NJB-1526
NJB-1526
NJB-1526
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Wetgeving<br />
Een overzicht van aanhangige wetsvoorstellen<br />
en gepubliceerde staatsbladen<br />
met links naar de integrale<br />
Kamerstukken is opgenomen op de<br />
<strong>NJB</strong>-site www.njb.nl<br />
Staatsblad<br />
Ontvreemde cultuurgoederen<br />
1290 - Wet tot wijziging van het Burgerlijk<br />
Wetboek en enige andere wetten<br />
ter implementatie van Richtlijn<br />
2014/60/EU betreffende teruggave<br />
van cultuurgoederen die op onrechtmatige<br />
wijze buiten het grondgebied<br />
van een lidstaat zijn gebracht en<br />
houdende wijziging van Verordening<br />
(EU) nr. 1024/2012 (herschikking)<br />
(PbEU 2014, L 159)<br />
– Richtlijn 2014/60/EU beoogt een<br />
wijziging en herschikking van richtlijn<br />
93/7/EEG teneinde de mogelijkheid<br />
voor de lidstaten te verbeteren<br />
om teruggave te verkrijgen van als<br />
nationaal beschermd bezit aangemerkte<br />
cultuurgoederen die sinds<br />
1993 op onrechtmatige wijze buiten<br />
hun grondgebied zijn gebracht,<br />
waardoor een betere bescherming<br />
van het erfgoed van de lidstaten<br />
wordt bevorderd.<br />
Het toepassingsgebied is uitgebreid<br />
tot alle cultuurgoederen die uit hoofde<br />
van nationale wetgeving of van<br />
nationale administratieve procedures<br />
door een lidstaat zijn aangemerkt of<br />
omschreven als nationaal artistiek,<br />
historisch of archeologisch bezit in<br />
de zin van artikel 36 van het VwEU.<br />
Ter bevordering van een meer doeltreffende<br />
en uniforme toepassing<br />
van de richtlijn moet de administratieve<br />
samenwerking tussen de lidstaten<br />
worden versterkt. Hiertoe wordt<br />
het informatiesysteem interne markt<br />
(IMI) ingezet dat de uitwisseling tussen<br />
centrale autoriteiten van lidstaten<br />
zal vergemakkelijken. De termijn<br />
dat binnen 2 maanden moet worden<br />
nagegaan of het in een andere lidstaat<br />
ontdekte cultuurgoed inderdaad<br />
een cultuurgoed is in de zin<br />
van de richtlijn, is verlengd tot 6<br />
maanden. De verjaringstermijn van<br />
een rechtsvordering tot teruggave<br />
van een cultuurgoed wordt verlengd<br />
van 1 naar 3 jaren. De bezitter van<br />
het cultuurgoed heeft verder recht<br />
op een naar omstandigheden van het<br />
geval vast te stellen billijke vergoeding,<br />
mits hij bij de verkrijging van<br />
de zaak de nodige zorgvuldigheid<br />
heeft betracht. Om een uniforme<br />
interpretatie van het begrip ‘de nodige<br />
zorgvuldigheid’ te vergemakkelijken<br />
is ten slotte een niet-limitatieve<br />
lijst van criteria opgenomen.<br />
Inwerkingtreding op een bij kb te<br />
bepalen tijdstip.<br />
Wet van 04-06-2015, Stb. 2015, 225 (Kamerstukken<br />
34 097)<br />
Goedkeuring Protocol 15<br />
EVRM<br />
1291 - Rijkswet houdende goedkeuring<br />
van het op 24 juni 2013 te<br />
Straatsburg tot stand gekomen Protocol<br />
nr. 15 tot wijziging van het Verdrag<br />
tot bescherming van de rechten<br />
van de mens en de fundamentele<br />
vrijheden (Trb. 2013, 130)<br />
– Het Protocol brengt een aantal wijzigingen<br />
van procedurele aard aan in<br />
het EVRM. Deze wijzigingen zijn<br />
bedoeld om de autoriteit van het<br />
Europees Hof voor de Rechten van de<br />
Mens te garanderen, de effectiviteit<br />
van zijn uitspraken te vergroten en<br />
de klachtprocedure verder te stroomlijnen.<br />
De voornaamste maatregelen<br />
