Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
EFFECTEN LEEFSTIJL<br />
[24] Gewicht en afvallen<br />
In de periode 2005-2006 had ongeveer de helft van de mannen en vrouwen in Nederland overgewicht, waarvan 10 %<br />
ernstig overgewicht (BMI> 30kg/m 2 ) [Hartst 2009].<br />
Gewichtsreductie beïnvloedt verschillende risicofactoren voor HVZ: BMI, middelomtrek, lipiden, bloeddruk.<br />
In een Nederlands prospectief bevolkingsonderzoek bij meer dan 20.000 mannen en vrouwen van 20-65 jaar was het<br />
risico op fatale HVZ bij mensen met een BMI van 30 kg/m 2 4 maal verhoogd en het risico op niet-fatale HVZ verdubbeld<br />
vergeleken met mensen met normaal gewicht. Bij mensen met een BMI van 25 kg/m 2 en meer was ruim de helft van de<br />
fatale en een kwart van de niet-fatale HVZ mede toe te schrijven aan overgewicht [Dis van 2009, Visscher 2010, NHG<br />
M96].<br />
Uit onderzoeken blijkt dat iedere kilo afname in lichaamsgewicht geassocieerd is met een toename van HDLcholesterol<br />
met 0,01 mmol/l [Dattilo 1992]. Afname van het lichaamsgewicht met 3-9 % leidde tot reductie van zowel<br />
systolische als diastolische bloeddruk [Mulrow 2000]. Of gewichtsreductie ook daadwerkelijk zorgt van een afname van<br />
het risico op HVZ is nog niet aangetoond in klinische trials. Wel is bij patiënten met diabetes aangetoond dat<br />
gewichtsverlies leidt tot verminderde sterfte [MDR <strong>CVRM</strong>].<br />
De behandeling van overgewicht bestaat uit gecombineerde leefstijlinterventies (dieet-, bewegings- en<br />
gedragsstrategieën) gedurende minimaal 1 jaar, gevolgd door langdurige begeleiding gericht op gewichtsbehoud of<br />
verdere gewichtsvermindering. Gestreefd wordt naar een gewichtsverlies van minimaal 5 % bij volwassenen na 1 jaar<br />
en een afname van de buikomvang van minimaal 10 % [NHG M95].<br />
De huisarts zal de patiënt met obesitas en een verhoogd risico op HVZ veelal naar de diëtist doorverwijzen om<br />
adequate begeleiding te geven op het gebied van voeding en afvallen. De apotheker ondersteunt het zelfmanagement<br />
van de patiënt door de kennis van de patiënt te vergroten op het gebied van afvallen en gezond eten en adviseert de<br />
patiënt hierover.<br />
Afvallen<br />
Omdat niet iedereen met hetzelfde dieet even effectief afvalt, zijn er verschillende diëten gangbaar: energiebeperkt<br />
(beperking van koolhydraten, vet en alcohol op basis van de richtlijn goede voeding), laag-vet dieet (alleen beperking<br />
in vet, niet in koolhydraten of alcohol), hoog eiwit-laag-koolhydraat dieet (Atkins, Montignac, dr Frank), laag-calorisch<br />
dieet (maaltijdvervangers) en een zeer laag-calorisch dieet (op basis van maaltijdvervangers met hoog eiwit, laag<br />
koolhydraat en zeer laag vet). Overigens is het gewichtsverlies bij de diverse dieetvormen gelijkwaardig bij een BMI<br />
van 25 of hoger [Binsbergen 2010, NHG M95].<br />
Dieetadviezen, gecombineerd met verhoging van de lichamelijke activiteit en gedragsondersteuning leidt bij mensen<br />
met diabetes op de lange termijn tot meer gewichtsverlies, meer verlaging van het HbA 1C en reductie van<br />
cardiovasculaire risicofactoren dan elk van deze adviezen afzonderlijk [NDF 2010].<br />
[25] Gezonde voeding<br />
Verandering van voedingsgewoonten hebben een gunstig effect op bloedlipiden. Het is mogelijk door vervanging van<br />
verzadigde vetzuren door onverzadigde vetzuren een cholesteroldaling met 10 tot 20 % te bereiken. Hoge doses<br />
visvetzuren kunnen het gehalte triglyceriden met 25-35 % laten dalen. Het toevoegen van plantensterolen of-stanolen<br />
aan voeding kan leiden tot een daling van het LDL-cholesterol van 10% en van het totaalcholesterol van 7,5% [Hartst<br />
2009].<br />
Gezonde voeding om het risico op HVZ te verlagen omvat de volgende adviezen:<br />
Gebruik minder dan 10 energieprocent verzadigd vet en minder dan 1 energieprocent transvet, om het<br />
cholesterolgehalte te verlagen. Verzadigd vet en transvet verhogen het LDL en transvet verlaagt het HDLcholesterol<br />
en verhoogt triglyceriden. Verzadigde vetten en transvetten zitten in harde vetten, vet vlees en<br />
vleeswaren, vette kaas en volle melkproducten, koffiecreamer, snacks, gebak en koekjes [MDR <strong>CVRM</strong>]. Het<br />
gebruik van voedingsmiddelen met plantensterolen en –stanolen verlagen het LDL; bij gebruik van 2 gram<br />
sterolen of stanolen toegevoegd aan 25 gram margarine per dag daalt het LDL gemiddeld met 0,5 mmol/l<br />
[Law 2000].<br />
Eet 2 porties (100-150 gram) vis per week, waarvan 1 portie vette vis. Vette vis, zoals zalm, makreel en<br />
haring, bevat omega-3-vetzuren. Vis verlaagt het risico op coronaire hartziekten en CVA [He 2004]. Of het<br />
gebruik van vis (-oliesupplementen) door HVZ- patiënten het risico op een recidief verlaagt is onderwerp van<br />
discussie. In een onderzoek onder 2501 HVZ- patiënten tussen 45 en 80 jaar bleek het gebruik van<br />
visoliesupplementen niet zinvol [Galan 2010, Kerst 2011]. Ook uit een recentere meta analyse bleek geen<br />
meerwaarde van suppletie [ 51].<br />
<br />
Gebruik 150-200 gram groente en 200 gram fruit per dag. Het gebruik van voldoende groente en fruit laat SBD<br />
dalen met gemiddeld 4 mmHg [John 2002]. Er is berekend dat als iedereen in Nederland aan deze<br />
voedingsnorm zou voldoen, dat ongeveer 7000 (groente) resp. 12000 (fruit) gevallen van HVZ zou voorkómen<br />
[Kreijl 2004].<br />
Patiënten met bestaande HVZ die een gevarieerde gezonde voeding gebruiken, reduceren hun kans op sterfte als<br />
gevolg van HVZ met gemiddeld 45% [Iestra 2005]. Om het gunstige effect van gezonde voeding bij patiënten met HVZ<br />
te bereiken is begeleiding door een diëtist aan te bevelen.<br />
CONCEPT<br />
37