31.01.2016 Views

NJB-1526

NJB-1526

NJB-1526

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tijdschriften<br />

– In 2012 organiseerde het ministerie<br />

van VWS een Europese openbare<br />

aanbestedingsprocedure voor<br />

‘dienstverlening sociaalrecreatief<br />

bovenregionaal vervoer voor mensen<br />

met een mobiliteitsbeperking’<br />

(hierna: de opdracht). Het product is<br />

beter bekend onder de naam ‘Valys’<br />

en houdt in dat personen binnen de<br />

doelgroep een reisbudget aan taxikilometers<br />

krijgen waarmee zij gedurende<br />

het jaar vrij kunnen reizen.<br />

De opdracht heeft een minimale<br />

looptijd van drie jaar en negen<br />

maanden en vertegenwoordigt een<br />

waarde van ongeveer € 60 000 000<br />

per jaar. De opdracht is voorlopig<br />

gegund aan een combinatie van drie<br />

vervoersbedrijven: Transvision BV,<br />

Rotterdamse Mobiliteit Centrale<br />

RMC BV en Zorgvervoercentrale<br />

Nederland BV. Connexxion Taxi services<br />

BV kan zich met deze gunning<br />

niet verenigen en vecht deze aan.<br />

Uiteindelijk is het geschil voorgelegd<br />

aan de Hoge Raad, die zich op<br />

27 maart 2015 heeft uitgesproken<br />

over deze kwestie. De Hoge Raad<br />

heeft drie prejudiciële vragen aan<br />

het Hof van Justitie gesteld. De discussie<br />

spitste zich toe op het stelsel<br />

van facultatieve uitsluitingsgronden.<br />

H. Koster, Bb 2015/31<br />

Faillissement VOF en de positie van<br />

de vennoten<br />

– Recentelijk heeft de Hoge Raad<br />

zich uitgesproken over de vraag of<br />

het faillissement van een vennootschap<br />

onder firma ook het faillissement<br />

van de vennoten tot gevolg<br />

heeft. De heersende leer was (laatstelijk<br />

HR 22 december 2009,<br />

ECLI:NL:HR:2009:BK3574) dat het<br />

faillissement van een vof steeds en<br />

noodzakelijkerwijs ook tot het faillissement<br />

van de vennoten leidt.<br />

Met het arrest van 6 februari 2015,<br />

ECLI:NL:HR:2015:251 komt de Hoge<br />

Raad terug van deze leer. In dit artikel<br />

bespreekt en analyseert auteur<br />

het laatstgenoemde arrest.<br />

R.A. Veldman, Bb 2015/32<br />

Afwijkende bedingen in<br />

huurcontracten: een juridisch<br />

wespennest<br />

– Op 3 april 2015 heeft de Hoge<br />

Raad uitspraak gedaan over de goedkeuring<br />

van afwijkende bedingen op<br />

het gebied van de huur van bedrijfsruimte.<br />

De conclusie is, dat een verzoek<br />

om goedkeuring in beginsel<br />

mogelijk blijft, ook nadat er over<br />

een afwijkend beding een geschil<br />

ontstaat, of als vernietiging van dat<br />

beding op de voet van art. 7:291 BW<br />

aan de orde is.<br />

Bedrijfsjuridische berichten<br />

nr. 11, 9 juni 2015<br />

G.H. Lankhorst, Bb 2015/36<br />

Actualiteiten bewindvoering bij<br />

schuldsanering<br />

– Deze bijdrage richt zich op de<br />

vraag wat de rol is van een bewindvoerder<br />

in een schuldsanering en<br />

welke recente ontwikkelingen daarbij<br />

van belang zijn.<br />

Bedrijfsjuridische berichten<br />

nr. 12, 23 juni 2015<br />

J. Tegelaar, L. Janssen, Bb 2015/38<br />

De onteigening van SNS Reaal<br />

ontrafeld: uitgangspunten schadeloosstelling<br />

en 403-verklaring<br />

– Op 20 maart 2015<br />

deed de Hoge Raad<br />

uitspraak in de zaak<br />

tussen de Minister<br />

van Financiën en onteigende<br />

SNS Reaal<br />

beleggers. De Hoge<br />

Raad formuleerde uitgangspunten<br />

voor de aan beleggers<br />

te betalen schadeloosstelling en gaf<br />

