10.07.2015 Views

Licht op het GEB - Jan van den Noort homepage

Licht op het GEB - Jan van den Noort homepage

Licht op het GEB - Jan van den Noort homepage

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

9. Elektriciteit overvleugelt gaslantaarns(x 1000)gasverbruik(x 1miljoen m 3 )kolen(x 1000 kilo)100Straatverlichting te Rotterdam (1887-1990)153brandstofverbruik per straatlantaarn(in kilo kolen per jaar)gewone gaslantaarnsgaslantaarns75gasgloeilichtlantaarnselektrische lantaarnselektrische lantaarns102verbruik <strong>van</strong> gas tbv de straatverlichting5051250001880 1890 1900 1910 1920 1930 19401950 1960 1970 1980 19901900 1910 1920 1930Fig. 47. In de jaren na de Eerste Wereldoorlog werd de Rotterdamsestraatverlichting met gaslantaarns in snel tempo ver<strong>van</strong>gen doorelektrische straatverlichting.Fig. 48. Gas en elektriciteit wer<strong>den</strong> beide geproduceerd met behulp<strong>van</strong> kolen. Het elektriciteitsbedrijf had echter minder kolen nodig voordezelfde hoeveelheid licht en werd daarom <strong>van</strong>af 1925 belast met dezorg voor de <strong>op</strong>enbare verlichtingKousjes en zelfwerkersAls we de straatverlichting <strong>van</strong> Rotterdam anno1992 vergelijken met die <strong>van</strong> rond 1800, dan vallentwee zaken onmiddellijk <strong>op</strong>. In <strong>het</strong> begin <strong>van</strong> <strong>den</strong>egentiende eeuw brand<strong>den</strong> veel minder lantaarnsin de Maasstad dan <strong>van</strong>daag de dag, bovendien werdRotterdam twee eeuwen gele<strong>den</strong> nog verlicht doorkaarsen en olielampen. Straatlantaarns <strong>op</strong> elektriciteitwaren nog in geen vel<strong>den</strong> of wegen te bekennenen gaslantaarns wer<strong>den</strong> pas in 1835 in de Maasstadontstoken.Met de komst <strong>van</strong> <strong>het</strong> steenkoolgas verdwenen dekaarsen en olielampen geleidelijk uit <strong>het</strong> straatbeeld.In 1861 waren er nog slechts acht lantaarns die <strong>op</strong>olie brand<strong>den</strong>. Toch zou <strong>het</strong> nog tot 1929 duren eerde laatste werd gedoofd. Het is niet uitgesloten datde ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> plantaardige olie door petroleumertoe heeft bijgedragen dat de olielamp <strong>het</strong> nog zolang heeft uitgehou<strong>den</strong> in de Maasstad. De olielampheeft haar lange adem echter vooral te danken aaneen andere omstandigheid. Door de annexatie <strong>van</strong>buurgemeenten zonder gasfabriek bleef <strong>het</strong> aantalolielampen <strong>op</strong> peil. Want hoewel Rotterdam er devoorkeur aan gaf de hele stad met gas te verlichten,was dat niet altijd onmiddellijk te realiseren.Olielicht was bovendien bijzonder geschikt voortijdelijk verlichting. Aan de Heij bijvoorbeeld,die tegenwoordig Heijplaat heet, wer<strong>den</strong> alleen's winters olielantaarns geplaatst. Van eind maarttot begin oktober werd de tijdelijke verlichting weer<strong>op</strong>geborgen. 248Tegenover olie en kaarsen had gas duidelijk voordelen.Die voorsprong werd nog vergroot door deuitvinding <strong>van</strong> <strong>het</strong> gaskousje en de introductie <strong>van</strong><strong>het</strong> gasgloeilicht. Uit een proef met gasgloeilichtin enkele lantaarns aan de Wijnhaven bleek dat degaskousjes zeer kwetsbaar waren: 'De verlichtingvoldeed wel, vooral wanneer de kousjes nieuw119120119-120

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!