31.01.2016 Views

NJB-1526

NJB-1526

NJB-1526

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Rechtspraak<br />

1262<br />

19 juni 2015, nr. 14/06504<br />

(Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp,<br />

C.E. Drion; A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent)<br />

ECLI:NL:HR:2015:1684<br />

Toegang tot de rechter. Verplichte procesvertegenwoordiging.<br />

Het cassatieverzoekschrift<br />

is niet ondertekend door een advocaat<br />

bij de Hoge Raad. Dit gebrek is niet<br />

hersteld. HR: Het beroep dat verzoekers ter<br />

rechtvaardiging van dit gebrek hebben<br />

gedaan op art. 6 EVRM, faalt op de in de<br />

conclusie van de A-G vermelde gronden.<br />

(EVRM art. 6 lid 1en lid 3 onder c; Gw art. 94;<br />

Rv art. 407 lid 3, art. 426a lid 1)<br />

Verzoekers, geen advocaat, vs. Stichting de<br />

Alliantie, niet verschenen.<br />

Procesverloop<br />

In dit kort geding heeft Stichting gevorderd<br />

dat verzoekers wordt bevolen medewerking<br />

eraan te verlenen dat bepaalde werkzaamheden<br />

worden uitgevoerd in de door verzoekers<br />

gehuurde woning. De kantonrechter heeft de<br />

vordering deels toegewezen. Het hof heeft<br />

verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in het<br />

hoger beroep, onder meer omdat in hoger<br />

beroep geen advocaat was gesteld. Verzoekers<br />

hebben cassatieberoep ingesteld bij een<br />

geschrift getiteld ‘cassatiedagvaarding huurrecht’.<br />

Hoge Raad<br />

Nu het geschrift getiteld ‘cassatiedagvaarding<br />

huurrecht’ geen exploot is in de zin van art.<br />

45 Rv en niet voldoet aan de eisen van de art.<br />

45 en 11 Rv, zal het aangemerkt worden als<br />

een verzoekschrift. Dit verzoekschrift voldoet<br />

niet aan de eisen van art. 426a lid 1 Rv,<br />

omdat het niet is ingediend noch is ondertekend<br />

door een advocaat bij de Hoge Raad. Dit<br />

gebrek in cassatie kan worden hersteld door<br />

datzelfde verzoekschrift binnen twee weken<br />

na binnenkomst ter griffie van de Hoge Raad<br />

opnieuw in te dienen, maar nu ondertekend<br />

door een advocaat bij de Hoge Raad. Hoewel<br />

verzoekers daarop door de griffie van de<br />

Hoge Raad zijn gewezen, is het gebrek in het<br />

oorspronkelijke verzoekschrift niet hersteld.<br />

Dit brengt mee dat verzoekers in hun beroep<br />

niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard.<br />

Het beroep dat verzoekers ter rechtvaardiging<br />

van dit gebrek hebben gedaan op art. 6<br />

EVRM, faalt op de in de conclusie van de<br />

Advocaat-Generaal vermelde gronden.<br />

Volgt niet-ontvankelijkverklaring van verzoekers<br />

in het cassatieberoep, overeenkomstig<br />

de conclusie van de A-G.<br />

De A-G zet onder 2.5-2.8 uiteen dat het vereiste<br />

van verplichte procesvertegenwoordiging<br />

niet in strijd is met het in art. 6 EVRM verankerde<br />

recht op toegang tot de rechter.<br />

Hoge Raad (strafkamer)<br />

Deze rubriek wordt verzorgd door prof. mr.<br />

P.H.P.H.M.C. van Kempen, hoogleraar<br />

straf(proces)recht Radboud Universiteit<br />

Nijmegen.<br />

1263<br />

16 juni 2015, nr. 14/00314<br />

(Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den<br />

Brink)<br />

(Na conclusie van A-G mr. D.J.C. Aben, strekkende<br />

tot verwerping; adv. mr. J. Boksem,<br />

Leeuwarden)<br />

ECLI:NL:HR:2015:1654<br />

Valse aangifte, art. 188 Sr: deze bepaling<br />

ziet op het geval dat aangifte of klacht is<br />

gedaan van een strafbaar feit met de wetenschap<br />

dat dit feit in het geheel niet is<br />

gepleegd, met dien verstande dat voor toepassing<br />

van die bepaling voldoende is dat<br />

in de aangifte opzettelijk in strijd met de<br />

waarheid, feiten worden meegedeeld in<br />

zodanige bewoordingen dat degene aan wie<br />

de aangifte wordt gedaan, daaruit moet<br />

begrijpen dat op zekere tijd en plaats een<br />

bepaald strafbaar feit is gepleegd. In casu<br />

sprake van valse aangifte omdat hetgeen<br />

verdachte tijdens een gesprek met twee<br />

