28.12.2014 Views

Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP

Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP

Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

vermindering van morbiditeit, mortaliteit en economische kosten.<br />

Het vaststellen van het beleid vindt plaats in samenspraak met de patiënt, met inachtneming van de<br />

hoogte van het risico op HVZ, de specifieke omstandigheden van de patiënt en met erkenning van diens<br />

keuzevrijheid. Het is belangrijk een goed gemotiveerde keuze te maken, omdat preventie van HVZ alleen<br />

bij langdurige therapietrouw – ten aan zien van leefstijl en farmacotherapie- effectief is. In het algemeen<br />

is de streefwaarde voor de SBD 140 mmHg en voor de LDL 2,5 mmol/l. De exacte behandeldoelen worden<br />

in overleg met iedere patiënt individueel vastgesteld en vastgelegd.<br />

Voor de identificatie richt de multidisciplinaire richtlijn (MDR) <strong>CVRM</strong> zich op twee patiëntcategorieën:<br />

patiënten met risicofactoren voor het ontstaan van HVZ en patiënten die reeds HVZ hebben [MDR <strong>CVRM</strong>].<br />

Voor patiënten zonder HVZ kunnen klachten of risicofactoren aanleiding zijn om een risicoprofiel vast te<br />

stellen. Het opstellen van een risicoprofiel kan – onder meer afhankelijk van lokale afspraken- worden<br />

aangeboden aan patiënten met een SBD≥ 140 mmHg, een totaal cholesterol ≥ 6,5 mmol/l, rokers ≥ 50 jaar<br />

of een belaste familieanamnese voor HVZ. De familieanamnese is belast als een vader, moeder, broer of<br />

zus voor het 60 e levensjaar HVZ heeft [31][32]. Ook patiënten met DM hebben een duidelijk verhoogd risico<br />

op HVZ, vergeleken met mensen zonder DM van dezelfde leeftijd en geslacht. Dit risico is meestal wel<br />

lager dan bij mensen met bestaande HVZ. Ditzelfde geldt voor patiënten met RA. Voor het schatten van<br />

het risico op – ziekte door en sterfte aan- HVZ binnen de eerstkomende 10 jaar wordt voor patiënten met<br />

DM en RA bij hun actuele leeftijd 15 jaar opgeteld [32]. In de MDR <strong>CVRM</strong> wordt doorgemaakte<br />

zwangerschapshypertensie niet apart als risicofactor benoemd, hoewel zwangerschapshypertensie bekend<br />

staat als risicofactor voor hypertensie op latere leeftijd [Maas 2011a, Drost 2010].<br />

1.3.2 Farmaceutische zorg bij <strong>CVRM</strong><br />

De apotheker draagt bij aan preventie, vroege opsporing en een veilig en effectief geneesmiddelgebruik.<br />

Zowel de initiële als de chronische behandelfase omvat meerdere generieke zorghandelingen, zoals het<br />

beoordelen van de farmacotherapie, medicatiebewaking, genees- en hulpmiddelen gereedmaken voor<br />

afleveren, ter hand stellen en patiëntbegeleiding (zie hoofdstukken 4 en 5). Ook begeleiding bij het<br />

gebruik van hulpmiddelen zoals de bloeddrukmeter kan reguliere <strong>CVRM</strong>-zorg zijn, indien dit is afgesproken<br />

met de overige zorgverleners binnen de ketenzorg. Daarnaast lost de apotheker alle overige zorgvragen<br />

van een <strong>CVRM</strong>-patiënt situationeel op.<br />

Door het verlenen van farmaceutische zorg draagt de apotheker bij aan het behalen van de algemene<br />

doelstellingen van de zorg voor <strong>CVRM</strong>. Interventies door apothekers bij patiënten met HVZ hebben een<br />

verlagend effect op de LDL cholesterolwaarde en hypertensie aangetoond [5]. Ook interventies op het<br />

gebied van leefstijl zijn effectief gebleken. Deze interventies bestonden veelal uit een combinatie van<br />

educatie, consultatiegesprekken en medicatiemanagement, al dan niet in samenwerking met andere<br />

zorgverleners.<br />

In de hoofdstukken 2 t/m 5 staan de richtlijnen voor deze farmaceutische zorghandelingen bij <strong>CVRM</strong><br />

uitgewerkt. De farmaceutische zorg voor mensen met HVZ of een verhoogd risico daarop is ingebed in de<br />

ketenzorg voor <strong>CVRM</strong>. De patiënt speelt hierin een centrale rol en dient door alle zorgverleners in de keten<br />

te worden ondersteund. Het is belangrijk dat de patiënt begrijpt wat een verhoogd cardiovasculair risico<br />

is, waaruit de behandeling bestaat, wat de prognose is, wat de betekenis is van symptomen, op welke<br />

manier leefstijl en geneesmiddelen ingrijpen op dat risico, hoe risicofactoren te beïnvloeden zijn, hoe de<br />

patiënt kan omgaan met de consequenties en emoties en hoe deze hierover effectief kan communiceren<br />

met zorgverleners, familie, collega’s (werkgever) en vrienden [Zorgst VRM].<br />

2 Preventie<br />

2.1 Universele preventie<br />

De apotheker levert met informatiemateriaal en/of informatiecampagnes een bijdrage aan<br />

maatschappelijke bewustwording over de oorzaken en gevolgen van HVZ. In de apotheek of op de<br />

apotheekwebsite is informatie beschikbaar over preventieve maatregelen die het risico op het ontwikkelen<br />

van HVZ verkleinen, zoals het verkrijgen en/of handhaven van een gezond gewicht [24], gezonde voeding<br />

[25], alcoholgebruik [27], beperking van het gebruik van zout [26] en drop [28], voldoende beweging [29],<br />

6<br />

CONCEPT

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!