13.07.2015 Views

Richtlijn: Niet-kleincellig longcarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel

Richtlijn: Niet-kleincellig longcarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel

Richtlijn: Niet-kleincellig longcarcinoom (2.0) - Kwaliteitskoepel

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Richtlijn</strong>: <strong>Niet</strong>-<strong>kleincellig</strong> <strong>longcarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>)Fournel 2005 783 205 56 56 35 23Belderbos 2007 784 158 56 69 39 34 29 22Meta-analyseAupérin 2010 785 1205 36 30 24 18Conclusies:Bij patiënten met stadium IIIA/IIIB NSCLC en ‘performance'-score 0-1 is een combinatie van gelijktijdigtoegediende cisplatine bevattende chemotherapie en radiotherapie de keuze van behandeling.Niveau 1: A1 Auperin 2010 786.Overwegingen:Er is geen landelijke consensus over het chemotherapieschema van voorkeur en het optimaleradiotherapieschema.Chirugie na inductiebehandelingUitgangsvraagIs er plaats voor chirurgie na inductiebehandeling bij stadium IIIA met N2+ NSCLC?Aanbevelingen:Voor de behandeling van patiënten met stadium IIIA NSCLC met tumor-positieve N2 klieren is gelijktijdigechemoradiotherapie de standaardbehandeling. Voor iedere individuele patiënt moet door eenmultidisciplinair team een afweging gemaakt worden of na bewezen ‘downstaging' met een lobectomie eencomplete resectie kan wordenverkregen. Deze behandeling dient in een gespecialiseerd centrum plaats tevinden.Literatuurbespreking:Uitgangsvraag 9 (zie bijlage 5): Is er plaats voor chirurgie na inductiebehandeling bij stadium IIIA met N2+NSCLC?Over de vraag of er een plaats is voor chirurgie bij patiënten met stadium IIIA NSCLC met bewezen cN2positieve lymfeklieren bestond in 2004 verschil van mening. Sindsdien zijn de resultaten van tweegerandomiseerde studies gepubliceerd die chirurgie vergeleken met chemo- en radiotherapie bij dezepatiëntengroep.In de EORTC 08941 studie (inclusie tussen 1994 en 2002) werden patiënten behandeld met inductiechemotherapie (CT)787. Patiënten met een radiologische tumorrespons werden daarna gerandomiseerdtussen chirurgische resectie of radiotherapie. Er was tussen de groepen geen verschil in totale overlevingof progressievrije overleving. Wel was de mortaliteit in de chirurgische arm hoger, evenals demorbiditeit788.In de tweede studie van Albain et al., met de inclusieperiode tussen 1994 en 2001, ondergingenresectabele (opgemerkt moet worden dat bij 75% van patiënten slechts één lymfeklierstation tumorbevatte) patiënten inductiebehandeling met concomitant chemoradiotherapie (CRT) tot 45 Gy.789 Inafwezigheid van progressie van ziekte, werden patiënten gerandomiseerd tussen chirurgie gevolgd doorconsolidatie chemotherapie of het continueren van chemoradiotherapie tot een maximale dosis van 61 Gy.Ook deze studie toonde geen verschil in de totale overleving in beide patiëntengroepen, wel was erverschil in de progressievrije overleving. In de chirurgie-arm was de mortaliteit echter veel hoger dan in dechemoradiotherapie-arm (8% versus 2%) waarbij wel aangetekend moet worden dat het merendeel vandeze mortaliteit optrad tijdens de adjuvante chemotherapie. In een niet vooraf geplande subanalyse was deoverleving van de patiëntengroep die een lobectomie had ondergaan beter dan de overleving in dechemoradiotherapie groep. Opgemerkt moet worden dat deze studie aantoont dat een pneumonectomie nachemoradiotherapie een te hoge mortaliteit geeft.Conclusies:Chirurgie heeft geen meerwaarde na chemoradiotherapie bij stadium IIIA NSCLC met cN2 positieve06/09/2011 <strong>Niet</strong>-<strong>kleincellig</strong> <strong>longcarcinoom</strong> (<strong>2.0</strong>) 51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!