NJB-1526
NJB-1526
NJB-1526
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
dan ook dat de transparantie daardoor juist is afgenomen.<br />
Dat neemt niet weg dat de inzet van alle betrokkenen die<br />
dagelijks werkzaam zijn ten behoeve van dat Centrum<br />
dient te worden geprezen. Maar ‘onafhankelijk’, in de door<br />
minister Kamp voorgestane zin is het Centrum niet. 44<br />
3.3. Het aangenomen amendement Vos /Ouwehand<br />
(Omkering van bewijslast)<br />
Op 28 april 2015 nam de Tweede Kamer het door de<br />
Kamerleden Vos (PvdA) en Ouwehand (Partij voor de Dieren)<br />
ingediende amendement ter wijziging van de Mijnbouwwet<br />
aan. 45 Het amendement bevat een regeling waarbij<br />
aan artikel 6:177 BW een viertal leden worden<br />
toegevoegd die ertoe strekken om in het geval binnen het<br />
aan te wijzen ‘effectgebied’ mijnbouwwerkschade optreedt<br />
de bewijslast om te keren (artikel 6:177 lid 6 (nieuw). De<br />
tekst van het aangenomen amendement blinkt evenwel<br />
niet uit in helderheid. Voorts lijkt me op sommige onderdelen<br />
de voorgestelde tekst overbodig, aangezien titel 6.1<br />
daarin reeds voorziet. 46 In dit bestek zie ik af van een<br />
bespreking en detail, mede vanwege het feit dat de Minister<br />
in dezen advies heeft gevraagd aan de Raad van State.<br />
47 Hiervoor gaf ik al aan dat ook in de door mij aangewezen<br />
route thans reeds alle ruimte is voor toepassing<br />
van de omkeringsregel. Zo heb ik toepassing van de omkeringsregel<br />
bepleit in de gemeenten die als bevingsgebied<br />
werden aangewezen. Het vermoeden dat de schade door<br />
toedoen van de exploitant is ontstaan, lijkt me in dergelijke<br />
gevallen gegeven. Er mag in die gevallen bij gebreke<br />
van duidelijkheid over andere oorzaken vanuit worden<br />
gegaan dat winningsactiviteiten de oorzaak van de beving<br />
zijn. In zoverre acht ik de omkeringsregel goed bruikbaar.<br />
In zoverre spoort mijn uitwerking ook met het door de<br />
Tweede Kamer aangenomen amendement. Invoering van<br />
die regel, zoals wordt voorgestaan in het amendement<br />
geeft voorts nogal wat complicaties. Zo dient eerst de<br />
vraag te worden beantwoord of de regeling ook geldt voor<br />
gevallen, die vóór de inwerkingtreding zijn ontstaan. De<br />
Toelichting rept daar niet over. In beginsel kent ons privaatrecht<br />
geen terugwerkende kracht. 48<br />
Het Burgerlijk Wetboek bevat ook een<br />
mogelijkheid om schade op kosten van<br />
de veroorzaker te voorkomen<br />
4. Preventieve maatregelen, wie betaalt dat?<br />
Tot nu toe sprak ik over wat te doen als schade is ontstaan.<br />
Het Burgerlijk Wetboek bevat ook een mogelijkheid om<br />
schade op kosten van de veroorzaker te voorkomen.<br />
Artikel 6:184 BW bepaalt dat kosten ter voorkoming of<br />
beperking van schade op de veroorzaker (lees: NAM) kunnen<br />
worden verhaald. Die bepaling is tegelijkertijd met artikel<br />
6:177 in het BW opgenomen. Artikel 6:184 ziet derhalve<br />
rechtstreeks op deze materie, ook al stond tijdens de debatten<br />
in de Tweede Kamer vergoeding van milieuschade,<br />
zoals vergoeding van gemaakte kosten door het reinigen<br />
van met olie besmeurde zeevogels, centraal. 49 Op het<br />
moment dat die debatten in de Tweede Kamer werden<br />
gevoerd stond menig Kamerlid de olieramp met de bulkcarrier<br />
Borcea, die de kusten van Zeeland en Zuid-Holland in<br />
ernstige mate met olie had verontreinigd nog scherp voor<br />
ogen. 50 In die debatten is evenwel niet grondig gesproken<br />
over de in artikel 6:184 BW opgenomen twee kerncriteria.<br />
Onder schade vallen ‘de kosten van iedere redelijke<br />
maatregel ter voorkoming of beperking van schade door<br />
wie dan ook genomen, nadat een ernstige en onmiddellijke<br />
dreiging is ontstaan.(…)’ (artikel 6:184 lid 1 sub a<br />
BW). 51 Bij besmeurde vogels hoef je aan beide criteria<br />
