Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Onderzoeken naar kanker<br />
Recent is de mogelijke associatie tussen de toename van kanker en het gebruik van ezetimibe plus simvastatine gelegd<br />
door de publicatie van de SEAS-studie [Rossebo 2008]. Dit was zeer opmerkelijk, aangezien kanker zich bij mensen in<br />
de loop van jaren ontwikkelt en het niet voor de hand ligt dat een geneesmiddel binnen 2 tot 5 jaren kanker<br />
veroorzaakt. De gecombineerde interim-analyse van twee grotere ezetimibe-plus-statine trials, die tegelijkertijd<br />
liepen, kon deze hypothese ook niet ondersteunen: de SHARP en IMPROVE-IT studies met 20617 patiënten lieten geen<br />
verhoogd risico op kanker zien tussen de statine en de ezetimibe-plus-statine gebruikers [Peto 2008]. De eindanalyse<br />
van de SHARP trial bevestigde dat er geen verschil in kanker gevallen is gevonden tussen de combinatietherapie en<br />
placebo (9.4% vs 9.5%, P = 0.89) [Baigent 2011].<br />
Conclusie<br />
Ezetimibe wordt over het algemeen goed verdragen en verlaagt in monotherapie en in combinatie met statines het<br />
LDL. Het ligt voor de hand om aan te nemen dat LDL-daling en effect op endotheelfunctie een vermindering geven van<br />
het cardiovasculair risico, maar er zijn nog geen harde eindpuntstudies beschikbaar voor ezetimibe die hier uitsluitsel<br />
over kunnen geven. Voor de combinatie van ezetimibe met simvastatine is aangetoond dat het bij chronische<br />
nierpatiënten de incidentie van ischaemisch CVA en arteriële revascularisatie reduceert, maar het is niet duidelijk wat<br />
het aandeel van ezetimibe en wat het aandeel van simvastatine bij deze uitkomst is. Geconcludeerd kan worden dat<br />
ezetimibe geregistreerd is op basis van onderzoek op surrogaatparameters en dat terughoudendheid bij het gebruik<br />
geboden is.<br />
[48] Fibraten<br />
Toepassing<br />
Als aanvulling op dieet en andere maatregelen bij: primaire hypercholesterolemie, wanneer een statine gecontraindiceerd<br />
is of niet wordt verdragen, gecombineerde dyslipidemie gekenmerkt door hypertriglyceridemie en/of een<br />
lage HDL cholesterolconcentratie [IM 2012, FK 2012].<br />
Soorten<br />
Bezafibraat, ciprofibraat, fenofibraat (icm pravastatine), gemfibrozil.<br />
Werkingsmechanisme<br />
De fibraten remmen de synthese van het VLDL-lipoproteïne in de lever en stimuleren tevens de afbraak van het VLDL.<br />
Fibraten verlagen de LDL- en triglyceridenspiegels en verhogen de HDL-spiegel [IM 2012, FK 2012]. Fibraten reduceren<br />
snel de triglyceriden(TG)-waarden met 20-35% (afhankelijk van het uitgangsniveau), het LD- cholesterol met 4-10%, en<br />
verhogen het HDL-cholesterol met ca. 9% [Saha 2010, Loomba 2010, Mc Cullough 2011].<br />
Bijwerkingen<br />
De meest voorkomende bijwerkingen zijn maagdarmstoornissen, zoals dyspepsie, obstipatie, flatulentie en hoofdpijn,<br />
vermoeidheid en duizeligheid. In combinatie met statine gebruik treden leverfunctiestoornissen en myopathie vaker op<br />
[IM 2012, FK 2012].<br />
Onderzoeken<br />
In een meta analyse is onderzocht of fibraten, vergeleken met placebo, een reductie geven van cardiovasculaire<br />
morbiditeit en mortaliteit. Men identificeerde 18 trials met in totaal ruim 45000 patiënten. De meest bestudeerde<br />
fibraten waren bezafibraat, fenofibraat en gemfibrozil. De meeste studies betroffen secundaire preventie bij mannen<br />
of diabetes patiënten. De belangrijkste resultaten waren dat fibraten het risico op het gecombineerde eindpunt<br />
hartinfarct/herseninfarct met 10% reduceerden (RR=0,90; 95% BI: 0,82-1,00). Dit bleek vooral een effect op coronair<br />
lijden (niet-fataal hartinfarct) te betreffen: het risico op herseninfarct werd niet beïnvloed. Positieve effecten op<br />
morbiditeit werden vooral gezien bij patiënten met een triglyceridenconcentratie >2 mmol/l. Fibraten hadden geen<br />
effect op totale sterfte. De conclusies zijn dat fibraten een klein effect op de reductie van cardiovasculaire<br />
morbiditeit hebben. De schatting van het effect op mortaliteit is met te veel onzekerheden omgeven om te kunnen<br />
concluderen dat fibraten ook het sterfterisico gunstig zullen beïnvloeden. Indien men met een standaard-statine-dosis<br />
niet het gewenste effect bereikt, dan is het ondersteunend bewijs voor verhoging van de statinedosis sterker dan voor<br />
het toevoegen van een fibraat [Jun 2010].<br />
In een systematische review en meta analyse is bij 5 grote trials nader onderzocht welke patiënten groepen baat<br />
kunnen hebben bij fibraten: patiënt met laag HDL-c (< 35 mg/dL), patiënten met hoge triglyceriden- spiegels (><br />
200mg/dL) of beide. Uiteindelijk werden 4671 patiënten meegenomen, die of placebo (2270) of fibraten (2401)<br />
kregen. Deze groep werd geclassificeerd als hebbende atherogene dyslipidemie, wat betekent laag HDL-cholesterol<br />
gecombineerd met hoge triglyceriden spiegels. Het grootste effect van behandeling met fibraten werd bereikt bij<br />
patiënten met of hoog triglyceridengehalte of atherogene dyslipidemie: hier bleken fibraten het cardiovasculaire risico<br />
te verminderen met 28% (95% BI: 15% - 39%; P < 0.001) of 30% (95% BI: 19% - 40%, P < 0.0001), terwijl bij de nietatherogene<br />
groep patiënten het gebruik van fibraten het cardiovasculair risico met slechts 6% verminderde (95% BI:<br />
22% - 13%, P = 0.13). De reviewers adviseren het gebruik van fibraten te richten op patiënten met hoge triglyceriden<br />
gehaltes of atherogene dyslipidemie [Bruckert 2011]. Uit een andere grote meta-analyse (25410 patiënten) kwamen<br />
dezelfde bevindingen, waarbij opgemerkt dient te worden dat de resultaten van de analyses gebaseerd zijn op data<br />
CONCEPT<br />
59