Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.3.1.3 Wijzigingen<br />
Conclusie<br />
In 1965 trad een ingrijpende herziening van het kinderstrafrecht en<br />
het kinderstrafprocesrecht in werking.<br />
Een jeugdige onder de leeftijd van 12 jaar was niet langer strafrechtelijk<br />
aansprakelijk.<br />
De nieuwe bepalingen inzake het jeugdstrafrecht waren van toepassing<br />
op jeugdigen tussen 12 en 18 jaar. Het volwassenenstrafrecht<br />
kon van toepassing worden verklaard op jeugdigen tussen<br />
16 en 18 jaar, indien de rechter daartoe grond vond in de ernst van<br />
het begane feit of de persoonlijkheid van de dader.<br />
Het volwassenenstrafrecht was van toepassing op minderjarigen<br />
van 18 jaar of ouder. Niettemin kon de rechter het kinderstrafrecht<br />
toepassen op deze groep van minderjarigen, indien hij daartoe<br />
grond vond in de persoonlijkheid van de dader. Bij toepassing<br />
van het volwassenenstrafrecht op een minderjarige die zodanig<br />
opgroeide dat hij bedreigd werd met zedelijke of lichamelijke<br />
ondergang, kon de rechter bij een veroordeling tevens de maatregel<br />
van ondertoezichtstelling opleggen. De rechter kon bepalen<br />
dat geen straf of maatregel werd opgelegd, indien hij dat in<br />
verband met de geringe ernst van het feit, de persoonlijkheid van<br />
de dader en de omstandigheden waaronder het feit was begaan,<br />
raadzaam achtte.<br />
De straffen waren voor (poging van of medeplichtigheid aan) een<br />
misdrijf: plaatsing in een tuchtschool, arrest, geldboete en berisping,<br />
en voor overtredingen: arrest, geldboete en berisping. De<br />
maatregelen waren voor (poging van of medeplichtigheid aan) een<br />
misdrijf: terbeschikkingstelling van de regering, plaatsing in een<br />
inrichting voor buitengewone behandeling en ondertoezichtstelling,<br />
en voor overtredingen: ondertoezichtstelling.<br />
In 1988 wordt de leeftijd van meerderjarigheid verlaagd tot 18 jaar.<br />
In 1995 onderging het jeugdstrafrecht weer een omvangrijke wijziging<br />
en heeft het zijn huidige vorm gekregen.<br />
De straffen arrest en tuchtschool zijn vervangen door<br />
jeugddetentie.<br />
In plaats van een hoofdstraf konden één of meer alternatieve<br />
sancties worden opgelegd: het verrichten van onbetaalde arbeid<br />
ten algemene nutte en het verrichten van arbeid tot herstel van de<br />
door het strafbare feit aangerichte schade en het volgen van een<br />
leerproject.<br />
De maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is in<br />
de plaats getreden van de jeugd-tbs en plaatsing in een inrichting<br />
voor buitengewone behandeling.<br />
In 2001 is de alternatieve sanctie taakstraf geworden. Een taakstraf<br />
bestaat uit een werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde<br />
arbeid of het verrichten van arbeid tot herstel van de door<br />
het strafbare feit aangerichte schade, of een leerstraf, zijnde het<br />
volgen van een leerproject, of een combinatie van werkstraf en<br />
leerstraf.<br />
In 2009 is de maatregel omtrent het gedrag van jeugdigen in het<br />
Wetboek van Strafrecht geïntroduceerd.<br />
<strong>Beschrijving</strong><br />
Sinds de inwerkingtreding van de wet van 24 december 1954, Stb.<br />
602, hadden de raden voor de kinderbescherming een voorlichtende<br />
en toezichthoudende taak bij de jeugdstrafrechtspleging<br />
(artikelen 488a en 488b Sv en 39bis a Sr).<br />
Op 1 juli 1965 trad de wet van 9 november 1961, Stb. 402 tot<br />
herziening van het kinderstrafrecht en het kinderstrafprocesrecht<br />
in werking.<br />
Vanaf dat tijdstip is een jeugdige onder de leeftijd van 12 jaar niet<br />
langer strafrechtelijk aansprakelijk (artikel 77a Sr). Daaraan ligt<br />
de gedachte ten grondslag dat een kind in die leeftijdscategorie<br />
geacht kan worden niet toerekeningsvatbaar te zijn.<br />
De nieuwe bepalingen inzake het jeugdstrafrecht waren van toepassing<br />
op jeugdigen tussen 12 en 18 jaar. Het volwassenenstrafrecht<br />
kon van toepassing worden verklaard op jeugdigen tussen<br />
16 en 18 jaar, indien de rechter daartoe grond vond in de ernst van<br />
het begane feit of de persoonlijkheid van de dader.<br />
Het volwassenenstrafrecht was van toepassing op minderjarigen<br />
van 18 jaar of ouder. Niettemin kon de rechter het kinderstrafrecht<br />
toepassen op deze groep van minderjarigen, indien hij daartoe<br />
grond vond in de persoonlijkheid van de dader. Bij toepassing<br />
van het volwassenenstrafrecht op een minderjarige die zodanig<br />
opgroeide dat hij bedreigd werd met zedelijke of lichamelijke<br />
ondergang, kon de rechter bij een veroordeling tevens de maatregel<br />
van ondertoezichtstelling opleggen. De rechter kon bepalen<br />
dat geen straf of maatregel werd opgelegd, indien hij dat in<br />
verband met de geringe ernst van het feit, de persoonlijkheid van<br />
de dader en de omstandigheden waaronder het feit was begaan,<br />
raadzaam achtte (artikelen 77b tot en met 77f Sr).<br />
De straffen waren voor (poging van of medeplichtigheid aan) een<br />
misdrijf: plaatsing in een tuchtschool, arrest, geldboete en berisping,<br />
en voor overtredingen: arrest, geldboete en berisping.<br />
De maatregelen waren voor (poging van of medeplichtigheid aan)<br />
een misdrijf: terbeschikkingstelling van de regering, plaatsing in<br />
een inrichting voor buitengewone behandeling en ondertoezichtstelling,<br />
en voor overtredingen: ondertoezichtstelling (artikelen 77g<br />
en 77h Sr).<br />
Indien de verdachte niet strafbaar was op de grond dat het feit<br />
hem wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke storing van<br />
zijn geest niet kon worden toegerekend, kon de rechter bij een<br />
misdrijf of een overtreding als bedoeld in artikel 432 Sr (landloperij,<br />
bedelarij of souteneurschap) niettemin de maatregel van<br />
plaatsing in een inrichting voor buitengewone behandeling of, bij<br />
dreiging van zedelijke of lichamelijke ondergang ondertoezichtstelling<br />
opleggen (artikel 77j Sr).<br />
Overigens kon de rechter de maatregel van plaatsing in een<br />
inrichting voor buitengewone behandeling slechts opleggen bij<br />
vervolging van een minderjarige bij wie tijdens het begaan van een<br />
misdrijf of een overtreding als bedoeld in artikel 432 Sr gebrekkige<br />
ontwikkeling of ziekelijke storing van zijn geestvermogens<br />
bestond, indien de persoonlijkheid van de minderjarige zulks<br />
bepaaldelijk vorderde (artikel 77k Sr).<br />
69