende,<br />
voorspelbare verschijnselen, de Staat ook een vergaande<br />
zorgplicht heeft ter bescherming van leven en<br />
woongenot. 37<br />
5. Artikel 3 EVRM –<br />
onmenselijke behandeling<br />
Artikel 3 EVRM ten slotte, bevat een absoluut verbod op<br />
foltering en onmenselijke of vernederende behandeling.<br />
Er wordt vaak betoogd dat het ‘glijdende schaal’ van slechte<br />
behandeling betreft, waarbij aan foltering een bijzonder<br />
stigma kleeft. Foltering betreft opzettelijk handelen van<br />
de overheid met de intentie om bijvoorbeeld informatie<br />
los te krijgen of het verzet van individuen te breken. 38 Van<br />
onmenselijke of vernederende behandeling is sprake wanneer<br />
personen welbewust worden blootgesteld aan een<br />
behandeling die ernstig mentaal of fysiek lijden veroorzaakt<br />
bij het slachtoffer – het Hof spreekt van gevoelens<br />
van ‘fear, anguish and inferiority’ – zonder dat hiervoor<br />
enige of voldoende rechtvaardiging bestaat. 39<br />
In de zaak Selçuk en Asker vs. Turkije oordeelt het<br />
Hof dat het moedwillig verwoesten van huizen van<br />
onschuldige burgers door de Turkse overheid in een<br />
gebied waarin Koerdische vrijheidsstrijders (PKK) actief<br />
zijn, zonder dat hiervoor een directe aanleiding of reden<br />
bestaat, een schending van het verbod op ‘onmenselijke<br />
behandeling’ in de zin van artikel 3 inhoudt. Het criterium<br />
is dat de ‘ill-treatment must attain a minimum level<br />
Zelfs de subjectieve ervaring<br />
van het slachtoffer, kan in<br />
uitzonderlijke gevallen<br />
voldoende zijn om schending<br />
van artikel 3 vast te stellen<br />
of severity’. Of hiervan sprake is ‘depends on all the circumstances<br />
of the case, such as the duration of the treatment,<br />
its physical and/or mental effects and, in some case,<br />
the sex, age and state of health of the victim.’ 40<br />
In verschillende uitspraken oordeelt het Hof tevens<br />
dat de slechte behandeling van burgers niet noodzakelijkerwijs<br />
gepaard hoeft te gaan met de intentie tot vernederen<br />
of slecht behandelen. Het onopzettelijk veroorzaken<br />
van zeer slechte levensomstandigheden kan al voldoende<br />
zijn. Zelfs de subjectieve ervaring van het slachtoffer, kan<br />
in uitzonderlijke gevallen voldoende zijn om schending<br />
van artikel 3 vast te stellen. 41<br />
In dit Turkse geval betrof het bewust en gewelddadig<br />
handelen dat gepaard ging met grove veronachtzaming<br />
van de veiligheid en het welbevinden van de desbetreffende<br />
burgers. De bewoners werden achtergelaten zonder enige<br />
vorm van onderdak en bezittingen onder angstaanjagende<br />
omstandigheden. Het Hof kwam tot een schending<br />
van artikel 3. 42<br />
In López Ostra vs. Spanje werd ook geklaagd over<br />
schending van artikel 3 EVRM. Een door de Spaanse overheid<br />
vergund lokaal afvalverwerkingsbedrijf veroorzaakte<br />
geluidshinder, stankoverlast alsmede uitstoot van schadelijke<br />
stoffen. Omwonenden klaagden over serieuze fysieke<br />
gezondheidsklachten, en waren uiteindelijk gedwongen te<br />
verhuizen. Het Hof oordeelde dat de omstandigheden<br />
waaronder López Ostra enige jaren moest leven ‘zeker erg<br />
moeilijk’ waren geweest, maar niet voldoende ernstig<br />
waren om van een schending van artikel 3 EVRM te kunnen<br />
spreken. Het handelen van de Spaanse overheid werd<br />
echter wel als een inbreuk op artikel 8 EVRM gekwalificeerd.<br />
43 Artikel 3 en 8 zijn met andere woorden – net als<br />
artikel 2 en 8 EVRM – elkaars complement.<br />
6. Toetsing rechtspraak op casus<br />
Groningenveld<br />
Wat is nu het beeld als we de jurisprudentie van het Europese<br />
Hof over de casus gaswinning in Groningen leggen?<br />
We beginnen met de vraag of de overheid de Groningers<br />
blootstelt aan onmenselijke dan wel vernederende behandeling<br />
in de zin van artikel 3 EVRM. 44 De Engelse term ‘illtreatment’<br />
is iets minder beladen. In de rechtspraak van<br />
het Hof zien we dat opzet voor schending van dit artikel<br />
geen vereiste is. Ook als de feitelijke levensomstandigheden<br />
van burgers in ernstige mate door gericht overheidshandelen<br />
verslechteren zonder dat van enige opzet tot slechte<br />
behandeling sprake is, kan artikel 3 in zicht komen.<br />
In de provincie Groningen staat een niet onaanzienlijk<br />
aantal woonhuizen nog uitsluitend overeind omdat ze<br />
gestut worden. Gedeelten van woonhuizen zijn niet meer<br />
bewoonbaar, mensen slapen in caravans en containers<br />
naast hun huis. Soms is hun woning al ingestort of dreigt<br />
er zodanig gevaar dat uitzetting volgt. Steeds meer burgers<br />
hangt dat lot boven het hoofd. 45 Op 30 september<br />
2014 werd de stad Groningen getroffen door een beving<br />
met een kracht van 2,8 op de schaal van Richter. 46 Het<br />
aantal potentiële gedupeerden is sindsdien verdrievoudigd,<br />
het aantal kwetsbare gebouwen verveelvoudigd.<br />
Daarnaast leven veel inwoners van het gebied in permanente<br />
angst en voortdurende onzekerheid met als<br />
gevolg (ernstige) psychische problemen, zoals structurele<br />
slapeloosheid, depressie en paranoia. Een groot deel van<br />
de bevolking weet zich niet gehoord dan wel serieus genomen.<br />
Bewoners van het gebied voelen zich ‘tweederangsburgers’,<br />
omdat de overheid de veiligheid van hen en hun<br />
gezinnen opoffert aan economisch gewin en meent dat<br />
hun problemen afkoopbaar zijn met een financiële compensatie.<br />
47 Het gebied verlaten is geen optie, waar moet<br />
men naar toe? Eigenaren van huizen zitten vast aan<br />
onverkoopbare huizen.<br />
Kortom, het in behandeling nemen van een klacht<br />
1720 NEDERLANDS JURISTENBLAD – 03-07-2015 – AFL. 26