Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
lingen wegens misdrijf daartoe aanleiding geven, en de maatregel<br />
in het belang is van een zo gunstig mogelijk verdere ontwikkeling<br />
van de verdachte. Daarvoor is een advies van de raad voor de kinderbescherming<br />
vereist dat wordt ondersteund door ten minste<br />
één gedragsdeskundige. Een maatregel betreffende gedrag van de<br />
jeugdige kan inhouden dat de veroordeelde jeugdige deelneemt<br />
aan een programma in een door de rechter aan te wijzen instelling<br />
of dat de veroordeelde een ambulant programma zal volgen<br />
onder begeleiding van een door de rechter aan te wijzen organisatie<br />
(artikel 77w Sr).<br />
De instellingen of organisaties stellen voor de uitvoering van het<br />
programma een plan vast dat is afgestemd op de problematiek<br />
van de veroordeelde. Een programma kan bestaan uit een of<br />
meer gedragsinterventies (artikel 4 Besluit gedragsbeïnvloeding<br />
jeugdigen).<br />
De jeugdreclassering (bureau jeugdzorg) bereidt de tenuitvoerlegging<br />
van de maatregel voor en ondersteunt deze (artikel 10,<br />
eerste lid, onderdeel c, Wjz).<br />
De maatregel duurt ten minste 6 en ten hoogste 12 maanden<br />
(artikel 77w Sr).<br />
De maatregel kan eenmaal worden verlengd voor ten hoogste<br />
dezelfde tijd als waarvoor zij was opgelegd (artikel 77wd Sr)<br />
De rechter kan bepalen dat het programma geheel of gedeeltelijk<br />
bestaat uit jeugdzorg indien uit een ten aanzien van de jeugdige<br />
genomen indicatiebesluit blijkt dat deze op die vorm van zorg is<br />
aangewezen (artikel 77wa Sr).<br />
De rechter beveelt bij het opleggen van de maatregel dat vervangende<br />
jeugddetentie wordt opgelegd, indien de veroordeelde niet<br />
naar behoren aan de tenuitvoerlegging van de maatregel heeft<br />
meegewerkt (artikel 77wc Sr).<br />
Jeugdigen kunnen ook worden veroordeeld tot een taakstraf.<br />
Een taakstraf bestaat uit een werkstraf (verrichten van onbetaalde<br />
arbeid of het verrichten van arbeid tot herstel van de door het<br />
strafbare feit aangerichte schade) of een leerstraf (het volgen van<br />
een leerproject) of een combinatie hiervan (artikel 77h Sr).<br />
4.3.1.2 Situatie in 1945<br />
Conclusie<br />
Er bestond geen minimum leeftijdsgrens voor strafrechtelijke<br />
aansprakelijkheid.<br />
Er waren enige specifieke bepalingen voor jeugdige delinquenten.<br />
Straffen en maatregelen werden tenuitvoergelegd in tuchtscholen,<br />
bijzondere strafgevangenissen voor jongelieden of<br />
rijksopvoedingsgestichten.<br />
Beschijving<br />
In 1945 gold nog de wet van 12 februari 1901, Stb. 63, houdende<br />
wijziging in de bepalingen betreffende het straffen en de strafrechtspleging<br />
ten aanzien van jeugdige personen.<br />
Bij veroordeling van een minderjarige die bij de uitspraak in eerste<br />
aanleg jonger dan 18 jaar was, kon de hoofdstraf van plaatsing<br />
68<br />
in een tuchtschool worden opgelegd. Ook voor minderjarigen<br />
gold de bijkomende straf van plaatsing in een rijkswerkinrichting<br />
(artikel 9 oud Sr).<br />
Bij strafrechtelijke vervolging van een jeugdige die ten tijde van<br />
het plegen van het feit nog geen 16 jaar was, kon de rechter<br />
bevelen dat hij aan zijn ouders of voogd zou worden teruggegeven<br />
zonder oplegging van straf (artikel 38 Sr).<br />
Bij vervolging wegens een misdrijf van een minderjarige die<br />
bij de uitspraak in eerste aanleg jonger dan 18 jaar was, kon de<br />
rechter bepalen dat deze ter beschikking van de regering werd<br />
gesteld zonder oplegging van straf. Dat was ook mogelijk ten<br />
aanzien van jeugdige recidivisten bij vervolging wegens bepaalde<br />
overtredingen (artikel 39 Sr). De minderjarige die op de voet van<br />
artikel 39 ter beschikking was gesteld, werd geplaatst hetzij in een<br />
rijksopvoedingsgesticht met het oog op zijn opvoeding, hetzij ter<br />
opvoeding toevertrouwd aan een rechtspersoon wiens statuten<br />
duurzame verzorging van minderjarigen voorschrijven, tot het<br />
bereiken van de leeftijd van 21 jaar (artikel 39ter Sr).<br />
Bij niet-toepassing van de artikelen 38 of 39 werd de schuldige<br />
aan een misdrijf, die bij de uitspraak in eerste aanleg jonger was<br />
dan 14 jaar, gestraft met plaatsing in een tuchtschool, geldboete<br />
of berisping, en de schuldige tussen 14 en 18 jaar met plaatsing<br />
in een tuchtschool of geldboete. De rechter kon deze bepaling<br />
buiten toepassing laten ten aanzien van schuldigen tussen 16 en<br />
18 jaar en recht doen overeenkomstig het volwassenstrafrecht<br />
(artikel 39septies Sr).<br />
De duur van plaatsing in een tuchtschool was ten minste 1 maand<br />
en wegens een misdrijf en enige bepaalde overtredingen ten<br />
hoogste 6 maanden voor een jeugdige die ten tijde van het plegen<br />
van het strafbaar feit jonger dan 14 was, en ten hoogste 1 jaar voor<br />
de jeugdige die toen 14 of ouder was (artikel 27bis Sr).<br />
Een jeugdige die zijn geldboete niet volledig had betaald, kon<br />
zijn vervangende hechtenis ondergaan in een tuchtschool<br />
(artikel 23 Sr).<br />
Afzonderlijke opsluiting was niet mogelijk voor jeugdigen onder<br />
14 jaar (artikel 12 Sr).<br />
De rechter kon bevelen dat een persoon tussen 18 en 23 jaar,<br />
veroordeeld tot een gevangenisstraf tussen 1 en 3 jaar, voor<br />
een misdrijf waarop 2 jaar of meer was gesteld, zijn straf zou<br />
ondergaan in een bijzondere strafgevangenis voor jongelieden.<br />
Wegens bijzondere omstandigheden kon deze tenuitvoerlegging<br />
ook plaatsvinden ten aanzien van personen tussen 23 en 25 jaar<br />
(artikel 13 Sr). Op bevel van het hoofd van het departement van<br />
Justitie konden jeugdigen tussen 16 en 23 en tussen 23 en 25 jaar<br />
na het ondergaan van een deel van hun gevangenisstraf eveneens<br />
in zo een bijzondere gevangenis worden geplaatst (artikel 13a Sr).<br />
In deze gevangenissen konden de gedetineerden voor bepaalde<br />
doeleinden in gemeenschap worden gebracht (artikel 13b Sr).