geen woorden vuil te maken; dat spreekt voor zich. In<br />
het (epi)centrum van het aardbevingsgebied behoeft de<br />
toepassing van die criteria naar mijn oordeel ook niet<br />
tot problemen te leiden. Kosten in het kader van stutten<br />
en versterken kunnen in de regel op de NAM worden verhaald.<br />
Naar mate te versterken panden verder verwijderd<br />
39. Asser-Hartkamp & Sieburgh, 6-II<br />
een werknemer die tijdens het gebruik<br />
van de werkgever om aan te tonen dat het<br />
stelde art. 6:177 lid 7: Indien mijnbouwscha-<br />
2013/77 en voorts Sieburgh, WPNR<br />
maken van een trap op zijn werkplek zijn<br />
aanwezig zijn van een leuning het ongeval<br />
de aan gebouwen en werken is ontstaan,<br />
2001/6450. Ik acht die insteek juist. Ik ga in<br />
evenwicht verloor, van de trap viel en zeer<br />
waarschijnlijk niet had kunnen voorkomen.<br />
kan de aanwezigheid van direct waarneem-<br />
dit opstel niet nader in op de voor de<br />
ernstig gewond raakte. Vast kwam te staan<br />
42. HR 2 maart 2001,<br />
bare bouwkundige gebreken van invloed zijn<br />
rechtspraktijk zeer relevante vraag wat er<br />
dat de trapleuning ontbrak. De werkgever<br />
ECLI:NL:HR:2001:AB0377, NJ 2001/649,<br />
op de omvang van de schadevergoeding<br />
voor nodig is om dat bewijsvermoeden te<br />
betwistte de aanwezigheid van het causaal<br />
m.nt. J.B.M. Vranken, F.C.B. van Wijmen<br />
voor zover dat redelijk is. Aan een gebrek<br />
weerleggen. Ik verwacht dat de rechter,<br />
verband en stelde dat de schade ook zou<br />
(Protocol-arrest).<br />
waarvan het aannemelijk is dat het geen<br />
mede gelet op de hoedanigheid van partij-<br />
zijn ontstaan indien de leuning zou zijn<br />
43. HR 19 december 2008,<br />
schade veroorzaakt zou hebben indien de<br />
en en mede gelet op het profijtbeginsel dat<br />
aangebracht. Het voorschrift dat een leu-<br />
ECLI:NL:HR:2008:BG1890, NJ 2009/28, JA<br />
beweging van de bodem of de uitstroming<br />
aan de mijnbouwactiviteiten ten grondslag<br />
ning aanwezig moet zijn heeft, aldus de<br />
2009, 33, (Smeets vs. Gemeente Heerlen).<br />
van delfstoffen zich niet zou hebben voorge-<br />
ligt, streng zal zijn. Die benadering sluit<br />
rechtbank, mede de strekking een val van<br />
44. Een korte blik op de site van het Cen-<br />
daan, wordt geen gewicht toegekend.<br />
naar mijn oordeel ook het beste aan bij de<br />
een trap te voorkomen. Schending van dat<br />
trum is voldoende om dat te constateren.<br />
47. Zie onder andere: Kamerstukken I<br />
reeds door Meijers voorgestelde richting.<br />
voorschrift verhoogt dan ook de kans dat<br />
Tijdens het seminar Aardbevingsbestendig<br />
2014/15, 34041, B.<br />
40. C.C. Janssen & J.C. van den Dries,<br />
een dergelijk ongeval kan ontstaan. De<br />
Ontwerpen dat op 4 en 5 juni 2015 in<br />
48. Art. 68a Overgangswet BW.<br />
annotatie onder Rb. Amsterdam 5 novem-<br />
rechtbank overwoog voorts dat voor het<br />
Groningen werd gehouden - ik trad als een<br />
49. Kamerstukken II 1990/91, 21202, MvA,<br />
ber 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:7089, JA<br />
aannemen van het causaal verband niet<br />
van de sprekers op - werd ik in dat oordeel<br />
p. 33.<br />
2015/3 (Ongeval motorsurveillant bij uit-<br />
behoefde te worden vastgesteld op welk<br />
bevestigd.<br />
50. Het leidde in 1991 tot een uitspraak van<br />
vaart Prinses Juliana).<br />
ogenblik en op welke plaats alsmede door<br />
45. Kamerstukken II 2014/15, 34041, 12.<br />
de Rechtbank Rotterdam: Rb. Rotterdam 15<br />
41. HR 21 juni 1974, NJ 1974/453 m.nt.<br />
welke directe oorzaak ook de werknemer<br />
Zie verder noot 4.<br />
maart 1991, NJ 1992/91 (Borcea).<br />
GJS (Windmill vs. Roelofsen). Het betrof<br />
ten val was gekomen. Het lag op de weg<br />
46. Ik doel in het bijzonder op het voorge-<br />
51. Cursief FTO.<br />
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 03-07-2015 – AFL. 26 1731