VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

1 151 1 506 (1990-1991) - Nr. 1
Voor de promotie van de kernenergie heeft de overheid vanaf 1952 belangrijke
middelen geïnvesteerd in infrastructuur en installaties en heeft via jaarlijkse dotaties het
overgrote deel van de werkingskosten gefinancierd. Deze middelen werden in de
periode 1952-1977 aangewend voor zeer ambitieuze programma’s, ondermeer
de bouw van de reactoren BRl, BR2 en BR3;
de ontwikkeling van nieuwe reactorconfìguraties (Venus, BR3);
de ontwikkeling van Plutonium-splijtstof;
de bestralingen in BR2;
de productie en commercialisering van isotopen;
de opwerking van splijtstof;
specifieke aspekten m.b.t. de ontwikkeling van snelle reactoren;
de productie van Actinium/Thorium;
de laboratoria LHMA
de verwerking en de berging van radioaktief afval.
Deze programma’s werden uitgevoerd in afspraak met de bevoegde overheidsinstanties
en in samenwerking met industriële en buitenlandse instellingen.
Herstructureringen en diversificatie
De problematiek rond de herstructurering van het nucleair onderzoek in het algemeen
en van de besteding van de publieke fondsen aan nucleaire O&O werd reeds vanaf
1970 aan de orde gesteld.
Het statutair doel van het Centrum werd derhalve verruimd naar de onderzoekingen
op het gebied van de speerpunt- technologie. Door deze statutenwijziging, die op 17
september 1970 in het staatsblad werd gepubliceerd, kon het Centrum ook taken
buiten de nucleaire invloedssfeer starten.
Deze diversificatie werd en wordt echter statutair belemmerd en beperkt door artikel
4 van de statuten, waarbij uitdrukkelijk gesteld wordt dat onderzoekingen in het kader
van speerpunttechnologie de normale afwikkeling van de nucleaire taken niet mag
belemmeren. Deze bepaling verklaart de vaststelling dat het niet-nucleair onderzoek
voornamelijk als aanvullend onderzoek van het nucleair onderzoek werd beschouwd.
Zowel op nationaal als op internationaal vlak zijn er een reeks factoren en evoluties aan
te duiden, die de prioriteit voor het nucleair onderzoek meer en meer in vraag stellen;
het betreft inzonderheid:
het bereiken van een maturiteit in de ontwikkeling
waardoor het ontwikkelingswerk routinematig wordt.
productie stagneert;
van nucleaire O&O,
De nucleaire energie-
.
ae energiecnsis, die noopt tot ontwikkermgen in meuwe energievormen en -
toepassingen en tot ontwikkelingen in Rationeel Energie Gebruik-technologieën;