29.06.2013 Views

MARE CLAUSUM. - Acehbooks.org

MARE CLAUSUM. - Acehbooks.org

MARE CLAUSUM. - Acehbooks.org

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

112<br />

Met zulke verontschuldigingen stelde Jakob I zich echter<br />

niet tevreden; hij eischte opzending der schuldige kapiteins<br />

als gevangenen naar Engeland '). De Staten meenden den<br />

koning te voldoen door de kapiteins dadelijk van hunne posten<br />

te ontzetten " 2 ), maar het mocht niet baten. Ook andere<br />

voorstellen den koning gedaan 3 ), een beroep op de privilegiën<br />

der steden 4 ), niets hielp: Jakob I weigerde hardnekkig de<br />

gevangene Nederlandsche kapiteins los te laten, voordat hem<br />

volkomene satisfactie was geworden 8 ). Van alle zijden gedrongen<br />

gaven de regeeringen der betrokkene steden, Rotterdam<br />

chose à ce sujet." Maar ook de aanwijzing hiervan bleef achterwege. (Carleton,<br />

Lettres. II. p. 92,109, — verg. hiervóór p. 33 vlg.) — 2°. In 1610, beweerden de Nederlanders<br />

verder, had Z. M. beloofd, voortaan nooit meer hunne visscherij te zullen<br />

belasten zonder voorafgaand overleg met de Staten. Carlcton meende echter, dat dit<br />

onwaarschijnlijk was, daar men nieta op schrift had, terwijl dergelijke »exemptions<br />

particulières" gewoonlijk bij „Lettres patentes" gegeven werden. (R.S.-G. 19 Sept<br />

1617. — Carleton, Lettres. II. p. 51,52,53.) Oldeubaruevelt twijfelde mede reeds<br />

dadelijk. (Carleton, Lettres. II. p. 27.200.) Uit het Verbaal van 1610 blijkt, datde<br />

waarheid in het midden lag. Koning Jakob had bel >ofd, zoo er later klachten over<br />

de Nederlandsche visschers inkwamen, niet dadelijk den strengen weg te zullen<br />

inslaan, maar die klachten eerst in handen der Staten te zullen stellen. Voor het<br />

geval, dat daarop geene voldoening volgde, had hij zich echter tot niets verbonden,<br />

(cf. hiervoor p. 70.)<br />

De Engelschen grondden hunne vordering, behalve op het tractaat van 1594<br />

(zie hiervoor p. 108 Noot 1), op een oud recht, dat aan de kroon van Schotland<br />

toekwam, „Assis d'hareng* genaamd. (Propos, v. Carleton, in : R.S.-G. 6 Sept.<br />

1617. — Carleton, Lettres. II. p. 7,10,34. — Brief van Caron, in: R.S.-G.<br />

0 Sept. 1617.) Caron sprak in zijnen aanbevelingsbrief van 8/18 Juni 1616 (Bijl.<br />

Verb. Joachimi. 1636) van eene som gelds, die „ouer meenige jaren" door de Nederlandsche<br />

visschers aan land betaald werd. Dit geld werd trouwens volgens<br />

zijnen brief aan de Staten van 19/29 Sept. 1616 (L.E. 1616) ook door alle andere<br />

natiën, die op de Schotsche kusten vischten, ja door de Schotten zelveu betaald.<br />

Waarschijnlijk spreken van ditzelfde recht de Schotsche parlements-aktcn uit het<br />

begin der regeeriug van Jakob VI (geciteerd bij : Seiden, Mare Clausuni,in: Opera.<br />

II. p. 1407. — cf. mede : Wclwod, Abridgem. of all Sea-Lawes. p. 60), »quibus<br />

non tam conduutur novae, sed instaurantur veteres leges." (Seiden, I.e.) Die oude<br />

wetten bepalen : »that all manner of fischeres that occupies the sea, and vtheres<br />

persons quhat sumeuer," die haring of andere visch vangen op de Schotsche kusten,<br />

tusschen de eilanden of verder op in de baaien, die visch uitsluitend in Schotland<br />

ter markt zullen brengen, „quhairby his Majesties customes be not<br />

defrauded, and his hienesse lieges not frustrât of the commoditie appointed to them<br />

be God." Uit het verhaal van Welwod, vermeld op pag. 42 Noot 1, zoude men geneigd<br />

zijn op te maken, dat het een soort van havengeld was. Dezelfde schrijver verhaalt<br />

(De dominio maris, p. 23), dat de Schotten „lisco piscariam persolvere coguntur."<br />

') Carleton, Lettres. II. p. 37, 53, 58, 76, 77, 78,80.<br />

2) Carleton, Lettres. II. p. 60.<br />

3) Carleton, Lettres. II. p. 91,146,162,163,181.<br />

) Carleton, Lettres. II. p. 76,78,79,91,181.<br />

s ) R.S.-G. 7,19 Oct., 14 Nov., 1,14 Dec. 1617. - Carleton, Lettres. II. p .91, 93,<br />

103,145, 238.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!