Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Partijen verplichten zich tot bescherming van het kind tegen alle<br />
vormen van seksuele uitbuiting en seksueel misbruik, met name<br />
om te voorkomen dat het kind wordt aangespoord of gedwongen<br />
deel te nemen aan onwettige seksuele handelingen, kinderen<br />
worden uitgebuit in prostitutie of andere onwettige seksuele<br />
praktijken of kinderen worden uitgebuit in pornografische voorstellingen<br />
en pornografisch materiaal (artikel 34).<br />
Het verdrag voorziet in de mogelijkheid van toepassing van<br />
kinderstrafrecht. De strafrechtstoepassing mag geen afbreuk<br />
doen aan het gevoel van waardigheid en eigen waarde van het<br />
kind, die de eerbied van het kind voor de rechten van de mens<br />
en de fundamentele vrijheden van anderen vergroot. Daarbij<br />
wordt rekening gehouden met de leeftijd van het kind en met de<br />
wenselijkheid van het bevorderen van de re-integratie van het<br />
kind en de aanvaarding door het kind van een opbouwende rol in<br />
de samenleving.<br />
Rechterlijke bevelen voor zorg, begeleiding en toezicht, adviezen,<br />
jeugdreclassering, pleegzorg, programma’s voor onderwijs en<br />
beroepsopleiding en alternatieven voor institutionele zorg dienen<br />
beschikbaar te zijn om te verzekeren dat de strafrechtstoepassing<br />
ten aanzien van kinderen hun welzijn niet schaadt en in de<br />
juiste verhouding staat zowel tot hun omstandigheden als tot het<br />
strafbare feit (artikel 40).<br />
Het verdrag kent een toezichtmechanisme. Het Comité voor de<br />
Rechten van het Kind, bestaande uit deskundigen, moet beoordelen<br />
of de partijen voortgang boeken bij het nakomen van hun verdragsverplichtingen<br />
(artikel 43). Partijen zijn verplicht periodiek te<br />
rapporteren over hun concrete inspanningen ter uitvoering van de<br />
in het verdrag neergelegde rechten en over de geboekte vooruitgang<br />
ten aanzien van het genot van die rechten (artikel 44).<br />
Om kort te gaan: het verdrag voorziet in de mogelijkheid van<br />
gedwongen plaatsing van een kind in een pleeggezin of in een<br />
instelling, en in strafrechtstoepassing met vrijheidsbeneming van<br />
een kind dat een strafbaar feit heeft gepleegd. Daarbij geniet het<br />
kind bijzondere bescherming van overheidswege, die mede omvat<br />
bescherming tegen seksueel misbruik.<br />
Ter uitvoering van het verdrag zijn enkele guidelines tot stand<br />
gekomen:<br />
• UN Guidelines van 14 december 1990 for the Prevention of<br />
Juvenile Delinquency<br />
• UN Guidelines van 21 juli 1997 for Action on Children in the<br />
Criminal Justice System<br />
• UN guidelines van 22 juli 2005 on Justice in Matters Involving<br />
Child Victims and Witnesses of Crime<br />
• UN guidelines van 20 november 2009 for the Alternative Care<br />
of Children.<br />
10<br />
2.3 Raad van Europa<br />
2.3.1 EVRM<br />
Het Verdrag van 4 november 1950, Trb. 1951, 154, tot bescherming<br />
van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)<br />
beschermt mede rechten van (kwetsbare) kinderen. Het EVRM is<br />
op 3 september 1953 in werking getreden, en voor Nederland op<br />
31 augustus 1954.<br />
Het EVRM heeft rechtstreekse werking. Burgers kunnen daaraan<br />
rechtstreeks rechten ontlenen en daarop voor de nationale rechter<br />
een beroep doen. Burgers kunnen zich tot het Europese Hof voor<br />
de rechten van de mens (Hof) wenden met een klacht over schending<br />
van het verdrag door een staat, als nationale rechtsmiddelen<br />
om over die schending te klagen door hen zijn uitgeput.<br />
Het verdrag gaat naar de letter uit van een negatieve benadering<br />
van bescherming van mensenrechten. Een staat moet zich<br />
onthouden van een inbreuk op fundamentele rechten van zijn<br />
burgers, tenzij voor zo’n inbreuk in het EVRM een rechtvaardiging<br />
kan worden gevonden. Het Hof gaat uit van het EVRM als een<br />
levend instrument. Doel en strekking van de verdragsbepalingen<br />
behoeven een interpretatie die passend is in de actuele context.<br />
Het Hof is van oordeel dat een negatieve benadering onvoldoende<br />
effectieve rechtsbescherming kan bieden. In de jaren tachtig van<br />
de vorige eeuw komt het Hof met uitspraken waarbij aan staten<br />
ook een positieve verplichting wordt opgelegd om zijn burgers te<br />
beschermen tegen schending van mensenrechten door medeburgers.<br />
Die verplichting houdt wat het strafrecht betreft tweeërlei<br />
in: het voorzien in een effectief strafrechtelijk instrumentarium en<br />
in daadwerkelijk strafrechtelijk optreden. 1<br />
Bij de bescherming van kinderen draait het om de artikelen 3,<br />
5, 6 en 8.<br />
Artikel 3 bepaalt dat niemand mag worden onderworpen aan<br />
foltering of aan onmenselijke of vernederende behandeling of<br />
bestraffing. Die bepaling geldt allereerst voor het handelen van de<br />
staat en zijn dienaren. Dat betekent in concreto dat de staat een<br />
kind dat onder zijn hoede is, moet beschermen tegen seksueel<br />
misbruik door een persoon aan wiens of wier zorg het kind is toevertrouwd.<br />
Het EHRM grondt op deze bepaling ook de verplichting<br />
van staten om kinderen te beschermen tegen mishandeling of<br />
seksueel misbruik door gezinsleden of medeburgers.<br />
Artikel 5 waarborgt de vrijheid en veiligheid van een persoon en<br />
geeft de voorwaarden voor rechtmatige vrijheidsbeneming. Een<br />
minderjarige kan met het oog op zijn opvoeding of in het <strong>kader</strong><br />
van zijn vervolging van zijn vrijheid worden beroofd.<br />
Artikel 6 waarborgt een eerlijk proces en een daadwerkelijke<br />
toegang tot de rechter, en legt enige fundamentele rechten van<br />
een verdachte vast.<br />
1 Zie hierover uitgebreid P.H.P.H.M.C. van Kempen, Repressie door mensenrechten,<br />
over positieve verplichtingen tot aanwending van het strafrecht ter<br />
bescherming van fundamentele rechten, oratie, 2008.