opgenomen in Protocol nr. 15 zijn:<br />
Margin of appreciation en het beginsel<br />
van subsidiariteit<br />
De doctrine van de margin of appreciation<br />
en het beginsel van subsidiariteit<br />
worden vastgelegd in de<br />
preambule van het EVRM. Uit de<br />
jurisprudentie van het EHRM blijkt<br />
dat Verdragsstaten in de wijze waarop<br />
zij het verdrag toepassen een<br />
margin of appreciation toekomt,<br />
afhankelijk van de omstandigheden<br />
van het geval en de rechten en vrijheden<br />
die in geding zijn. Het verdragssysteem<br />
heeft daarmee een<br />
subsidiaire rol bij het waarborgen<br />
van mensenrechten op nationaal<br />
niveau omdat nationale autoriteiten<br />
in beginsel beter in staat zijn lokale<br />
omstandigheden te beoordelen dan<br />
een internationaal hof. De rol van<br />
het Hof is er op gericht te beoordelen<br />
of de beslissingen van nationale<br />
autoriteiten verenigbaar zijn met<br />
het verdrag, rekening houdend met<br />
de margin of appreciation van verdragsstaten.<br />
Leeftijdsgrens voor rechters<br />
De maximale leeftijdsgrens van<br />
zeventig jaar voor het functioneren<br />
als rechter in het Hof wordt losgelaten.<br />
In plaats daarvan wordt bij aanvang<br />
van de procedure tot verkiezing<br />
van een nieuwe rechter een datum<br />
aangewezen waarop kandidaten voor<br />
de functie van rechter de leeftijd van<br />
vijfenzestig jaar niet mogen hebben<br />
bereikt. Hiermee wordt beoogd te<br />
garanderen dat alle rechters de volledige<br />
termijn van negen jaar kunnen<br />
uitdienen en dus te voorkomen dat<br />
ervaren rechters tussentijds moeten<br />
opstappen.<br />
Verwijzing naar de Grote Kamer<br />
De bevoegdheid van de Kamer van<br />
het Hof om afstand te doen van<br />
rechtsmacht ten gunste van de Grote<br />
Kamer wordt gewijzigd in die zin, dat<br />
partijen niet langer het recht hebben<br />
daartegen bezwaar te maken. Deze<br />
wijziging moet de centrale rol die de<br />
Grote Kamer van het Hof speelt bij<br />
het realiseren van consistentie in de<br />
jurisprudentie van het Hof verder<br />
versterken. De rechtsgang naar de<br />
Grote Kamer zou niet gehinderd<br />
mogen worden door het aantekenen<br />
van bezwaar, gezien het belang van<br />
het verzekeren van de consistentie<br />
van de jurisprudentie van het Hof.<br />
Ontvankelijkheidsdrempel ‘indienen<br />
verzoekschrift binnen vier maanden’<br />
Art. 35 EVRM specificeert een aantal<br />
ontvankelijkheidsvoorwaarden. In<br />
het eerste lid staat vermeld: ‘Het Hof<br />
kan een zaak pas in behandeling<br />
nemen [...] binnen een termijn van<br />
zes maanden na de datum van de<br />
definitieve nationale beslissing’. Op<br />
suggestie van het Hof is besloten<br />
deze termijn te verkorten naar vier<br />
maanden. Dat is in dit Protocol uitgewerkt,<br />
nu gezien de huidige snellere<br />
communicatietechnologie een dergelijke<br />
termijn geschikter werd geacht.<br />
Ontvankelijkheidsdrempel ‘geen<br />
wezenlijk nadeel’<br />
De met Protocol nr. 14 geïntroduceerde<br />
ontvankelijkheidsdrempel<br />
inzake het als klager ‘geen wezenlijk<br />
nadeel’ hebben ondervonden van de<br />
beweerde schending van het Verdrag<br />
wordt gewijzigd. Met deze nieuwe<br />
ontvankelijkheidsdrempel kan het<br />
Hof klachten waarbij de klager een<br />
gering nadeel heeft geleden, buiten<br />
behandeling laten. Bij de invoering<br />
1788 NEDERLANDS JURISTENBLAD – 03-07-2015 – AFL. 26