Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Richtlijn CVRM feb2013 - KNMP
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
kan bereikt worden met atorvastatine 80mg/dag en rosuvastatine 40mg/dag. Alhoewel ernstige bijwerkingen niet veel<br />
voorkomen, komen ze vaker voor bij hogere doses ( zie hieronder). Simvastatine 80mg/dag wordt niet goed verdragen<br />
vanwege de hoge incidentie van bijwerkingen, zoals myopathie (26x hoger dan bij 20mg simva per dag), waardoor de<br />
therapie trouw in het geding komt [Law 2003, Weng 2010, Silva 2007, zie ook tabel 11 MDR <strong>CVRM</strong>]. Het is gebleken dat<br />
intensieve statine therapie (> 40% LDL reductie) weliswaar meer reductie geeft van niet-fataal myocardinfarct,<br />
revascularisatie en CVA dan standaard statine therapie (< 40% LDL reductie), maar het verschil in dosering van statines<br />
blijkt geen invloed te hebben op de sterfteaantallen. Hiermee lijkt het voordeel van intensieve statine therapie<br />
beperkt te worden tot –slechts- reductie van het aantal niet-fatale gebeurtenissen [Ribeiro 2011, Spector 2011].<br />
Geconcludeerd kan worden dat statines effectief zijn bij de preventie van HVZ en in vergelijkbare doses therapeutisch<br />
equivalent in het verlagen van het LDL cholesterol.<br />
Onderzoeken naar veiligheid<br />
De incidentie van spiergerelateerde problemen bij statine gebruikers ligt bij klinische studies (5-10%) lager dan in de<br />
dagelijkse praktijk (ca 20%). Dit verschil is waarschijnlijk te verklaren door de patiëntselectie bij klinische trials,<br />
waardoor geen ouderen, alcoholgebruikers, polyfarmacie en minder vrouwen worden onderzocht [Maningat 2011,<br />
Weng 2010, MDR <strong>CVRM</strong>]. Spierklachten zonder CK (serum creatinekinase) –stijging komen vaak voor [McClure 2007,<br />
MDR <strong>CVRM</strong>]. CK-stijging tot 3 keer de bovengrens van de normaalwaarde is klinisch niet relevant en treedt bij 1% tot<br />
2% van de statinegebruikers op [Armitage 2007]. De kans op rhabdomyolyse (ernstige myopathie waardoor nierschade<br />
kan ontstaan) is, zeker bij standaard doseringen van statines, zeer klein (0,44% per 100 patiëntjaren) [Graham 2004,<br />
Baigent 2005, MDR <strong>CVRM</strong>]. De kans op spierklachten verschilt per statine en neemt toe bij hogere doseringen of bij<br />
gebruik van comedicatie die interacties met statines kan aangaan [Armitage 2007, Weng 2010, AlSheikh-ali 2007, Josan<br />
2008, MDR <strong>CVRM</strong>] [46]. Spiergerelateerde problemen gaan gewoonlijk voorbij binnen 2 maanden na staken van het<br />
statine [Gillett 2011].<br />
Afwijkende leverfuncties worden vaak in verband gebracht met het gebruik van statines, maar komen slechts bij 0,1%<br />
tot 1,5% van de statinegebruikers voor, wat ongeveer gelijk is aan patiënten die placebo gebruiken [Armitage 2007,<br />
MDR <strong>CVRM</strong>, Gillett 2011]. Een dosisafhankelijke stijging van de transaminasen kan optreden, meestal gering,<br />
asymptomatisch en klinisch niet relevant. Patiënten met transaminasespiegels die niet hoger zijn dan 3 keer de upper<br />
limit of normal, kunnen doorgaan met het gebruik van statines: meestal lossen de verhogingen spontaan op. Bij een<br />
stijging van de transaminasen die groter is dan 3 keer de bovengrens van de normaalwaarde kan men de statine<br />
toediening staken. Na staken van de statine normaliseren de verhoogde transaminasen in het algemeen [Armitage<br />
2007, Chalres 2005, Davidson 2007, Joy 2009a, Josan 2008, MDR <strong>CVRM</strong>, Gillett 2011]. Co-existerende verhogingen van<br />
transaminase spiegels, die het gevolg zijn van NAFDL (= non alcoholic fatty liver disease) of stabiele virale hepatitis B-<br />
en C- infecties, zijn geen contra indicaties voor statine gebruik [Gillett 2011].<br />
De veiligheid van chronisch statine gebruik ten opzicht van kanker lijkt gunstig te zijn: uit data 6 jaar na de follow-up<br />
van de HPS studie blijkt dat een langdurige behandeling met statines niet gepaard gaat met een verhoogde kans op<br />
kanker [HPS 2011a]. Ook bij andere grote analyses van statinegebruikers werd geen relatie gevonden tussen statine<br />
gebruik en een verhoogd risico op kanker [Marelli 2011, Baigent 2005].<br />
Het blijkt dat langdurig behandelen met statines het risico op diabetes mellitus licht verhoogt (OR 1,09 ; 95% BI 1,02-<br />
1,17). Dat betekent in absolute zin dat er één extra geval van nieuwe diabetes is per 255 patiënten die gedurende vier<br />
jaar een statine gebruiken [Sattar 2010]. Dit verhoogde risico is echter gering vergeleken met de (berekende)<br />
verminderingen van het aantal cardiovasculaire incidenten, ongeveer in een verhouding van één op negen. Bij<br />
secundaire preventie van cardiovasculaire aandoeningen lijkt de winst van statines op te wegen tegen de geringe<br />
verhoging van de kans op het ontstaan van diabetes (NNH is groter dan NNT). Men dient echter wel bedacht te zijn op<br />
deze bijwerking [Preiss 2011].<br />
Statines zijn volgens de huidige richtlijnen (MDR <strong>CVRM</strong>) geïndiceerd na een cerebrovasculaire gebeurtenis (CVA/TIA)<br />
[11]. Een meta-analyse uit 2007 laat zien dat de statines de kans op ischaemische beroerte enerzijds duidelijk verlagen<br />
(RR 0,79, 95% BI 0,63-0,99), maar anderzijds de kans op een hemorragische beroerte –niet significant- verhogen (RR<br />
1,11, 95% BI 0,77-1,60) [Henyan 2007]. Deze associatie tussen statinegebruik en hersenbloedingen is de laatste jaren<br />
nader onderzocht. In 2011 is een zogenaamde decision analyse gemaakt die ingaat op de vraag of je<br />
statinebehandeling mag geven aan mensen die een historie van intracerebrale bloeding (= ICH) hebben. De conclusie<br />
van de onderzoekers is dat het vermijden van statines overwogen moet worden bij patiënten met een hersenbloeding<br />
in de historie, met name in die gevallen dat het lobair gelokaliseerd is [Westover 2011]. Uit de resultaten van 2 andere<br />
grote onderzoeken naar de associatie tussen statinegebruik en hersenbloedingen, blijkt dat als er na een ischaemische<br />
CVA (herseninfarct, TIA) gestart wordt met een statine, er geen verhoogd risico is op hersenbloedingen [Hackam 2011,<br />
Hackam 2012].<br />
Geconcludeerd kan worden dat het zinvol lijkt om te overwegen geen statines te geven na een hersenbloeding.<br />
Conclusie: Het langdurig gebruik van statines heeft over het algemeen een gunstig veiligheidsprofiel.<br />
Onderzoeken naar LDL streefwaarde<br />
CONCEPT<br />
53