Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Beschrijving juridische kader - Commissie-Samson
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
kinderbescherming, bevordert hij de samenwerking met de<br />
instellingen van kinderbescherming en jeugdhulpverlening en<br />
adviseert hij de autoriteiten en instellingen. De bemoeienissen<br />
laten de godsdienstige en levensbeschouwelijke grondslag van de<br />
instelling en onverlet (artikel 1:238 BW). Bij ontbreken of het niet<br />
uitoefenen van gezag over een minderjarige verzoekt de raad de<br />
rechter om te voorzien in de gezagsuitoefening (artikel 241 BW).<br />
De raad stelt zich op de hoogte van alle gevallen waarin maatregelen<br />
met betrekking tot het gezag over minderjarigen dienen te<br />
worden overwogen (artikel 242 BW). De raad staat onder leiding<br />
van een algemeen directeur en twee directeuren.<br />
De Raad heeft een landelijk bureau en is werkzaam in 13 regio’s<br />
(Organisatiebesluit raad voor de kinderbescherming 2006,<br />
Stb. 2006, 192).<br />
Bureaus jeugdzorg en de raad voor de kinderbescherming werken<br />
samen. De artikelen 56 e.v. UWjz geven nadere regels over die<br />
samenwerking. De bureaus en de raad leggen hun samenwerking<br />
vast in een protocol.<br />
Jeugdzorg staat centraal en voorop. Dat is ondersteuning van en<br />
hulp aan jeugdigen, hun ouders, stiefouders of anderen die een<br />
jeugdige als behorende tot hun gezin verzorgen en opvoeden (dat<br />
zijn de cliënten van de jeugdzorg), bij opgroei- en opvoedingsproblemen<br />
of dreigende zodanige problemen (artikel 1 Wjz).<br />
Het bureau jeugdzorg beziet of een cliënt zorg – jeugdzorg of<br />
vormen van geestelijke gezondheidszorg - behoeft, en daarop<br />
aanspraak bestaat (artikel 5 Wjz). Daarbij is uitgangspunt dat zorg<br />
het belang van een onbedreigde ontwikkeling van een jeugdige<br />
dient en aansluit bij de behoefte van de cliënt. Deze zorg is niet<br />
ingrijpender dan noodzakelijk en wordt geboden zo dicht mogelijk<br />
bij de plaats waar de cliënt duurzaam verblijft en gedurende<br />
een zo kort mogelijke periode (artikel 5, vierde lid, Wjz). Het<br />
bureau jeugdzorg neemt een zogenoemd indicatiebesluit over<br />
aanspraak op zorg (artikel 6 Wjz). Aan een besluit tot toekenning<br />
van zorg ligt in de regel een aanvraag van een cliënt ten grondslag<br />
(artikel 7, eerste lid, Wjz). Bij een aanvraag door een andere cliënt<br />
dan de jeugdige is in de regel de instemming van de jeugdige<br />
vereist (artikel 7, tweede tot en met vijfde lid. Wjz).<br />
Indien een cliënt het niet eens met een indicatiebesluit of de<br />
beslissing waarbij de aanspraak op zorg vervalt, kan hij daartegen<br />
bezwaar maken bij het bureau jeugdzorg. Tegen de beslissing<br />
op bezwaar staat beroep open bij de kinderrechter (artikel 5,<br />
vijfde lid, Wjz).<br />
Aanspraak op jeugdzorg omvat jeugdhulp, verblijf en observatiediagnostiek<br />
(artikel 2 UWjz).<br />
Jeugdhulp omvat behandeling of begeleiding van (a) een jeugdige,<br />
gericht op het oplossen, verminderen of voorkomen van verergering<br />
dan wel het omgaan met de gevolgen van zijn psychosociale,<br />
psychische of gedragsproblemen; (b) van een cliënt, niet zijnde<br />
een jeugdige, gericht op het verkrijgen van zodanige vaardigheden<br />
dat hij aan de onder de (a) bedoelde psychosociale, psychische<br />
of gedragsproblemen in het gezin het hoofd kan bieden<br />
(artikel 3 UWjz).<br />
36<br />
Verblijf omvat het aan een jeugdige gedurende het etmaal of een<br />
deel daarvan bieden van verblijf met een passend pedagogische<br />
klimaat bij een pleegouder of een accommodatie van een zorgaanbieder<br />
(artikel 4 UWjz).<br />
Observatiediagnostiek omvat het onderzoeken van een jeugdige met<br />
het oog op het verkrijgen van gegevens die het bureau nodig heeft<br />
voor het nemen van een indicatiebesluit (artikel 5 Uwjz).<br />
De bureaus jeugdzorg hebben ook andere taken.<br />
Het bureau beziet voortdurend of een maatregel omtrent het<br />
gezag over de minderjarige moet worden overwogen. Indien een<br />
bureau van oordeel is dat zulks het geval is, stelt het de raad van<br />
de kinderbescherming hiervan op de hoogte (artikel 9 Wjz).<br />
De rechter kan een bureau jeugdzorg belasten met de voorlopige<br />
voogdij of met de voogdij (artikelen 1:241 en 1:302 BW juncto<br />
artikel 10 Wjz).<br />
Een bureau jeugdzorg oefent verder reclasseringstaken uit (zie<br />
hierna par. 4.3.2.1.).<br />
Jeugdzorg wordt aangeboden door een zorgaanbieder.<br />
Zorgaanbieders zijn rechtspersonen die ingevolge hun statuten<br />
jeugdzorg aanbieden. Ook een individuele en geregistreerde<br />
beroepsbeoefenaar kan zorgaanbieder zijn (artikel 18 Wjz).<br />
Bureau jeugdzorg coördineert de door de zorgaanbieders<br />
aangeboden zorg.<br />
Een zorgaanbieder die pleegzorg aanbiedt, zorgt ervoor dat de<br />
verzorging en opvoeding door een pleegouder geschieden op de<br />
grondslag van een pleegcontract tussen hem en de pleegouder<br />
(artikel 22 Wjz). Het pleegcontract regelt de informatieverschaffing<br />
tussen zorgaanbieder en pleegouder die relevant is voor de<br />
opvoeding en verzorging van het pleegkind (bijlage 1 bij regeling<br />
pleegzorg).<br />
De aangeboden zorg is gebaseerd op een hulpverleningsplan,<br />
dat is afgeleid van het indicatiebesluit. Het plan wordt vooraf met<br />
de cliënt besproken. Het behoeft in de regel diens instemming<br />
(artikel 24, tweede lid, Wjz).<br />
4.2.1.2 Situatie in 1945<br />
Het BW bood het <strong>kader</strong> voor kinderbescherming. De wet van<br />
12 februari 1901, Stb. 64, houdende beginselen en voorschriften<br />
omtrent maatregelen ten opzichte van jeugdigen (een van de<br />
zogenoemde kinderwetten) en daarop gegronde uitvoeringswetgeving<br />
bevatte regels voor de tenuitvoerlegging van civielrechtelijke<br />
en strafrechtelijke maatregelen.<br />
De kinderrechter was de centrale functionaris. Deze is in 1922 in<br />
het leven geroepen als specifieke en gespecialiseerde rechter voor<br />
de behandeling van civielrechtelijke en strafrechtelijke kinderzaken,<br />
tegelijkertijd met invoering van de ondertoezichtstelling.<br />
De uitvoering van de maatregelen ten aanzien van minderjarigen<br />
was grotendeels in particuliere handen. Particuliere instellingen<br />
boden zorg, behandeling en verpleging aan minderjarigen die<br />
waren opgenomen op grond van een civielrechtelijke én strafrechtelijke<br />
titel.