28.12.2014 Views

Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP

Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP

Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De behandeling bestaat uit voorlichting, leefstijlmaatregelen, looptraining gedurende enkele maanden eventueel<br />

onder begeleiding van een fysiotherapeut, behandeling van risicofactoren voor HVZ volgens de NHG <strong>CVRM</strong> richtlijn en<br />

het gebruik van acetylsalicylzuur als trombocytenaggregatieremmer [NHG M13].<br />

[13] Dyslipidemie<br />

Een verhoogd totaalcholesterol (TC), vooral een verhoogd LDL, is een belangrijke risicofactor voor HVZ. Als daarnaast<br />

het HDL is verlaagd en de triglyceriden zijn verhoogd is er een sterk verband op het risico van HVZ. Voor het opstellen<br />

van het risicoprofiel is het belangrijk dat het lipidenspectrum wordt bepaald, dus zowel TC, HDL, LDL als triglyceriden.<br />

Bij sterk verhoogde TC (> 8 mmol/l) of LDL (> 5 mmol/l) moet gedacht worden aan familiaire hypercholesterolemie.<br />

Bij het instellen van cholesterolverlagende therapie kijkt men vooral naar de waarde van LDL, en dient bij voorkeur<br />

1,1 mmol/l<br />

[SAN]. Omdat vrouwen van nature een hoger HDL hebben dan mannen, worden ook wel seksspecifieke streefwaarden<br />

gehanteerd: > 1,2 mmol/l voor vrouwen en > 1,0 mmol/l voor mannen [Hartst 2013]. De streefwaarde voor<br />

triglyceriden is 5 mmol/l blijven. In dat geval kan het zinvol zijn<br />

om triglyceridenverlagende therapie toe te voegen, in de vorm van fibraten of nicotinezuurderivaten om het risico van<br />

pancreatitis te verlagen [ 48][50]. Bij zeer hoge triglyceridenspiegels (de literatuur noemt >6, > 11 of >17 mmol/l) is er<br />

een risico op pancreatitis [MDR <strong>CVRM</strong>].<br />

Naast HDL, LDL en triglyceriden staat ook het lipoproteine(a), Lp(a), in de belangstelling als cardiovasculaire<br />

risicofactor. Lp(a), qua grootte en dichtheid lijkend op LDL, lijkt betrokken bij de pathogenese van atherosclerose en<br />

is thrombogeen. De bepaling van Lp(a) is echter lastig, en de hoogte van Lp(a) is weinig beïnvloedbaar, bijvoorbeeld<br />

met leefstijlmaatregelen of medicamenteuze therapie. Alleen nicotinezuur heeft enig effect. Tot nu toe zijn er nog<br />

geen onderzoeken bekend waarbij verlaging van Lp(a) heeft geleid tot een reductie van het risico op HVZ [Roeters<br />

2011]. De Multidisciplinaire richtlijn <strong>CVRM</strong> beveelt het bepalen van Lp(a) niet aan, omdat de klinische waarde<br />

vooralsnog beperkt is.<br />

[14] Hartfalen als gevolg van ischaemische hartziekten<br />

Bij het beloop van ischaemische hartziekten is het functioneren van de linkerventrikel een belangrijke prognostische<br />

factor. De LVEF (linker ventrikel ejectiefractie) is een maat voor de pompfunctie van het hart en geeft aan of de<br />

ischaemie blijvende gevolgen heeft voor de pompkracht van het hart. De normale ejectiefractie is ongeveer 60%. Bij<br />

een waarde kleiner dan 45 % spreekt men van hartfalen [NHG M51]. Bij de behandeling van hartfalen hoort voorlichting<br />

over vochtinname en natriumbeperking, leefstijlmaatregelen m.b.t. bewegen, gewichtsvermindering bij obesitas en<br />

beperking alcoholgebruik. Medicamenteuze behandeling gebeurt met ACE-remmers waarvan de dosis geleidelijk aan<br />

wordt verhoogd tot de hoogst verdraagbare dosering en lisdiuretica. Als de patiënt klinisch stabiel is wordt een lage<br />

dosis bètablokker toegevoegd, waarvan de dosis ook geleidelijk wordt verhoogd tot de maximaal getolereerde dosis,<br />

tenzij er sprake is van symptomatische hypotensie, toename van vochtretentie of bradycardie (

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!