rechercheurs van de zedenafdeling van de<br />

politie heeft verklaard over haar vermeende<br />

slachtofferschap in een zedenzaak als<br />

een uitbreiding, versterking en verzwaring<br />

van een eerdere aangifte door de moeder<br />

van de verdachte werd beschouwd.<br />

(Sr art. 188)<br />

Inleiding:<br />

Verdachte is veroordeeld omdat zij – kort<br />

gezegd – ‘aangifte heeft gedaan dat een strafbaar<br />

feit was gepleegd, wetende dat dat feit<br />

niet was gepleegd, immers heeft verdachte in<br />

genoemde periode op meerdere tijdstippen,<br />

ten overstaan van rechercheurs van de<br />

zedenafdeling van de politie Doetinchem,<br />

opzettelijk en in strijd met de waarheid verklaringen<br />

afgelegd inhoudende dat zij, verdachte,<br />

op 16 mei 2011 en op 13 september<br />

2011 seksueel zou zijn misbruikt door haar<br />

zwemtrainer, [betrokkene 1]’.<br />

Het hof heeft daarover onder meer overwogen:<br />

‘Verdachte heeft op 27 mei 2011 een<br />

zogenaamd “informatief gesprek zeden”<br />

gevoerd bij de politie. Zij heeft toen aangegeven<br />

dat zij [betrokkene 1], al enkele jaren<br />

haar zwemcoach, in een kleedhokje van het<br />

zwembad heeft moeten aftrekken. Op 7 juni<br />

2011 heeft verdachte, destijds 17 jaar, een<br />

getuigenverklaring afgelegd. Op 9 juni 2011<br />

heeft de moeder van verdachte aangifte van<br />

aanranding van en ontucht met haar dochter<br />

gedaan tegen [betrokkene 1]. Op 27 oktober<br />

2011 heeft er wederom een gesprek plaatsgevonden<br />

met verdachte bij de politie. Verdachte<br />

heeft toen verteld dat zij op 16 mei 2011<br />

én op 13 september 2011 seks heeft gehad<br />

met [betrokkene 1], waarbij hij met zijn penis<br />

in haar vagina is gedrongen. Naar aanleiding<br />

van dit verhaal heeft de politie onderzoek<br />

gedaan in de woning van verdachte, met het<br />

doel om DNA-materiaal veilig te stellen. Dat<br />

is niet gelukt. Verdachte heeft op 24 mei<br />

2012 verklaard dat zij op 27 oktober 2011 bij<br />

de politie onwaarheden heeft verteld, omdat<br />

zij had gehoord dat de zaak tegen [betrokkene<br />

1] zou worden geseponeerd. Daarom had<br />

zij haar eerdere verhaal aangedikt en had zij<br />

feiten genoemd die helemaal niet zijn voorgevallen.<br />

Verdachte heeft dit ook ter zitting<br />

van het hof erkend. Het hof is van oordeel<br />

dat hetgeen verdachte op 27 oktober 2011 bij<br />

de politie heeft verteld een uitbreiding, versterking<br />

en verzwaring betrof van de eerdere<br />

door haar moeder op 9 juni 2011 gedane<br />

aangifte. Het hof ziet deze nadere verklaring<br />

van verdachte dan ook in samenhang met de<br />

aangifte die al in juni 2011 was gedaan. Naar<br />

het oordeel van het hof is er daarom wel<br />

sprake van een valse aangifte in de zin van<br />

artikel 188 [Sr].’<br />

Inleiding eerste middel:<br />

Het middel klaagt over het oordeel van het<br />

hof dat te dezen sprake is van het doen van<br />

een valse aangifte in de zin van art. 188 Sr.<br />

Art. 188 Sr luidt: ‘hij die aangifte of klacht<br />

doet dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende<br />

dat het niet gepleegd is, wordt gestraft<br />

met een gevangenisstraf van ten hoogste een<br />

jaar of geldboete van de derde categorie’.<br />

Hoge Raad, eerste middel<br />

onder meer:<br />

3.3. De tenlastelegging is toegesneden op<br />

deze bepaling. Daarom moeten de in de tenlastelegging<br />

en bewezenverklaring voorkomende<br />

woorden ‘aangifte heeft gedaan dat<br />

een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat<br />

dat feit niet was gepleegd’ geacht worden<br />

aldaar te zijn gebezigd in dezelfde betekenis<br />

als toekomt aan dezelfde in die bepaling<br />

voorkomende bewoordingen.<br />

3.4. Art. 188 Sr heeft betrekking op het geval<br />

dat aangifte of klacht is gedaan van een<br />

strafbaar feit met de wetenschap dat dit feit<br />

NEDERLANDS JURISTENBLAD – 03-07-2015 – AFL. 26 1761

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!