NJB-1526
NJB-1526
NJB-1526
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Wetgeving<br />
men en grensoverschrijdend gedrag<br />
binnen de eigen organisatie kunnen<br />
bij hun leidinggevende en bij vertrouwenspersonen<br />
terecht. Een dergelijke<br />
klacht wordt in een formeel<br />
traject behandeld door een specifiek<br />
hiervoor ingestelde klachtencommissie.<br />
Ook kunnen medewerkers een<br />
informele melding maken van grensoverschrijdende<br />
omgangsvormen c.q.<br />
gedrag bij het vertrouwenswerk. Meldingen<br />
worden via een informeel traject<br />
vertrouwelijk behandeld. In 2014<br />
zijn er bij het vertrouwenswerk geen<br />
formele klachten ontvangen over<br />
ervaren grensoverschrijdende<br />
omgangsvormen binnen het thema<br />
intimidatie (vormen van discriminatie).<br />
Er zijn wel informele meldingen<br />
over intimidatie bij het vertrouwenswerk<br />
geweest. In 2014 is 30 keer een<br />
melding over intimidatie door het<br />
vertrouwenswerk opgepakt.<br />
De politie stuurt inmiddels actief op<br />
het verhogen van de instroom van<br />
medewerkers met kennis van etnische<br />
groepen en culturen om zo de<br />
diversiteit binnen de politie te verbeteren.<br />
Kamerstukken II 2014/15, 29 628, nr. 539<br />
Nederlandse gedetineerden<br />
in het buitenland<br />
Brief van de Minister van BuZa (08-<br />
06-2015) bij de aanbieding van de<br />
vijfde jaarlijkse rapportage over<br />
Nederlandse gedetineerden in het<br />
buitenland.<br />
– In de bijlagen wordt een overzicht<br />
gegeven van het totaal aantal Nederlandse<br />
gedetineerden in het buitenland<br />
met 1 april 2015 als peildatum<br />
van het desbetreffende jaar en een<br />
overzicht van het totaal aantal<br />
Nederlandse gedetineerden per land<br />
op 1 april 2015. Op de peildatum van<br />
1 april 2015 verbleven 2266 Nederlanders<br />
en niet-Nederlanders die in<br />
aanmerking komen voor consulaire<br />
bijstand (personen met een vreemdelingenstatus<br />
of verblijfsvergunning<br />
voor Nederland) in detentie in het<br />
buitenland. De opbouw van dit aantal<br />
is als volgt: vrouwen: 248, mannen:<br />
2001 en (nog) onbekend: 17. Van<br />
deze 2266 gedetineerden hadden er<br />
562 naast de Nederlandse nationaliteit<br />
nog een andere nationaliteit.<br />
Het merendeel van de gedetineerden<br />
(1482) verblijft in Europa, waarvan<br />
499 in Duitsland, 161 in het Verenigd<br />
Koninkrijk, 229 in Spanje, 203 in<br />
Frankrijk en 121 in België. Daarnaast<br />
verblijven relatief veel gedetineerden<br />
in Turkije (94), de Verenigde Staten<br />
(76), Peru (71) en Marokko (50). Van<br />
de 2266 Nederlandse gedetineerden<br />
bevonden er zich op de peildatum<br />
317 in voorarrest, 41 waren op borgtocht<br />
vrij, 10 hadden huisarrest en 66<br />
waren voorwaardelijk vrij. 56% van<br />
de Nederlandse gedetineerden zaten<br />
vast vanwege een drugsdelict. De overige<br />
44% is gearresteerd om verschillende<br />
redenen, waaronder diefstal,<br />
moord, geweldpleging, mensenhandel,<br />
zedendelicten en oplichting. Met<br />
ingang van 1 januari 2015 is een<br />
nieuw gedetineerdenbeleid in werking<br />
getreden dat beschreven is in<br />
Kamerstuk 30 010, nr. 21.<br />
Kamerstukken II 2014/15, 30 010, nr. 23<br />
Kostendelersnorm en AOW<br />
Brief van de Staatssecretaris van SZW<br />
(18-06-2015) bij de aanbieding van<br />
een SCP onderzoek naar de mogelijke<br />
effecten zijn van de kostendelersnorm<br />
in de Algemene Ouderdomswet<br />
(AOW) op de keuzes van mensen<br />
rond het verlenen van mantelzorg.<br />
– Uit het onderzoek komt geen sluitend<br />
beeld van de effecten naar<br />
