31.01.2016 Views

NJB-1526

NJB-1526

NJB-1526

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wetgeving<br />

tevens in een wijziging van de vrijlating<br />

voor inkomsten uit arbeid in de<br />

Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening<br />

oudere en gedeeltelijk<br />

arbeidsongeschikte werkloze werknemers<br />

(IOAW) en de Wet inkomensvoorziening<br />

oudere en gedeeltelijk<br />

arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen<br />

(IOAZ).<br />

Kamerstukken II 2014/15, 34 227, nrs. 1-4<br />

Energieprestatievergoeding<br />

huurwoningen<br />

1306 - Wetsvoorstel (16-06-2015) tot<br />

wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk<br />

Wetboek en de Uitvoeringswet<br />

huurprijzen woonruimte in verband<br />

met de mogelijkheid voor verhuurder<br />

en huurder een energieprestatievergoeding<br />

overeen te komen<br />

– Dit wetsvoorstel strekt tot wijziging<br />

van het Burgerlijk wetboek en de Uitvoeringswet<br />

huurprijzen woonruimte.<br />

Het wetsvoorstel maakt het voor<br />

verhuurder en huurder mogelijk om<br />

in het kader van het energiezuinig<br />

maken van de woonruimte een energieprestatievergoeding<br />

aan de verhuurder<br />

overeen te komen voor een<br />

gegarandeerde energieprestatie van<br />

de woning. Enerzijds wordt hiermee<br />

de verhuurder meer zekerheid gegeven<br />

over hetgeen hij bij een huurder<br />

in redelijkheid in rekening mag brengen.<br />

Anderzijds wordt de huurder<br />

beschermd tegen een te hoge vergoeding<br />

die hij voor de geleverde energie<br />

aan zijn verhuurder moet betalen.<br />

Door middel van dit wetsvoorstel<br />

wordt tevens gestimuleerd om vooruit<br />

te lopen op Europees en Nederlands<br />

beleid om de energieprestatie<br />

van nieuwbouwwoningen per 2020<br />

op het niveau van bijna-energieneutrale<br />

nieuwbouw te brengen.<br />

Voorgesteld wordt in het BW de<br />

mogelijkheid op te nemen dat de<br />

verhuurder en de huurder in de zich<br />

daartoe lenende gevallen een<br />

energieprestatievergoeding overeen<br />

komen, waardoor in die gevallen<br />

voor die vergoeding eigen regels<br />

gaan gelden, terwijl de regels voor de<br />

huurprijs, de vergoeding voor nutsvoorzieningen<br />

en de servicekosten<br />

hier toepassing missen, voor zover<br />

de wet niet naar die regels verwijst.<br />

De energieprestatievergoeding is een<br />

vergoeding voor de kosten van de<br />

energielevering aan de huurder<br />

waarvoor een van de regeling voor<br />

de kosten van een nutsvoorziening<br />

of servicekosten afwijkende berekeningsmethodiek<br />

kan worden gehanteerd.<br />

De huurder en verhuurder zijn in<br />

beginsel vrij om de hoogte van de<br />

energieprestatievergoeding te bepalen.<br />

Ter bescherming van de huurder<br />

en om duidelijkheid te geven of de in<br />

rekening te brengen energieprestatievergoeding<br />

redelijk zou kunnen<br />

zijn, zullen evenwel bij algemene<br />

maatregel van bestuur nadere regels<br />

worden gesteld met betrekking tot<br />

de gevallen waarin sprake is van een<br />

energieprestatievergoeding. Ook zal<br />

met deze algemene maatregel van<br />

bestuur een maximaal vast te stellen<br />

bedrag worden bepaald voor de energieprestatievergoeding.<br />

Kamerstukken II 2014/15, 34 228, nrs. 1-4<br />

Herziening partneralimentatie<br />

1307 - Initiatiefwetsvoorstel (19-06-<br />

2015) tot wijziging van Boek 1 van<br />

het Burgerlijk Wetboek en van enige<br />

andere wetten in verband met de<br />

herziening van het stelsel van partneralimentatie<br />

(Wet herziening partneralimentatie)<br />

