Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Keuze antihypertensiva<br />
De behandelaar kiest voor een antihypertensivum uitgaande van comorbiditeit, leeftijd, specifieke<br />
patiëntkenmerken, interacties, contra-indicaties, potentiële bijwerkingen en eerdere ervaring van de<br />
patiënt met bloeddrukverlagende middelen ( zie ook 1.2.1 voor hypertensie bij 80 plussers).<br />
Indien de patiënt niet - vanwege specifieke klinische condities- onder een ‘speciale groep’ valt, wordt het<br />
volgende stappenplan geadviseerd, totdat de streefwaarde ( SBD< 140 mmHg) bereikt is:<br />
1. Start met thiazide diureticum [39] of calciumantagonist [38]<br />
2. Voeg ACE-remmer of angiotensine receptorblokker (ARB) toe [40]<br />
3. Combineer thiazidediureticum, ACE-remmer (of ARB) en calciumantagonist [38][39][40]<br />
4. Indien onvoldoende bloeddruk daling: overweeg therapieresistente hypertensie<br />
De voorkeur gaat uit naar combinaties van renine-angiotensinesysteem (RAS)-afhankelijke<br />
bloeddrukverlagers (ACE-remmers, ARB’s en bètablokkers [37]) met RAS-onafhankelijke bloeddrukverlagers<br />
(diuretica en calciumantagonisten). Soms kan direct met combinatie therapie gestart worden, als de<br />
bloeddruk sterk verhoogd is [41].<br />
Indien de patiënt onder een ‘speciale groep’ valt, worden andere antihypertensiva als eerste keus<br />
geadviseerd (zie tabel 1).<br />
Ongeacht de hoogte van de bloeddruk zijn bètablokkers geïndiceerd bij patiënten met manifeste coronaire<br />
ziekte en hartfalen en zijn ACE-remmers geïndiceerd na coronaire revascularisatie, een hartinfarct en bij<br />
hartfalen. Deze worden ook bij een normale bloeddruk voorgeschreven naast andere interventies (leefstijl,<br />
medicatie) [37][40].<br />
Bloeddrukverlagende behandeling kan ook overwogen bij patiënten die een CVA of TIA hebben<br />
doorgemaakt en een SBD 140 mmHg blijft, ondanks voldoende<br />
therapietrouw en ondanks adequate dosering van drie verschillende antihypertensiva. In dat geval wordt<br />
aanpak van de hypertensie via een speciaal stappenplan geadviseerd, waarbij onder meer aandacht<br />
besteed wordt aan leefstijlfactoren (zoals hoge alcohol- en zoutinname), het stoppen of verminderen van<br />
potentiële bloeddrukverhogers en/of het toevoegen van een aldosteronantagonist [42][65].<br />
Tabel 1: Voorkeursmedicatie bij specifiek kenmerken of condities [MDR <strong>CVRM</strong>]<br />
Kenmerk/conditie Voorkeursmedicatie ( separaat of in combinatie)<br />
Jonge leeftijd (< 50 jaar) - 1. ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)<br />
- 2. Toevoegen bètablokker (als verdragen)<br />
- 3. Toevoegen diureticum of calciumantagonist<br />
Oudere leeftijd (> 70 jaar) - Diureticum, calciumantagonist en/of Ace remmer (bij<br />
kriebelhoest ARB). Keuze op basis van comorbiditeit en<br />
comedicatie<br />
Chronisch, stabiel hartfalen - 1. ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)<br />
- 2. Toevoegen diureticum<br />
- 3. Toevoegen bètablokker<br />
Chronische nierschade<br />
(incl microalbuminurie)<br />
Diabetes Mellitus (zonder<br />
microalbuminurie)<br />
- ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)<br />
- 1. Thiazide diureticum<br />
- 2. Toevoegen ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)<br />
- 3. Toevoegen calciumantagonist<br />
Atriumfibrilleren - Bètablokker<br />
Astma/COPD - Diureticum<br />
Negroïde afkomst - 1. Calciumantagonist of diureticum<br />
- 2. calciumantagonist en diureticum<br />
Keuze cholesterolverlagers<br />
CONCEPT<br />
9