MARE CLAUSUM. - Acehbooks.org

302
gebreide alliantie als hem dreigde, eenigsziris ongerust te worden
: hij deed alle moeite Zweden tot eenen afzonderlijken
vrede over te halen. Stuitten deze voorstellen ook af op de
vastbeslotene houding van Zweden, beter gehoor leende deze
mogendheid toen de Keizer zoover ging, zich tot eenen algemeenen
vrede niet ongeneigd te toonen 1 ). Hier trad echter
Frankrijk den Keizer tegen : Richelieu konde er niet aan
denken, juist nu hij zooveel van de toekomst hoopte,
vrede te sluiten. De Fransche ambassadeur D'Avaux wist
allerlei zwarigheden uit te denken om de zaak slepende te
houden 2 ). Van het plan van eenen algemeenen vrede te Keulen
en te Lübeck (later te Hamburg) kwam niets :i ). Het ligt
echter in den aard der zaak, dat zelfs de onderhandelingen
daarover aan eene anti katholieke alliantie veel kwaad moesten
doen. Zweden was niet ongeneigd tot eenen algemeenen vrede;
de Staten waren afkeerig van eeu verbond, dat den oorlog
zoude uitbreiden.
Onderwijl was onder de hand alles gedaan, om de voorbereidende
schikkingen voor de conferentie te treffen. De Fransch-
Zweedsche nadere alliantie was reeds in het begin van 1038
gesloten '), aan de Engelsch-Zweedsche werd ijverig gearbeid: men
wachtte eindelijk slechts de ratificatie van Engeland '). Mochten
echter deze afzonderlijke verbonden nuttig zijn wanneer men zich
later algemeen wilde vereenigen; zij maakten daarentegen hen,
die met eene algemeene alliantie niet waren ingenomen , nog
trager in het behartigen daarvan. Eindelijk was het nog alleen
Engeland, dat met kracht op de zaak aandrong. En ook deze
mogendheid zoude weldra minder ijverig worden. De hulp,
door Karel I aan den keurvorst verleend, had wel in het begin
aan de Paltsische zaak een gunstiger aanzien gegeven, maar het
was slechts tijdelijk geweest. Het jaar 1638 was voor Karel
Lodewijk zeer ongelukkig. Hij had voor veel geld de stad
Meppen in Munsterland gekocht als vast uitgangspunt voor
') Miss. v. Vau Cracauw aau de Staten, dd. 30 Mrt., 31 Mei 23 Juui 1638
in: L.D. 1638.
2 ) Miss. v. Van Cracauw aan de Staten, dd. 29 Juni, 4,14,21 Aug 25 Sept
11,25 Dec. 1638, in: L.D. 1638.
*) Miss. v. Van Cracauw aan de Staten, dd. 23,26 Juui, 11 Dee. 1638 6 Mei 1639
in: L.D. 1638,39.
") Den 6 Maart. (Aitzema, Saken v. Staet. II. p. 578. — Mi», v. Van Cracauw
aau de Staten, dd. 19 Dee. 1637, 30 Mrt. 1038, in: L.D. 1037,38.)
"'J Miss. v. Vau Cracauw aan de Staten, dd. 19 Der. Ki.'lT, 18 Juli i 14 21 'il -U"
25 Sept., 10,27 Oct., 1 Dec. 1638, 2 Jan. 1639, iu: L.D. 1037-39.