– In dit initiatiefwetsvoorstel van de<br />

leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen<br />

wordt ten eerste de toegang<br />

tot partneralimentatie beperkt<br />

tot degenen die daadwerkelijk als<br />

gevolg van de tijdens het huwelijk<br />

gemaakte keuzes een extra steun in<br />

de rug nodig hebben om weer terug<br />

te kunnen keren op de arbeidsmarkt,<br />

dan wel degenen die deze steun<br />

nodig hebben als gevolg van de keuzes<br />

die partijen hebben gemaakt ten<br />

aanzien van de zorgverdeling voor de<br />

kinderen. Ten slotte zijn initiatiefnemers<br />

ervan overtuigd dat de<br />

bestaande praktijk, waarbij de onderhoudsgerechtigde<br />

anders dan voorzien<br />

zich vaak niet voorbereid op de<br />

terugkeer op de arbeidsmarkt door<br />

bijvoorbeeld scholing of (vrijwilligers)werk,<br />

niet meer (zo lang) voor<br />

rekening van de onderhoudsplichtige<br />

dient te komen. Uitgangspunt is<br />

immers dat een ieder in zijn eigen<br />

levensonderhoud dient te voorzien.<br />

Initiatiefnemers maken een uitzondering<br />

voor zeer langdurige huwelijken<br />

waarbij een van de partners op<br />

latere leeftijd niet (meer) werkt en<br />

huwelijken waaruit kinderen geboren<br />

zijn die de leeftijd van 12 jaar bij de<br />

scheiding nog niet hebben bereikt.<br />

Initiatiefnemers achten het redelijk<br />

dat voor deze categorieën in beginsel<br />

een uitzondering wordt opgenomen<br />

omdat dit in het belang van de kinderen<br />

of in het belang van de onderhoudsgerechtigde<br />

zelf is. Met name<br />

bij de langdurige huwelijken, in de<br />

visie van de initiatiefnemers een<br />

huwelijk dat langer heeft geduurd<br />

dan 15 jaar, kan de leeftijd van de<br />

onderhoudsgerechtigde<br />

een belemmering zijn om snel terug<br />

te keren tot de arbeidsmarkt. Zij gaan<br />

er hierbij van uit dat in de ‘traditionele’<br />

huwelijken een van de partners<br />

nagenoeg geheel aan het arbeidsproces<br />

werd onttrokken.<br />

Voor kortdurende huwelijken waaruit<br />

geen kinderen geboren zijn, menen<br />

initiatiefnemers dat er geen reden is<br />

om een verplichting tot het betalen<br />

van partneralimentatie wettelijk te<br />

waarborgen. Partijen mogen daar,<br />

zoals dat ten aanzien van de gehele<br />

wettelijke regeling geldt, andersluidende<br />

afspraken over maken bij<br />

huwelijkse voorwaarden of echtscheidingsconvenant.<br />

Initiatiefnemers zijn van mening dat<br />

er geen maatschappelijk draagvlak<br />

meer bestaat voor de huidige duur<br />

van de partneralimentatie van 12<br />

jaar als het huwelijk langer heeft<br />

geduurd dan 5 jaar. Initiatiefnemers<br />

kiezen ervoor de duur van 5 jaar als<br />

uitgangspunt te nemen met een<br />

tweetal uitzonderingen. Voor huwelijken<br />

die korter geduurd hebben dan<br />

drie jaar ontstaat, zoals gezegd, geen<br />

recht op partneralimentatie. En de<br />

alimentatieplicht eindigt in ieder<br />

geval indien de alimentatieplichtige<br />

de AOW gerechtigde leeftijd<br />

bereikt.<br />

Daarmee komen initiatiefnemers tot<br />

het volgende schema, voor wat<br />

betreft de duur van partneralimentatie:<br />

– Geen kinderen jonger dan 12 jaar:<br />

• 0–3 jaar: geen recht op partneralimentatie.<br />

• 3-verder: de helft van het huwelijk<br />

met een maximum van 5 jaar.<br />

– Wel kinderen jonger dan 12 jaar:<br />

Partneralimentatie voor de helft van<br />

het huwelijk met een maximum van<br />

5 jaar maar in ieder geval totdat het<br />

jongste kind 12 jaar is.<br />

NEDERLANDS JURISTENBLAD – 03-07-2015 – AFL. 26 1793

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!