Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
interventie [NHG M80]. Waar vroeger werd gedacht dat instabiele angina pectoris een tussenstation was op weg naar<br />
chronische stabiele angina pectoris en acuut hartinfarct, is nu uit onderzoeken bekend dat deze syndromen een zelfde<br />
pathofysiologische oorzaak hebben, maar verschillen in mate van trombose en embolie verderop in de bloedvaten<br />
[Bertrand 2002].<br />
De oorzaak van een ACS is meestal een acute afname of blokkade van de coronaire doorbloeding. Dit is doorgaans het<br />
gevolg van een ruptuur van een instabiele atherosclerotische plaque of erosie van de endotheelwand in combinatie<br />
met lokale trombose. De plaqueruptuur of erosie activeert het stollingssysteem ter plaatse, wat onder meer leidt tot<br />
trombocytenaggregatie op de geruptureerde plaque of erosie. Een volledige blokkade veroorzaakt transmurale<br />
ischaemie, op het ECG zichtbaar als een ST-elevatie. Dit wordt binnen enkele uren gevolgd door myocardnecrose (STelevatie<br />
myocard infarct: STEMI).<br />
Als er geen volledige of een intermitterende afsluiting is ontstaat er geen transmurale ischaemie. Het ECG kan dan een<br />
ST-depressie vertonen of slechts aspecifieke afwijkingen. Het ECG kan zelfs normaal zijn.<br />
Mensen met een acuut coronair syndroom presenteren zich met toenemende klachten van pijn op de borst, achter het<br />
borstbeen gelegen of in de linkerarm, uitstralend naar armen, schouder, hals of kaken. Maar soms is er geen pijn, of<br />
wordt deze overschaduwd door benauwdheid, duizeligheid, vermoeidheid, onrust of zwaktegevoel (zie noot verschillen<br />
in symptomen van ACS).<br />
Behandeling is erop gericht om pijn te bestrijden en de zuurstofvoorziening van de hartspier te herstellen.<br />
Nitroglycerinespray, zuurstoftoediening en morfine of fentanyl intraveneus zijn hiervoor aangewezen. Verder is het<br />
nodig om patiënten die nog geen acetylsalicylzuur gebruiken een oplaaddosis van 180 tot max. 320 mg<br />
acetylsalicylzuur te geven, ook de patiënten die Vitamine K antagonisten gebruiken. Bij een bradycardie en neiging tot<br />
cardiogene shock dient 0,5 mg atropine i.v. te worden gegeven. Bij aankomst in het ziekenhuis vindt, afhankelijk van<br />
het ECG, een spoed PCI/CABG plaats. De cardioloog stelt de patiënt in op medicatie voor de langere termijn [NHG<br />
M80].<br />
Secundaire preventie na een hartinfarct omvat het gebruik van antithrombotica [53][56][57], bètablokkers [37], ACEremmers<br />
[40] en statines [43] om de kans op een recidief infarct te verkleinen en de mortaliteit op de lange termijn te<br />
verlagen [MDR <strong>CVRM</strong>]. Bètablokkers en ACE-remmers worden toegepast ongeacht de hoogte van de bloeddruk, en<br />
statines worden toegepast ongeacht de hoogte van TC en LDL. Het preventieve effect van bètablokkers is het best<br />
onderzocht voor metoprolol [<strong>KNMP</strong> Kennisb][37]. De preventieve werking van RAS-remmers is niet alleen het gevolg<br />
van hun effectiviteit bij hartfalen, maar blijkt ook te bestaan voor patiënten met HVZ zonder hypertensie of hartfalen,<br />
bijvoorbeeld bij angina pectoris of na een MI. ACE-remmers en angiotensine-II-antagonisten verlagen het risico op een<br />
recidief met gemiddeld 20% [Yusuf 2000, Fox 2003].<br />
[8] Verschillen in symptomen van ACS<br />
Steeds meer wordt duidelijk dat er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen, niet alleen in de presentatie van de<br />
klachten van ischaemische hartziekten, maar ook in het onderliggende pathofysiologische proces [Maas 2011a]. Zo<br />
komen plaque erosies vaker voor bij jonge vrouwen met acuut coronair syndroom, terwijl plaque rupturen meer bij<br />
mannen en oudere vrouwen voorkomen. Bij vrouwen met een acuut coronair syndroom worden vaker open<br />
coronairvaten aangetroffen dan bij mannen. Waarschijnlijk speelt bij vrouwen de aanwezigheid van micro-embolieën<br />
in de kleinere coronairvaten een grotere rol bij het ziekteproces. Ook blijkt de vaatwand van de halsarteriën bij<br />
vrouwen bij meting met behulp van echo (Intima Media Thickness) minder verdikt dan bij mannen, waardoor<br />
atherosclerose minder snel wordt opgemerkt. Bij mannen < 60 jaar komt ACS 4x vaker voor dan bij vrouwen in<br />
dezelfde leeftijd. Vrouwen met angina pectoris hebben vaker dan mannen klachten die in rust niet verdwijnen.<br />
Bovendien presenteren vrouwen de klachten vaak gecombineerd met dyspnoe, moeheid, misselijkheid en duizeligheid<br />
bij inspanning. Hierdoor wordt de diagnose bij vrouwen bemoeilijkt. Het tijdsinterval tussen het ontstaan van de<br />
klachten en de aankomst in het ziekenhuis is bij vrouwen significant langer dan bij mannen. Dit draagt bij aan de<br />
hogere sterfte aan ACS onder vrouwen