Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Geconcludeerd kan worden dat slechte statinetherapietrouw en staken van statinegebruik geassocieerd wordt met<br />
slechtere klinische uitkomsten en verhoogde cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit. Apothekers moeten zich beter<br />
bewust worden van deze effecten en hun patiënten opsporen en voorlichten om statine gebruik voort te zetten en hen<br />
inlichten over de risico’s van het staken van statines. Om volledig de voordelen van statinetherapie te benutten,<br />
moeten interventies gericht zijn op het verbeteren van de lange termijn therapietrouw.<br />
[46] Statines en beleid bij spierklachten<br />
Spierklachten die geassocieerd worden met statines komen in de praktijk bij ongeveer 10% van de gebruikers voor en<br />
zijn vaak aanleiding om het gebruik te staken, ook al zijn de klachten in veel gevallen slechts mild [Janssen 2010].<br />
Voor de dagelijkse praktijk is het belangrijk om te weten wat de mogelijkheden zijn bij statine-gerelateerde<br />
spierklachten.<br />
De adviezen uit het onderstaande algoritme/stappenplan zijn afgeleid uit diverse reviews en onderzoeken over dit<br />
onderwerp [Arca 2011, Armitage 2007, Bruckert 2005, MDR <strong>CVRM</strong>, Glueck 2006, Harper 2010, Joy 2009a, Janssen 2010,<br />
Mancini 2011, Pasternak 2002, Silva 2007, Tomaszewski 2011]:<br />
Stap 1. Inventariseer voorafgaande aan statinetherapie of er een verhoogde kans is op het ontwikkelen van<br />
spierklachten tgv statines. Risicogroepen/factoren zijn:<br />
o ouderen (mn > 80jaar), met name fragiele oudere vrouwen met laag BMI<br />
o diabeten met nierinsufficiëntie (bepaal van te voren creatinine en albuminurie)<br />
o mensen die een zware operatie in het ziekenhuis ondergaan<br />
o persoonlijke of familiaire geschiedenis met spierproblemen/klachten, erfelijk of<br />
o statine/fibratengerelateerd (bepaal van te voren CK-concentratie)<br />
o alcoholisten (: bepaal van te voren ALAT en ASAT)<br />
o gebruik van comedicatie die interactie geeft met bepaalde statines (zie paragraaf 4.2.1)<br />
o inname grapefruit(sap)<br />
o Houd deze patiënten extra goed in de gaten mbt spierklachten en/of begin met lagere startdosering<br />
Stap 2. Sluit bij ontwikkelen van spierklachten de oorzaak tgv andere aandoeningen uit zoals –zware- lichamelijke<br />
inspanning, hypothyreoïdie (bepalen TSH), lever- en nierschade (albuminurie, creatinine, ALAT en ASAT), vitamine D-<br />
deficiëntie.<br />
o probeer deze oorzaken te beïnvloeden (zoals alcoholisme, lichamelijke inspanning, comedicatie, gebruik<br />
grapefruit, behandeling hypothyreoïdie/leverfunctiestoornis/nierfunctiestoornis/diabetes mellitus)<br />
Stap 3. Sluit bij melding spierklachten uit dat deze gerelateerd zijn aan statinegebruik:<br />
o Stop met de statine en wacht af tot spierklachten verdwenen zijn (gem. 2 maanden, kan tot 6 maanden<br />
aanhouden). Bepaal alleen bij verdenking op toxiciteit of bij ernstige spierklachten de CK-concentratie.<br />
o Herstart hierna met – een lagere dosis van- dezelfde statine of met een andere statine (de kans is ca 40% dat<br />
een andere statine geen klachten geeft). Spierklachten van statines zijn dosisgerelateerd, maar niet<br />
gerelateerd aan reductie van het LDL-cholesterol. Een lagere dosis van een meer potente statine kan dus<br />
minder myopathie risico geven dan een hogere dosis van een minder potente statine [Alsheikh-Ali 2007,<br />
Jacobson 2008].<br />
o Probeer -indien klachten terugkomen tijdens proberen van verschillende statines (in lagere doses)- een<br />
alternatief doseerschema van een langwerkend statine: atorvastatine 10-20mg of rosuvastatine 5-10mg, om<br />
de dag of wekelijks [Backes 2008, Joy2009b]. Nadelen: er wordt minder sterke LDL-reductie behaald in<br />
vergelijking met dagelijkse dosering en er is nog niet bewezen dat deze doseerregimes reductie geven van<br />
cardiovasculaire gebeurtenissen.<br />
Stap 4. Bij aanhoudende spierklachten of niet bereiken van streefwaarde kan de combinatie van een lage dosis statine<br />
met een andere lipidenverlager geprobeerd worden. Een andere optie is monotherapie van laatstgenoemde<br />
lipidenverlagers als alternatief voor statines. Terughoudendheid met het toepassen van deze middelen is echter<br />
aanbevolen, aangezien is er slechts beperkt of onvoldoende bewijs is dat LDL verlagende middelen de incidentie van<br />
HVZ verlagen [47][48][49][50][51].<br />
Vervolgens worden er in de praktijk een aantal strategieën toegepast, die puur op de bestrijding van de symptomen<br />
gericht zijn:<br />
5. vitamine D: er is nog onvoldoende bewijs voor de aanname dat vitamine D standaard gebruikt kan worden bij de<br />
preventie en behandeling van myopathieën. Echter: aangezien lage vitamine D-spiegels gerelateerd kunnen zijn aan<br />
spierklachten, is het verdedigbaar om bij aanhoudende spierklachten de vitamine D-spiegel te bepalen en suppletie te<br />
proberen bij patiënten met vitamine D-deficiëntie of verminderde vitamine D-spiegels [Caso 2007, Backes 2011, Bell<br />
2010, Gupta 2011, Mancini 2011, Tomaszewski 2011]<br />
6. Coenzym Q10: hoewel er wel aanwijzingen maar nog onvoldoende bewijzen zijn dat suppletie van coenzym Q10<br />
werkzaam is bij spierklachten tgv statine gebruik, kan dit –gezien het gunstige veiligheidprofiel- geprobeerd worden<br />
bij patiënten waarbij de spierproblemen niet op een andere manier onder controle gekregen worden [Marcoff 2007,<br />
Mancini 2011, Nielsen 2011].<br />
7. Vitamine E: er is geen bewijs van het nut van suppletie van vitamine E, dus dit wordt afgeraden [Caso 2007].<br />
CONCEPT<br />
57