voren, maar wordt wel geconcludeerd<br />
dat de kostendelersnorm voor een<br />
deel van de doelgroep een negatieve<br />
invloed kan hebben op de keuze<br />
rond mantelzorg. Gezien deze onzekerheid<br />
en het belang van de ondersteuning<br />
van mantelzorgers heeft<br />
het kabinet besloten de invoering<br />
van de kostendelersnorm in de AOW<br />
uit te stellen van 1 juli 2016 naar 1<br />
januari 2018. Dit uitstel betekent dat<br />
(toekomstige) AOW-gerechtigden die<br />
onder de kostendelersnorm zouden<br />
gaan vallen, niet te maken gaan krijgen<br />
met een verlaging van de AOWuitkering<br />
met 5% van het netto wettelijk<br />
minimumloon in 2016 en 10%<br />
van het netto wettelijk minimumloon<br />
in 2017.<br />
Kamerstukken II 2014/15, 30 169, nr. 41<br />
Detentie en ondervragingsprogramma<br />
van de CIA<br />
Brief van de Minister van BZK (08-06-<br />
2015) met een reactie op de ‘Committee<br />
Study of the CIA’s detention and<br />
interrogation program’ van het Select<br />
Committee on Intelligence van de VS<br />
Senaat (SSCI).<br />
– Het rapport geeft een uitgebreid<br />
overzicht van het detentie en ondervragingsprogramma<br />
van de CIA en<br />
van de ondervragingspraktijken die<br />
daarbij gebruikt zijn. Dit programma<br />
liep van september 2001 tot begin<br />
2009. In reactie op het rapport stelde<br />
president Obama dat ‘... the report<br />
documents a troubling program<br />
involving enhanced interrogation<br />
techniques on terrorism suspects in<br />
secret facilities outside the United<br />
States, and it reinforces my longheld<br />
view that these harsh methods were<br />
not only inconsistent with our<br />
values as a nation, they did not serve<br />
our broader counterterrorism efforts<br />
or our national security interests...<br />
That is why I will continue to use my<br />
authority as President to make sure<br />
we never resort to those methods<br />
again’. Het rapport en de reactie van<br />
de Amerikaanse regering laten zien<br />
dat een democratie in staat is onder<br />
ogen te zien dat beleid in strijd is<br />
met kernwaarden van de democratie<br />
en dit te corrigeren. Aangezien de<br />
strijd tegen het terrorisme altijd binnen<br />
de kaders van de wet en in overeenstemming<br />
met afspraken over<br />
internationale mensenrechten dient<br />
plaats te vinden, is het belangrijk te<br />
weten in hoeverre en op welke wijze<br />
Nederland betrokken is geweest bij<br />
dit programma. De AIVD en de MIVD<br />
hebben daarom een onderzoek uitgevoerd<br />
naar de aanwezigheid en/of<br />
het gebruik van gegevens over personen,<br />
waarvan in het rapport gemeld<br />
wordt dat zij onderworpen zijn<br />
geweest aan de ‘enhanced interrogation<br />
techniques’. Er zijn geen aanwijzingen<br />
gevonden dat door de AIVD<br />
en MIVD gegevens zijn verstrekt die<br />
hebben bijgedragen aan het ‘enhanced<br />
interrogation programme’. Er is<br />
dus geen reden om aan te nemen dat<br />
door de diensten actief dan wel<br />
bewust is meegewerkt aan het programma.<br />
Er is wel informatie verkregen<br />
van de VS over een aantal van de<br />
op deze lijst genoemde personen. De<br />
AIVD en MIVD hebben op basis van<br />
deze informatie echter geen operationele<br />
activiteiten ontplooid richting<br />
deze personen. Volledige duidelijkheid<br />
over de vraag of van de VS niet<br />
andere informatie is verkregen die<br />
wellicht mede met behulp van het<br />
programma is vergaard, valt evenwel<br />
niet met zekerheid te geven.<br />
Kamerstukken II 2014/15, 30 977, nr. 117<br />
1800 NEDERLANDS JURISTENBLAD – 03-07-2015 – AFL. 26