28.12.2014 Views

Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP

Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP

Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

eschikbaar stellen van zijn gegevens aan andere zorgverleners. Met toestemming van de patiënt mag de apotheek<br />

informatie opvragen bij andere zorgverleners om verantwoorde farmaceutische zorg te kunnen leveren.<br />

[3] Mortaliteit HVZ<br />

Bij vrouwen vormen hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak, bij mannen is dit kanker en staan hart- en<br />

vaatziekten op de tweede plaats. In 2010 overleden ruim 21.000 vrouwen en ruim 18.500 mannen aan HVZ. Bij<br />

vrouwen sterven in de leeftijdscategorie 85+ de meeste vrouwen namelijk ruim 11.000 vrouwen. Bij mannen ligt de<br />

piek in de leeftijdscategorie 75-84 jaar met 6.600 mannen. In de leeftijdscategorieën jonger dan 75 jaar overlijden<br />

meer mannen dan vrouwen. Vooral ischaemische hartziekten en cerebrovasculaire aandoeningen zijn verantwoordelijk<br />

voor de sterfte aan HVZ. Andere belangrijke doodsoorzaken zijn hartfalen en boezemfibrilleren. Bij mannen blijken<br />

ischaemische hartziekten, zoals het acute hartinfarct, het meest verantwoordelijk te zijn voor sterfte, bij vrouwen is<br />

dat cerebrovasculaire ziekten en overige hartziekten als hartfalen en AF [Vaartjes 2011].<br />

Er is een dalende tendens zichtbaar in coronaire sterfte gedurende de periode 1972-2007 [Vaartjes 2009]. Hieraan<br />

hebben bijgedragen een daling van het aantal personen met verhoogd totaalcholesterol gehalte, daling van de inname<br />

van transvetzuren, meer vroege opsporing van hartinfarcten door verbeterde diagnostiek, verbeterde behandeling in<br />

de acute fase van het hartinfarct, afname van het aantal personen dat onvoldoende lichaamsbeweging heeft,<br />

stabilisatie van het aantal rokers, uitgebreider en efficiënter gebruik van bètablokkers, plaatjes aggregatieremmers,<br />

ACE-remmers, angiotensine-II-antagonisten en statines. Tegelijkertijd zijn er ongunstige veranderingen wat betreft het<br />

aantal personen met overgewicht, het aantal personen met diabetes en is er een afname in gebruik van groenten en<br />

vezels. Door deze laatste veranderingen is er weer een toename te verwachten in de prevalentie van HVZ in de<br />

komende jaren.<br />

[4] Goed gebruik<br />

Goed gebruik van geneesmiddelen betreft gebruik dat leidt tot een optimale kwaliteit van leven. Het betreft dus een<br />

vorm van therapietrouw waarbij de therapie is afgestemd op de wensen van de patiënt – en is vastgesteld in overleg<br />

met de patiënt (concordance). Anders dan bij het concept van therapietrouw, waarbij de patiënt geacht werd het<br />

voorschrift van de arts en de instructie van de apotheek nauwgezet te volgen, gaat het bij goed gebruik om een<br />

therapie die past in het leven van de patiënt en daarop is afgestemd door de zorgverleners.<br />

Er is een groot contrast tussen het hoge wetenschappelijke niveau van de behandeladviezen aan patiënten met een<br />

chronische ziekte en de lage frequentie waarmee patiënten dit advies opvolgen [Klok 2009], zie ook noten [5][45]. In<br />

Westerse landen stopt gemiddeld 50% van de patiënten met een chronische aandoening binnen een jaar met medicatie<br />

die bedoeld is voor langdurig gebruik.<br />

De WHO onderscheidt 5 categorieën van oorzaken van therapieontrouw:<br />

- sociaal economische factoren (zoals ontbrekende steun van familie);<br />

- professionele factoren (zoals een slechte relatie met de zorgverlener);<br />

- ziektegerelateerde factoren (zoals gebrekkig inzicht in de ziekte);<br />

- therapie factoren (zoals complexe doseringsregimes en bijwerkingen);<br />

- patiëntgerelateerde factoren (zoals psychische problemen, opvattingen, acceptatieproblemen, vergeetachtigheid<br />

en drukte).<br />

[Bodenheimer 2002, Dulmen 2007, Klok 2009, <strong>KNMP</strong> 2010a, Osterberg 2005]<br />

Zie voor meer informatie over ‘goed gebruik’ de <strong>KNMP</strong>-richtlijn ’Farmaceutisch Consult’<br />

Onderbehandeling lipidenverlagende therapie<br />

Bij de medicamenteuze therapie bij dyslipidemie valt nog wat te winnen op het gebied van onderbehandeling en<br />

therapietrouw.<br />

In een onderzoek onder 4878 mensen tussen 31 en 70 jaar, welke volgens de geldende NHG-richtlijn in aanmerking<br />

kwamen voor cholesterolverlagende behandeling, bleek minder dan de helft ook inderdaad deze therapie te<br />

ontvangen. In de primaire preventie bleken voornamelijk mensen van het mannelijk geslacht, jongere leeftijd,<br />

diabetes, onbehandelde hoge bloeddruk en rokers geen cholesterolverlagers te gebruiken. In de secundaire preventie<br />

bleken met name mensen na een beroerte minder vaak een statine te gebruiken [Mantel 2004].<br />

In een onderzoek in een openbare apotheek in Nederland bleek dat er een tendens bestond om 80-plussers minder<br />

vaak te behandelen vergeleken met 60-69-jarigen. Bovendien kregen zij gemiddeld een lagere dosis [Geleedst 2010].<br />

In een groot observationeel, door de industrie gesponsord, onderzoek in Nederland onder 19.628 HVZ-patiënten, 5.006<br />

mensen met diabetes en 3.767 mensen met diabetes en HVZ bleek resp. 71%, 54% en 45% geen statine te gebruiken. In<br />

de subgroep bij wie een recente LDL-meting aanwezig was bleek verhoudingsgewijs evenveel niet te gebruiken. Meer<br />

mensen met diabetes dan met HVZ kregen geen statine. Onder de HVZ-patiënten bleken vrouwen, mensen jonger dan<br />

40 jaar, wonend in achterstandswijken, HVZ minder dan een jaar geleden en aritmie predisponerende factoren te zijn<br />

voor niet-gebruik [Haak vd 2010].<br />

Interventies door apothekers zijn effectief gebleken in het verbeteren van therapietrouw [5][ 45].<br />

[5] Effect interventies door apothekers<br />

In een meta-analyse van 30 gerandomiseerde en gecontroleerde onderzoeken werd bij in totaal 11.765 patiënten het<br />

effect van interventies door de apotheek, of door de apotheek samen met arts of praktijkverpleegkundige, op<br />

risicofactoren voor HVZ onderzocht. Tot de interventies behoorden educatie, patiënt herinneringssystemen, meting<br />

CONCEPT<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!