NJB-1526
NJB-1526
NJB-1526
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1249<br />
Gaswinning Groningen<br />
Aansprakelijkheid van<br />
de mijnbouwexploitant<br />
Over causaliteit en preventie<br />
Fokko Oldenhuis 1<br />
Mijnbouw in Nederland heeft een lange traditie en begint niet bij Slochteren. Ook de schadevergoeding als<br />
gevolg van mijnbouw kent een lange traditie. De Mijnwet 1810 (Napoleon) kende een absolute aansprakelijkheid<br />
van de mijnbouwexploitant voor de schade die de huiseigenaar daardoor leed (artikel 15). 2 In 2003 was<br />
de Mijnwet van 1810 - nadat zij twee keer was aangepast – rijp om te worden vervangen. 3 Bij de totstandkoming<br />
werd lang gesproken over de omkering van de bewijslast, maar uiteindelijk koos de wetgever hier niet<br />
voor. Nu ligt er een initiatief van een tweetal Kamerleden in de vorm van een amendement op de Mijnbouwwet,<br />
dat reeds in de Tweede Kamer werd aangenomen. 4 Is dat nodig, verstandig, lost het problemen op? Naast<br />
de causaliteitskwestie wordt in deze bijdrage (kort) ingegaan op de vraag onder welke omstandigheden de<br />
kosten die gepaard gaan met preventieve maatregelen op de exploitant kunnen worden verhaald.<br />
1. Grondslag en normschending<br />
In HR 31 december 1920, NJ 1921/230 (Kasteel Strijthagen)<br />
– we leven dan nog onder het regime van de Mijnwet –<br />
wordt de vraag naar de aansprakelijkheid van de exploitant<br />
beantwoord aan de hand van de onrechtmatige daad, zij<br />
het dat in die beslissing het absolute karakter van artikel<br />
15 Mijnwet 1810 doorklonk. Als gevolg van de exploitatie<br />
van een steenkolenmijn was kasteel Strijthagen komen te<br />
verzakken. De rechtbank oordeelde dat de Exploitatie Maatschappij<br />
op grond van de Mijnwet 1810 ‘absoluut aansprakelijk<br />
is voor elke schade, door hare exploitatie aan den<br />
bovengrond toegebracht’. Het hof bevestigde de beslissing<br />
van de rechtbank, zij het op andere gronden. 5 De Hoge<br />
Raad bekrachtigt de beslissing van het hof, waarbij de aansprakelijkheid<br />
van de exploitant werd aangenomen. De<br />
Hoge Raad benadrukt vervolgens – in navolging van het<br />
hof – dat het antwoord op de vraag of de verzakking het<br />
gevolg is van de mijnbouwexploitatie in de sleutel van de<br />
ervaringsregels dient te worden geplaatst. 6<br />
De Mijnbouwwet 2003 regelt de wijze waarop de winning<br />
van delfstoffen mag plaatsvinden. De aansprakelijkheid<br />
voor schade als gevolg van de winning wordt niet in<br />
de Mijnbouwwet geregeld, maar in het Burgerlijk Wetboek.<br />
De ‘vloer’ voor aansprakelijkheid van de exploitant<br />
werd kort na de invoering van het Nieuwe Burgerlijk Wetboek<br />
in 1992 gelegd bij de invoering van de Wet Aanvulling<br />
Gevaarlijke Stoffen en Verontreiniging van Lucht,<br />
Water en Bodem (1995). 7 Bij deze Aanvullingswet 1995<br />
werd in artikel 6:177 BW een risicoaansprakelijkheid<br />
geformuleerd voor de exploitant van een mijnbouwwerk<br />
als gevolg van schade door uitstroming van delfstoffen<br />
(blow-out). 8 Dat het hier om een zeer vergaande risicoaansprakelijkheid<br />
gaat blijkt uit de memorie van toelichting:<br />
gevaren zullen zich zelden verwezenlijken, maar als zij<br />
zich verwezenlijken is het des te meer onaanvaardbaar<br />
dat de gevolgen daarvan niet worden gedragen door de<br />
exploitant. 9 Tijdens de totstandkoming van de Mijnbouwwet<br />
2003 werd de risicoaansprakelijkheid van artikel<br />
6:177 BW verbreed en werd aan die bepaling een risicoaansprakelijkheid<br />
toegevoegd voor schade die ontstaat<br />
door ‘beweging van de bodem’ als gevolg van exploitatie<br />
van de bodem (artikel 6:177 lid 4 BW). 10 Beweging van de<br />
bodem is ruimer dan beweging van de bodem door aardbevingen.<br />
Bodemverzakking als gevolg van de exploitatie<br />
valt daar ook onder. Schuld van de exploitant is niet vereist;<br />
evenmin dat er sprake is van een gebrek. Causaliteit<br />
is voldoende.<br />
Ook de memorie van toelichting bij het Ontwerp Mijnbouwwet<br />
(2003) heeft een scherp oog voor mogelijke schade<br />
die burgers lijden als gevolg van mijnbouwexploitatie:<br />
de schade dient voor rekening te komen van degene die<br />
de schade heeft veroorzaakt en tevens het economisch<br />
profijt heeft. 11 De vergaande aansprakelijkheid van de<br />
exploitant is geheel in lijn met de mening van de beroem-<br />
1724 NEDERLANDS JURISTENBLAD – 03-07-2015 – AFL. 26