08.09.2013 Views

Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson

Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson

Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

mogelijk te doen behouden (artikel 1:257 BW). Bureau jeugdzorg<br />

wijst een gezinsvoogdijwerker (gezinsvoogd) aan; deze is belast<br />

met de uitvoering van de ondertoezichtstelling in de praktijk.<br />

Onder toezicht gestelde kinderen kunnen vrijwillig of gedwongen<br />

gedurende dag en nacht buiten het gezin worden geplaatst.<br />

Vrijwillige uithuisplaatsing geschiedt door de met het gezag<br />

belaste ouder, als het bureau jeugdzorg geen bezwaar heeft<br />

(artikel 1:258, derde lid, BW).<br />

Voor een gedwongen uithuisplaatsing is machtiging van de kinderrechter<br />

nodig (artikel 1:261 BW). Die machtiging kan worden<br />

gegeven indien dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en<br />

opvoeding van de minderjarige of tot onderzoek van diens geestelijke of<br />

lichamelijke gesteldheid. Het verzoek daartoe kan worden gedaan<br />

door bureau jeugdzorg, de raad voor de kinderbescherming of<br />

het openbaar ministerie. De uithuisplaatsing geschiedt door<br />

bureau jeugdzorg. Indien de uithuisplaatsing betrekking heeft op<br />

jeugdzorg, is het verzoek gericht op effectuering van het indicatiebesluit.<br />

Indien de uithuisplaatsing geen betrekking heeft op<br />

deze zorg, wordt in het verzoek vermeld voor welke verblijfplaats<br />

machtiging wordt gevraagd.<br />

Uithuisplaatsing geschiedt als gezegd in een pleeggezin, een residentiële<br />

instelling of een accommodatie voor gesloten jeugdzorg.<br />

Residentiële instellingen en accommodaties worden aangeboden<br />

door zorgaanbieders.<br />

Artikel 1:261, vijfde lid, BW voorziet in plaatsing in een justitiële<br />

jeugdinrichting met een uitdrukkelijk daartoe strekkende machtiging<br />

van de kinderrechter. Met ingang van 1 januari 2010 vindt<br />

evenwel geen samenplaatsing meer plaats van jeugdigen die zijn<br />

geplaatst op grond van een civielrechtelijke titel en jeugdigen die<br />

zijn geplaatst op grond van een strafrechtelijke titel.<br />

De uithuisplaatsing geldt voor ten hoogste 1 jaar, en kan telkens<br />

voor ten hoogste 1 jaar worden verlengd (artikel 1:262, eerste lid,<br />

BW).<br />

Beslissingen van bureau jeugdzorg zijn besluiten in de zin van de<br />

Awb. Beroepen tegen beslissingen van bureau jeugdzorg, genomen<br />

in het <strong>kader</strong> van de ondertoezichtstelling, worden behandeld<br />

door de kinderrechter en niet door de gewone bestuursrechter.<br />

De beroepen worden civielrechtelijk beoordeeld.<br />

Voortzetting uithuisplaatsing in het <strong>kader</strong> van ontheffing van het<br />

ouderlijke gezag<br />

Uithuisplaatsing kan doorlopen na een ontheffing van de ouderlijke<br />

gezag. Ontheffing komt overigens weinig voor.<br />

De rechtbank kan een ouder van het gezag over een of meer van<br />

zijn kinderen ontheffen, op grond dat hij ongeschikt of onmachtig<br />

is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, mits het<br />

belang van de kinderen zich daartegen niet verzet (artikel 1:266<br />

BW).<br />

44<br />

Hoofdregel is dat ontheffing niet wordt uitgesproken, indien de<br />

ouder zich daartegen verzet. De instemming van de ouder is onder<br />

meer niet vereist, indien na een ondertoezichtstelling van ten<br />

minste 6 maanden blijkt of na een uithuisplaatsing van meer dan<br />

1 jaar en 6 maanden gegronde vrees bestaat dat ondertoezichtstelling<br />

onvoldoende is om de bedreiging van de belangen van het<br />

kind of zijn gezondheid af te wenden dan wel indien na verzorging<br />

en opvoeding met instemming van de ouder van ten minste 1 jaar<br />

in een pleeggezin – anders dan uit hoofde van ondertoezichtstelling<br />

of een plaatsing onder voorlopige voogdij –, een voortzetting<br />

van die verzorging en opvoeding noodzakelijk is en van terugkeer<br />

naar de ouder ernstig nadeel voor het kind moet worden gevreesd<br />

(artikel 1:268, tweede lid, onderdelen a en d, BW).<br />

Ontheffing wordt uitgesproken op verzoek van de raad voor<br />

de kinderbescherming of het openbaar ministerie. In het geval,<br />

bedoeld in artikel 1: 268, tweede lid, onderdeel d, BW kan<br />

ontheffing kan ook worden verzocht door een pleegouder/pleegouders<br />

die het kind ten minste een jaar heeft/hebben verzorgd na<br />

afwijzing door de kinderrechter van een verzoek van de ouders om<br />

toestemming tot wijziging van het verblijf (artikel 1:267 BW).<br />

Indien beide ouders het gezag uitoefenen, wordt na de ontheffing<br />

van een van hen het gezag door de andere ouder uitgeoefend.<br />

Indien de andere ouder het gezag niet alleen uitoefent, wordt een<br />

voogd benoemd (artikelen 1: 274 en 1:275 BW).<br />

Uithuisplaatsing in <strong>kader</strong> van de uitoefening van de voogdij door<br />

bureau jeugdzorg<br />

De rechter kan de voogdij opdragen aan bureau jeugdzorg<br />

(artikel 1:302 BW). Bureau jeugdzorg kan de toevertrouwde<br />

minderjarigen uit huis plaatsen. Het bureau informeert de raad<br />

voor de kinderbescherming waar de minderjarigen verblijven.<br />

De raad bezoekt de plaats van verblijf, zo vaak hij dit nodig vindt<br />

ter beoordeling van de toestand van de minderjarige<br />

(artikel 1:305 BW).<br />

Bureau jeugdzorg kan van de voogdij worden ontzet, onder meer<br />

bij misbruik van bevoegdheid, verwaarlozing van plichten of de<br />

omstandigheid dat het niet in staat is tot een behoorlijke uitoefening<br />

van de voogdij. Ontzetting is ook mogelijk, als het bureau<br />

nalaat de raad te informeren over de verblijfplaats van de minderjarigen<br />

of het door de raad uit te oefenen toezicht belemmert of<br />

verhindert (artikel 1:328 BW).<br />

Jeugdzorg<br />

Vrijwillige plaatsing<br />

De Wjz voorziet in een vrijwillig verblijf van de jeugdige elders.<br />

Dit verblijf omvat het aan de jeugdige bieden van verblijf met<br />

een passend pedagogisch klimaat bij een pleegouder of in een<br />

accommodatie van een zorgaanbieder (artikel 4 UWjz). Indien<br />

het bureau jeugdzorg vaststelt dat een jeugdige is aangewezen op<br />

verblijf, geeft het in het indicatiebesluit aan of de jeugdige is aan-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!