16.04.2024 Views

Geschiedenis Magazine 3 2024

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

RONALD PRUD’HOMME VAN REINE<br />

De West-Indische Compagnie werd opgericht in 1621,<br />

om na het aflopen van het Twaalfjarig Bestand met<br />

Spanje op zee de oorlog voort te zetten. De VOC deed<br />

dit in de Oost, de WIC richtte zich op de West en kreeg<br />

van de Staten-Generaal het alleenrecht op kolonisatie,<br />

handel en kaapvaart in de gebieden rond de Atlantische Oceaan.<br />

Hier hadden Spanje en Portugal – die sinds 1580 dezelfde koning<br />

hadden en dus beide vijand waren van de Republiek – veel lucratieve<br />

mijnen en plantages. Vooral de kolonies van Portugal waren<br />

aanlokkelijk. Er kwam behalve suiker ook verfhout vandaan,<br />

waar kleurstoffen voor textiel uit werden gewonnen. In<br />

oktober 1623 werd het plan opgesteld om die Portugese<br />

gebieden in de West samen met Portugese<br />

slavenforten in westelijk Afrika te veroveren: het<br />

‘groot desseyn’.<br />

De eerste actie was gericht op de zwaarbewapende<br />

stad San Salvador aan de Bahia<br />

de Todos os Santos (de Allerheiligenbaai)<br />

in Brazilië. Dit was een grote en dus kostbare onderneming, wat<br />

verschillende leden van het WIC-bestuur, de Heren Negentien,<br />

huiverig maakte. De voorstanders meenden echter dat de Bahia,<br />

waar de grote WIC-schepen zonder problemen konden manoeuvreren,<br />

met een goede planning betrekkelijk gemakkelijk kon worden<br />

verrast. Vanuit de Bahia zouden vervolgens diverse andere gebieden<br />

in Amerika eenvoudig zijn te overvallen. Er was alleen wel wat haast<br />

bij: eind april, uiterlijk begin mei 1624 zouden de laatste suikerschepen<br />

van het seizoen naar Portugal vertrekken, en die wilde de WIC<br />

ook buitmaken. Met meerderheid van stemmen werd uiteindelijk<br />

besloten de vloot die onder leiding van de Amsterdammer<br />

Jacob Willekens voor een operatie tegen Portugees Luanda<br />

was bijeengebracht was (zie kader), eerst naar Brazilië te<br />

zenden. Rotterdammer Piet Hein – bij velen bekend<br />

als veroveraar van de Spaanse Zilvervloot – werd<br />

viceadmiraal.<br />

Hels vuur<br />

Aan het einde van 1623 was in alle stilte de<br />

vloot met bestemming San Salvador uitgerust:<br />

22 schepen en 4 jachten, bemand met ongeveer<br />

3300 koppen (inclusief een groot aantal<br />

soldaten) en bewapend met circa 450 kanonnen.<br />

Kolonel Johan van Dorth was aangewezen<br />

om als gouverneur op te treden nadat de stad<br />

was veroverd.<br />

De schepen bereikten de Bahia op 8 mei 1624 (behalve<br />

Van Dorths schip, dat onderweg afgedwaald<br />

was). Ze ankerden ‘s avonds op enige afstand, om niet<br />

te worden ontdekt. Die avond en nacht werd alles in<br />

gereedheid gebracht om de volgende ochtend te kunnen<br />

toeslaan.<br />

De Bahia is een wijde inham, afgescheiden van de oceaan door het<br />

eiland Taparica. San Salvador ligt aan de noordzijde van de ingang,<br />

aan een eigen baai op een steile heuvel. Vanuit drie forten hielden<br />

de Portugezen de binnenlopende schepen in de gaten; ook waren<br />

ze begonnen aan de bouw van een waterfort, met steil uit zee oprijzende<br />

muren, die met geschut waren bezet.<br />

De landingstroepen werden op de vier grootste Nederlandse schepen<br />

geconcentreerd. In de ochtend van 9 mei voeren de Nederlanders<br />

in de richting van het fort San Antonio, dat tezamen met de<br />

andere forten een hels vuur op hen opende. De kanonnen waren<br />

echter zo hoog opgesteld dat ze maar weinig schade aanrichtten.<br />

Om de vijand te misleiden bleven de landingstroepen, circa 1200<br />

man, aanvankelijk bij de rest van de vloot, die de baai binnenzeilde<br />

en op een musketschot afstand van het waterfort voor anker kwam.<br />

Willekens stuurde drie boten met elk twintig man aan boord naar de<br />

Gezicht op San Salvador en de forten aan de ingang van de baai<br />

van waaruit de Nederlandse vloot beschoten wordt tijdens de<br />

verovering op 10 mei 1624 (detail van prent van Claes Jansz. Visscher<br />

uit 1624). Op het portret staat Piet Hein. Hij liet zich in 1625<br />

voor het eerst schilderen, met de gouden ketting die hij van de<br />

Staten-Generaal had ontvangen als dank voor zijn inzet bij San<br />

Salvador. Hij gaf de opdracht aan de Rotterdamse schilder Jan<br />

Daemen Cool, in die jaren de toonaangevende portrettist van de<br />

Maasstad (kopie uit 1629 naar een origineel van Cool uit 1625;<br />

beide afbeeldingen, Rijksmuseum Amsterdam).<br />

GESCHIEDENIS MAGAZINE • nr 3 APRIL-MEI <strong>2024</strong> 11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!