Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.1 Inleiding<br />
In hoofdstuk 3 is de ontwikkeling van het relevante strafrechtelijk<br />
<strong>kader</strong> inzake seksueel misbruik beschreven. Daar is gewezen op<br />
de algemene verplichting van de overheid om te voorzien in de<br />
strafrechtelijke bescherming van haar onderdanen tegen ernstige<br />
inbreuken op de lichamelijke en geestelijke integriteit van haar<br />
burgers. Die verplichting betekent tweeërlei: het voorzien in een<br />
adequaat strafrechtelijk instrumentarium én in effectieve handhaving<br />
van de strafwet in de praktijk.<br />
Dit hoofdstuk bevat een beschrijving op hoofdlijnen vanaf 1945<br />
van het relevante <strong>juridische</strong> <strong>kader</strong> inzake de verantwoordelijkheid<br />
voor de voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik<br />
van kinderen die zijn geplaatst in inrichtingen en in pleeggezinnen.<br />
Het gaat om de verantwoordelijkheid van de overheid, particuliere<br />
instanties en particulieren die bij de plaatsing van kinderen een rol<br />
spelen, voor een effectieve bescherming tegen seksueel misbruik<br />
van die kinderen.<br />
Plaatsing van kinderen geschiedt op civielrechtelijke of strafrechtelijke<br />
grondslag. Civielrechtelijke plaatsing is mogelijk<br />
in inrichtingen en in pleeggezinnen. Strafrechtelijke plaatsing<br />
geschiedt in inrichtingen.<br />
De beslissing tot plaatsing is een ingrijpende maatregel.<br />
Plaatsing wordt gelast door een (kinder)rechter of behoeft diens<br />
machtiging.<br />
Jeugdzorg, kinderbescherming en jeugdstrafrecht zijn de<br />
afgelopen jaren aan grote veranderingen onderhevig geweest.<br />
Meer veranderingen zullen volgen.<br />
Een beschrijving van het burgerlijk procesrecht en het strafprocesrecht<br />
die van toepassing waren en zijn op de totstandkoming<br />
van civielrechtelijke en strafrechtelijke rechterlijke<br />
plaatsingsbeslissingen en op de behandeling van een daartegen<br />
openstaande voorziening van rechtsbescherming, is achterwege<br />
gebleven.<br />
4.2 Civielrechtelijke plaatsing<br />
4.2.1 Kader voor jeugdzorg en kinderbescherming<br />
4.2.1.1 Geldend recht<br />
Conclusie<br />
De Wet op de jeugdzorg en de daarop gebaseerde uitvoeringswetgeving<br />
voorzien in (de organisatie en bekostiging van de)<br />
jeugdzorg. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de ministers van<br />
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en van VenJ. De decentrale<br />
uitvoering van de jeugdzorg ligt in handen van provinciale en<br />
regionale bureaus jeugdzorg, en van particuliere zorgaanbieders.<br />
Het BW voorziet in kinderbeschermingsmaatregelen, waaronder<br />
ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. De minister van VenJ is<br />
eindverantwoordelijk voor de kinderbescherming. De uitvoering<br />
van de kinderbescherming berust bij de bureaus jeugdzorg, de<br />
raad voor de kinderbescherming en particuliere zorgaanbieders.<br />
<strong>Beschrijving</strong><br />
De Wet op de jeugdzorg (Wjz) en het daarop gebaseerde<br />
Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg (UWjz) voorzien in jeugdzorg.<br />
Titel 14 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) inzake<br />
het gezag over minderjarigen voorziet onder meer in maatregelen<br />
van kinderbescherming.<br />
Jeugdzorg is ondersteuning van en hulp aan de jeugdige en/of<br />
zijn opvoeders in verband met problemen die het onbedreigd<br />
opgroeien van de jeugdige belemmeren. Kinderbescherming<br />
voorziet in gedwongen maatregelen ter afwending van ernstige<br />
bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid<br />
van het kind. Jeugdzorg en kinderbescherming hangen dus<br />
nauw samen. Het BW en de Wjz bevatten het wettelijk <strong>kader</strong> voor<br />
(gedwongen) plaatsing van kinderen. BW en Wjz zijn op het terrein<br />
van de kinderbescherming met elkaar verweven.<br />
Jeugdzorg en kinderbescherming zijn taken van de overheid. Voor<br />
de uitvoering hiervan draagt de rijksoverheid eindverantwoordelijkheid.<br />
De ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />
(VWS) en van VenJ zijn verantwoordelijk voor de jeugdzorg. De<br />
Minister van VenJ is verantwoordelijk voor de kinderbescherming.<br />
De organisatie van de jeugdzorg en de kinderbescherming is complex.<br />
Daarbij zijn vele overheidsinstanties, particuliere organisaties<br />
en personen betrokken.<br />
Bij de uitvoering van de jeugdzorg spelen de bureaus jeugdzorg<br />
een centrale rol. Gedeputeerde staten zorgen ervoor dat er in de<br />
provincie één bureau jeugdzorg werkzaam is dat door een stichting<br />
in stand wordt gehouden (artikel 4, eerste lid, Wjz). 30<br />
Er zijn 12 provinciale en 3 grootstedelijke bureaus jeugdzorg.<br />
De bureaus hebben ook een belangrijke rol bij de voorbereiding<br />
en uitvoering van maatregelen van kinderbescherming. Bij de<br />
bureaus komt relevante informatie over de jeugdige binnen.<br />
Vanouds heeft de raad voor de kinderbescherming een verantwoordelijkheid<br />
voor de kinderbescherming. Die verantwoordelijkheid<br />
bestaat thans uit het initiëren en beoordelen van<br />
maatregelen van kinderbescherming. Er is één raad voor de kinderbescherming.<br />
De raad valt rechtstreeks onder de Minister van<br />
VenJ. De raad oefent de bij de wet opgedragen taken uit namens<br />
de minister. Ten behoeve van de vervulling van zijn taak houdt de<br />
raad zich in ieder geval op de hoogte van de ontwikkeling van de<br />
30 Het BW spreekt van een stichting als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wjz.<br />
Hierna wordt kortheidshalve gesproken over bureau jeugdzorg.<br />
35