08.09.2013 Views

Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson

Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson

Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3.2 Kaderbesluit 2001/220/JBZ van 15 maart 2001 inzake<br />

de status van slachtoffers in het strafproces<br />

Dit <strong>kader</strong>besluit is verouderd. Het zal op termijn worden vervangen<br />

door een richtlijn. Een daartoe strekkende ontwerprichtlijn is<br />

in mei 2011 gepresenteerd door de Europese <strong>Commissie</strong>.<br />

Implementatie van de hierna genoemde bepalingen was voorzien<br />

per 22 maart 2002.<br />

Het <strong>kader</strong>besluit ondersteunt onder meer de onder 4.4.1., 4.4.2. en<br />

4.4.3. genoemde instrumenten.<br />

Een slachtoffer is een persoon die schade, waaronder lichamelijk<br />

en psychisch letsel, emotionele schade of financiële verliezen lijdt<br />

als direct gevolg van strafbare feiten (artikel 1).<br />

Slachtoffers moeten een reële en passende rol in de strafrechtspleging<br />

hebben. Slachtoffers die bijzonder kwetsbaar zijn, moeten<br />

een specifieke behandeling krijgen die het best past bij hun<br />

omstandigheden (artikel 2).<br />

Slachtoffers moeten in de gelegenheid worden gesteld om in de<br />

procedure te worden gehoord en bewijs te leveren (artikel 3).<br />

Slachtoffers hebben recht op informatie die van belang is voor de<br />

bescherming van hun belangen, zoals informatie over wie hulp<br />

kan bieden, welke hulp beschikbaar is, waar zij aangifte kunnen<br />

doen, beschikbare rechtsbijstand en mogelijkheden van schadevergoeding.<br />

Zij moeten worden geïnformeerd over de uitkomst<br />

van hun aangifte of klacht, het verloop van het proces en de<br />

beslissing van de strafrechter. Lidstaten moeten voorzien in de<br />

mogelijkheid dat het slachtoffer in zaken waarin het slachtoffer<br />

gevaar kan oplopen, op de hoogte wordt gesteld van de invrijheidstelling<br />

van de dader (artikel 4).<br />

Slachtoffers en hun familie behoeven bescherming (bij optreden in<br />

de procedure). Ten behoeve van de bescherming van slachtoffers,<br />

in het bijzonder de meest kwetsbaren, tegen nadelige gevolgen<br />

van het afleggen van een getuigenverklaring in het openbaar,<br />

moet worden voorzien in de mogelijkheid van passende alternatieven<br />

(artikel 8).<br />

Slachtoffers hebben recht op een beslissing over schadevergoeding<br />

van de dader in het <strong>kader</strong> van de strafprocedure of op het<br />

verkrijgen van zo’n vergoeding langs andere weg (artikel 9).<br />

Lidstaten bevorderen de beschikbaarheid van gespecialiseerde<br />

diensten of particuliere organisaties voor hulp aan slachtoffers.<br />

Lidstaten bevorderen dat het personeel van deze diensten en<br />

organisaties goede training krijgen met speciale aandacht voor de<br />

meest kwetsbare slachtoffers (artikelen 13 en 14).<br />

3.3 Kaderbesluit 2008/675/JBZ van 18 december 2008<br />

betreffende de wijze waarop bij een nieuwe strafrechtelijke<br />

procedure rekening wordt gehouden met<br />

veroordelingen in de andere lidstaten van de EU<br />

Dit <strong>kader</strong>besluit verplicht lidstaten ervoor te zorgen dat in een<br />

nieuwe strafprocedure rekening wordt gehouden met eerdere<br />

veroordelingen van een strafrechter in een andere lidstaat en dat<br />

daaraan dezelfde gevolgen worden verbonden als aan eerdere<br />

veroordelingen van de eigen strafrechter (artikel 3).<br />

88<br />

Implementatie van dit <strong>kader</strong>besluit (per 15 augustus 2010) veronderstelt<br />

het bestaan van mechanismen die de uitwisseling van<br />

justitiële gegevens tussen de lidstaten mogelijk maken (zie hierna<br />

onder 3.4.).<br />

3.4 Kaderbesluit 2009/315/JBZ van 26 februari 2009 inzake<br />

de organisatie en de inhoud van de uitwisseling van<br />

gegevens uit het strafregister tussen de lidstaten<br />

Voor een effectieve preventie en bestrijding van criminaliteit,<br />

waaronder seksueel misbruik, is wetenschap omtrent het<br />

strafrechtelijk verleden van een burger - eigen onderdanen en<br />

vreemdelingen die zich op het eigen grondgebied bevinden -<br />

onontbeerlijk. Die gegevens zijn nodig voor het verkrijgen van een<br />

goed beeld van de pleger van een strafbaar feit, de sollicitant of de<br />

aanvrager van een vergunning.<br />

Voor de beschikbaarheid van die gegevens is opslag ervan in een<br />

toegankelijk strafregister nodig.<br />

Het onderhavige <strong>kader</strong>besluit voorziet in de uitwisseling van strafrechtelijke<br />

gegevens tussen de lidstaten. Implementatie moet zijn<br />

voltooid per 27 april 2012.<br />

Lidstaten zijn verplicht tot instelling van een centrale autoriteit<br />

voor de toepassing van het <strong>kader</strong>besluit (artikel 3). Dat is in<br />

Nederland de Justitiële Informatiedienst te Almelo. Het doel is dat<br />

alle strafrechtelijke gegevens met betrekking tot onherroepelijke<br />

veroordelingen van een persoon worden geregistreerd in het<br />

strafregister van het land waarvan deze persoon onderdaan is.<br />

Het <strong>kader</strong>besluit legt verplichtingen op aan de staat waar de veroordeling<br />

is uitgesproken. Wanneer de veroordeelde een onderdaan<br />

van een andere lidstaat is, wordt in het eigen strafregister<br />

opgave gedaan van diens nationaliteit. De centrale autoriteit van<br />

de veroordelende lidstaat informeert de centrale autoriteit van<br />

een andere lidstaat zo spoedig mogelijk omtrent de in het eigen<br />

register opgenomen veroordelingen van een onderdaan van die<br />

andere lidstaat, en omtrent wijziging daarin of doorhaling ervan<br />

(artikel 4).<br />

Het <strong>kader</strong>besluit legt ook verplichtingen op aan de staat van de<br />

nationaliteit van de dader. Die staat is verplicht om de van een<br />

andere lid staat omtrent een eigen onderdaan verkregen gegevens<br />

op te slaan met het oog op mogelijke verstrekking ervan in<br />

de toekomst. Daartoe worden alleen actuele gegevens gebruikt<br />

(artikel 5).<br />

Een centrale autoriteit kan (ook naar aanleiding van een verzoek<br />

van een burger om inzage in zijn eigen gegevens te hebben) aan<br />

een centrale autoriteit van een andere lidstaat vragen om een<br />

uittreksel uit het strafregister voor gebruik in een strafprocedure<br />

of voor een ander doel. Verzoek en antwoord zijn vervat in een<br />

standaardformulier (artikel 6). De aangezochte lidstaat moet zo<br />

spoedig mogelijk, in ieder geval binnen 10 werkdagen, antwoorden<br />

(artikel 8).<br />

Artikel 7 geeft nadere voorschriften over de verplichting van de<br />

centrale autoriteit van de staat van de nationaliteit van de persoon<br />

tot het verstrekken van in het eigen strafregister opgeslagen informatie<br />

over veroordelingen van de eigen rechter of van een rechter<br />

uit een andere lidstaat of van een derde land.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!