28.12.2014 Views

Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP

Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP

Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

verminderen van stress en stoppen met roken [30].<br />

De apotheker maakt duidelijk welke ondersteuning hij kan bieden of verwijst naar specifieke<br />

zorgverleners. Indien voor farmacotherapeutische ondersteuning bij stoppen met roken of afvallen wordt<br />

gekozen, draagt hij zorg voor de begeleiding.<br />

2.2 Selectieve preventie<br />

In Nederland zijn honderdduizenden niet-gediagnosticeerde <strong>CVRM</strong>-patiënten. Door het inzetten van een<br />

instrument voor risicoanalyse (vragenlijst) in combinatie met de mogelijkheid tot meting van bloeddruk,<br />

lipiden, bloedglucosewaarden en nierfunctie kunnen mensen met een verhoogd risico op HVZ worden<br />

opgespoord [NHG M96].<br />

De eenvoudige vragenlijst (met vragen over leeftijd, BMI, middelomtrek, roken, HVZ en/of diabetes bij<br />

familieleden) identificeert personen ouder dan 30 jaar met een mogelijk verhoogd risico op HVZ, diabetes<br />

type 2 en chronische nierschade. Indien, na berekening van de score, de drempelwaarde wordt bereikt,<br />

adviseert de apotheker altijd de huisarts te consulteren voor nadere bepaling van bloeddruk en<br />

laboratoriumwaarden [31]. Uit de scoretabel blijkt dat alle mannen boven de 60 en alle vrouwen boven de<br />

65 jaar op grond van hun leeftijd in aanmerking komen voor een preventief consult bij de huisarts. Indien<br />

de apotheker de mogelijkheid biedt tot bloeddrukmeting, meting van bloedglucosewaarden en/of lipiden,<br />

biedt hij deze de apotheekbezoeker aan bij het bereiken van de drempelscore van de risicotest<br />

[21][22][23].<br />

Indien de bloeddruk hoger is dan 140 mmHg, de bloedglucosewaarde hoger is dan de grenswaarde (nuchter<br />

6,0 mmol/l of niet-nuchter 7,8 mmol/l) of de totale cholesterolwaarde hoger is dan 6,5 mmol/l adviseert<br />

de apotheker de apotheekbezoeker om zich te wenden tot de huisarts [21][22] [23]. Bij apotheekbezoekers<br />

bij wie uit de risicoanalyse een verhoogd risico blijkt, is extra aandacht voor de in 2.1 genoemde<br />

preventieve maatregelen op zijn plaats.<br />

3 Behandelingsovereenkomst<br />

3.1 Overeengekomen zorg<br />

Tijdens een intakegesprek met patiënten die zich in de apotheek komen inschrijven, of bij het moment<br />

van de uitgifte van het eerste geneesmiddel voor (de preventie van) HVZ, krijgen patiënten uitleg over het<br />

zorgaanbod van de apotheek voor mensen met (risico op) HVZ. Deze uitleg wordt ondersteund met<br />

schriftelijk informatiemateriaal. De apotheker overlegt met de patiënt over de individueel benodigde en<br />

gewenste zorg en legt de overeengekomen zorg vast in het patiëntendossier en – indien aanwezig en<br />

gewenst- in het individueel zorgplan. Afhankelijk van de behoefte van de patiënt wordt – gevraagd en<br />

ongevraagd- bij latere zorgmomenten teruggekomen op het zorgaanbod [2].<br />

3.2 Patiëntendossier<br />

Voor de farmaceutische zorgverlening is het aanleggen en onderhouden van een patiëntendossier conform<br />

de <strong>KNMP</strong>-richtlijn ‘Patiëntendossier’ noodzakelijk. De apotheker is medeverantwoordelijk voor een actueel<br />

en compleet patiëntendossier. De apotheker registreert alle noodzakelijke patiëntenkenmerken, de aan de<br />

patiënt verleende farmaceutische zorg en alle met de patiënt gemaakte afspraken.<br />

Indien het voor de te verlenen zorg noodzakelijk is, zorgt de apotheker ervoor de beschikking te hebben<br />

over de volgende gegevens, waarvan – lokaal/ in de zorggroep- is vastgesteld dat ze van belang zijn voor<br />

alle bij een <strong>CVRM</strong>-patiënt betrokken behandelaars:<br />

Algemene gegevens met betrekking tot de <strong>CVRM</strong>-behandeling: wie de behandelaren zijn, welke<br />

controles er plaatsvinden (jaarcontrole, zelfcontrole), wat de persoonlijke behandeldoelen in het<br />

individuele zorgplan zijn en of de patiënt in bezit is van een bloeddrukmeter.<br />

Medische gegevens met betrekking tot HVZ: maand en jaar waarin de diagnose gesteld is, aard van<br />

de HVZ (zoals CVA, MI, trombose, aneurysma), aanwezigheid van andere risicofactoren voor harten<br />

vaatziekten, zoals roken [30] en alcoholgebruik [27], ziekenhuisopnames of accidenten die<br />

gerelateerd zijn aan <strong>CVRM</strong> medicatie (zoals gastro intestinale bloedingen)[HARM-W].<br />

Gegevens voor monitoring van de behandeldoelen: bloeddruk, hartfrequentie, BMI, nierfunctie,<br />

natrium en kalium, bloedglucose- en lipidenwaarden.<br />

Gegevens voor de begeleiding van zelfmanagement: inzicht in veilig gebruik van medicatie,<br />

therapietrouw, deelname aan een vastenperiode ( zie 5.1.4).<br />

CONCEPT<br />

7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!