aldus voor de eerste maal belangrijke<br />

aanwijzingen voor toepassing van<br />

de Interventiewet. Bovendien nam<br />

de Hoge Raad een belangrijke beslissing<br />

ten aanzien van de doorwerking<br />

van een contractuele achterstelling<br />

van een 403 verklaring. In deze bijdrage<br />

wordt nader op de uitspraak<br />

ingegaan.<br />

E. Noordover, Bb 2015/40<br />

Baat het niet, dan schaadt het<br />

(mogelijk) wel<br />

– Een gefailleerde kan in beroep<br />

gaan tegen een overheidsbesluit,<br />

maar de curator kan deze procedure<br />

overnemen. Op welke wijze kan dit<br />

en welke gevolgen zijn hieraan verbonden?<br />

Deze bijdrage bespreekt een<br />

uitspraak van de hoogste bestuursrechter<br />

waaruit blijkt dat de curator<br />

een zekere ruimte heeft bij het<br />

maken van een keuze om de procedure<br />

over te nemen. Een bekwaam<br />

en redelijk handelend curator zal de<br />

procedure alleen overnemen als te<br />

voorzien is dat de uitkomst van een<br />

procedure batig is voor de failliete<br />

boedel.<br />

Juridisch up to Date<br />

nr. 12, 11 juni 2015<br />

G.C.L. van Leeuwen<br />

Wijzigingen in de Wet op het<br />

financieel Toezicht op de rit<br />

– De Minister van Financiën heeft<br />

onlangs de Wijzigingswet financiële<br />

markten 2016 bij de Tweede Kamer<br />

ingediend. In deze wet is een aantal<br />

wijzigingen opgenomen dat betrekking<br />

heeft op het financieel toezicht<br />

en de financiële infrastructuur. Hiervan<br />

behandelt auteur achtereenvolgens<br />

de bescherming van derivatenbezitters,<br />

wijzigingen van de<br />

interventiewet (opgenomen in deel 3<br />

van de Wet op het financieel toezicht<br />

(Wft)) en de centrale effectenbewaarinstellingen.<br />

Afsluitend bespreekt<br />

auteur kort dat de voorgenomen<br />

Aanwijzing waarschijnlijk niet voldoen<br />

aan de eisengeschiktheid of<br />

betrouwbaarheid. Deze is niet opgenomen<br />

in het wetsvoorstel.<br />

CA.G. Krüger, F.F.A. Smetsers<br />

Curator gaat over tot inning van stil<br />

verpande debiteuren:<br />

onrechtmatig?<br />

– Op 25 maart deed de Rechtbank<br />

Midden-Nederland uitspraak in een<br />

procedure waarin het ging om een<br />

pandhouder die zijn vordering op de<br />

debiteur wilde innen en geconfronteerd<br />

werd met het feit dat de curator<br />

van de debiteur de verpande vorderingen<br />

actief inde. Waarop de<br />

pandhouder de curator van zijn debiteur<br />

aansprakelijk stelde. Auteur<br />

bespreekt deze casus en aan de hand<br />

van jurisprudentie de geldende<br />

regels ten aanzien van de uitoefening<br />

van een stil pand op vorderingen<br />

in geval van faillissement. Met<br />

de uitspraak van 25 maart 2015<br />

bevestigt de rechtbank de geldende<br />

regels. Volgens auteur dat de uitoefening<br />

van een stil pandrecht op vorderingen<br />

in een faillissementssituatie<br />

geen sinecure is. Wanneer een<br />

pandhouder van een stilpand niet op<br />

voldoende wijze zijn pandrecht<br />

mededeelt, loopt hij het risico dat<br />

het pandrecht blijft bestaan en de<br />

curator inningsbevoegd blijft. Zijn<br />

tussen curator en pandhouder geen<br />

nadere afspraken gemaakt dan kan<br />

het zijn dat de pandhouder met lege<br />

handen achter blijft.<br />

C.A.R. van Wulfften<br />

Handelsverdrag TTIP houdt de<br />

gemoederen bezig<br />

– Transatlantic Trade & Investment<br />

NEDERLANDS JURISTENBLAD – 03-07-2015 – AFL. 26 1783

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!