You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
de moessonwinden de Indische Oceaan<br />
over. Er was in Bactra ook Chinese zijde te<br />
krijgen, die via India werd geïmporteerd.<br />
Zhang Qian merkte dat er veel vraag naar<br />
was en opperde dat de keizer het zelf naar<br />
Centraal-Azië kon exporteren om zo zijn<br />
invloed uit te breiden. Op die manier kon<br />
hij toch nog bondgenoten winnen en was<br />
de missie niet helemaal voor niets geweest.<br />
Het bezoek van Zhang Qian wordt wel<br />
beschouwd als het begin van de Zijderoute.<br />
Uit zijn eigen verslag blijkt echter dat er<br />
in het Midden-Oosten al een uitgebreid<br />
netwerk aanwezig was van allerlei handelsroutes,<br />
die soms al duizenden jaren<br />
oud waren en in de loop der eeuwen met<br />
elkaar verstrengeld waren geraakt. De grote<br />
steden in Mesopotamië, het Nijldal en het<br />
Indusdal vormden de motor achter dit<br />
handelsnetwerk. Hier ontstond al vroeg een<br />
grote vraag naar vele soorten goederen die<br />
elders gewonnen of geoogst werden. Denk<br />
bijvoorbeeld aan bouwmaterialen als hout<br />
en steen, metalen als brons en tin, edelmetalen<br />
als zilver en goud, edelstenen als lapis<br />
lazuli en carneool en andere luxegoederen<br />
waaronder wierook en specerijen.<br />
Pax Persica<br />
De vraag naar zulke waardevolle goederen<br />
bevorderde de handel, maar leidde ook<br />
vaak tot oorlogen. Zo organiseerden de<br />
Akkadische koningen Sargon (r. 2326-2270<br />
v. Chr.) en Narām-Sîn (2246-2210 v. Chr.)<br />
gewelddadige expedities naar het Cederwoud<br />
(Syrië) en de Zilverbergen (Turkije)<br />
om daar hout en zilver buit te maken. In de<br />
Late Bronstijd (1600-1200 v. Chr.), onderwierpen<br />
de Egyptische farao’s de vorsten<br />
van Kanaän om de handelsroutes naar<br />
Mesopotamië en Anatolië veilig te stellen<br />
en annexeerden ze het koninkrijk Kush<br />
om de handel met sub-Saharaans Afrika<br />
te bevorderen. In het eerste millennium<br />
v. Chr. brachten de koningen van Assyrië<br />
en Babylonië grote delen van het Midden-<br />
Oosten onder hun heerschappij en konden<br />
ze waardevolle goederen als tribuut of<br />
belasting opeisen.<br />
De Pax Persica maakte hier een eind aan:<br />
door de opkomst van het Perzische Rijk<br />
(550-330 v. Chr.) kwam een langdurige<br />
vrede in de regio tot stand en kon de<br />
langeafstandshandel pas echt opbloeien.<br />
De Perzische koningen smeedden een<br />
enorm gebied aaneen tot één wereldrijk.<br />
Het strekte zich uit van de Middellandse<br />
Zee tot aan de Indische Oceaan en tot diep<br />
in Centraal-Azië. Kooplieden konden nu<br />
veilig en eenvoudig door het hele Midden-<br />
Oosten reizen en dit was bevorderlijk voor<br />
de uitwisseling van goederen en ideeën.<br />
De Perzische koningen stimuleerden de<br />
oplevende langeafstandshandel door langs<br />
bestaande karavaanwegen herbergen<br />
op te richten die één dagreis van elkaar<br />
verwijderd waren. Hier konden reizigers<br />
overnachten en van paard wisselen. Ze<br />
legden ook forten aan met garnizoenen<br />
die de wegen vrij moesten houden van<br />
struikrovers. Reizigers dienden weliswaar<br />
tol te betalen op deze ‘Koninklijke Wegen’,<br />
maar kregen daar een veilig handelsnetwerk<br />
voor terug.<br />
Boodschappen betalen met zilver<br />
De langeafstandshandel stimuleerde de<br />
opkomst van een markteconomie. Deze<br />
ontwikkeling werd bovendien gefaciliteerd<br />
door het toenemende gebruik van zilver<br />
als betaalmiddel. De Perzische koningen<br />
speelden hier een belangrijke rol in. Zij<br />
zochten voortdurend naar nieuwe manieren<br />
om van de handel en de nijverheid in<br />
hun rijk te profiteren en tolheffing was daar<br />
maar één onderdeel van. Hun voornaamste<br />
inkomstenbron was het jaarlijkse tribuut<br />
dat ze door de satrapen (gouverneurs)<br />
lieten innen: deels in de vorm van waardevolle<br />
goederen die in het rijk te krijgen<br />
waren, maar gaandeweg ook steeds vaker<br />
in de vorm van zilver en goud. Bovendien<br />
konden de Perzische koningen hun onderdanen<br />
oproepen om mee te helpen bij hun<br />
bouwprojecten. Dit werd ook gezien als een<br />
vorm van belasting. De corveearbeiders<br />
B<br />
De Perzische koning Darius I ontving jaarlijks<br />
tribuutbetalingen uit handen van afgezanten<br />
van de door zijn leger veroverde gebieden. Die<br />
delegaties zijn met hun geschenken afgebeeld<br />
langs een trap naar de Grote Audiëntiezaal (de<br />
Apadana) van het paleis in Persepolis waartoe<br />
Darius de opdracht had gegeven. Het was de<br />
administratieve en ceremoniële hoofdstad van<br />
zijn rijk (afbeeldingen Wikimedia Commons).<br />
A. Afgezant uit de Indusvallei met goud.<br />
B. De Lydiers presenteren naast schalen en<br />
bokalen ook een strijdwagen inclusief twee<br />
paarden.<br />
C. De Meden brengen onder meer schalen, een<br />
zwaard en ringen mee.<br />
A<br />
18<br />
GESCHIEDENIS MAGAZINE • nr 3 APRIL-MEI <strong>2024</strong>