VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

506 (1990-1991) - Nr. 1 [ 192 1
Waar mogelijk zal IMEC de Vlaamse industrie betrekken bij Europese onderzoeksprogramma’s.
Het zal daartoe de Vlaamse bedrijven informeren omtrent de potentiële
samenwerkingsmogelij$heden.
Waar mogelijk zal IMEC eveneens de Vlaamse bedrijven informeren omtrent samenwerkingsmogelijkheden
met buitenlandse bedrijven waarmee IMEC contacten heeft.
Gelet op de complementariteit van de activiteiten met deze van de universiteiten (o.m.
op het vlak van algoritmen, systeemintegratie, ed...) zal de samenwerking met de
Vlaamse industrie vaak samen met de universiteiten uitgebouwd worden.
IMEC zal dus de uitbouw en versterking van het industriële weefsel in Vlaanderen, op
het gebied van micro-electronica zo optimaal mogelijk nastreven. De Vlaamse
Gemeenschap is bereid haar kanalen zoveel mogelijk ten dienste te stellen van IMEC
opdat de communicatie tussen IMEC en de Vlaamse bedrijven optimaal zou verlopen.
De Baad van Bestuur van IMEC zal jaarlijks uitgebreid aandacht besteden aan de
hierboven vermelde doelstellingen alsmede aan het sukses van IMEC terzake. Hiertoe
zal IMEC naast haar financiële begroting eveneens een “doelstellingennota-begroting”
opmaken met bijzondere aandacht voor de hierboven vermelde punten van samenwerking.
Bij de bespreking van de financiële resultaten van het afgelopen boekjaar
zal tevens uitgebreid aandacht besteed worden aan de evaluatie van de doelstellingennota..
.”
Ik stel ook hier weer vast dat in het kader van de hoger beschreven economische
situering van het electronica-onderzoek, door mijn toedoen, IMEC optimaler zal
inspelen op de Vlaamse industriële noden.
4.4.1.5. Opties voor de toekomst
Uit het voorgaande blijkt dat ingevolge mijn beleid op het gebied van de microelectronica,
de IMEC werking voor de periode ‘91-‘95 geoptimaliseerd werd. Deze
optimalisatie gebeurde zowel op het gebied van de interuniversitaire werking als het
technologisch onderzoek. Ik ben ervan overtuigd dat ik hierdoor zowel voor IMEC,
als voor de universiteiten, als voor de bedrijfswereld een’goed samenwerkingskader heb
gekreëerd.
Anderzijds denk ik dat niemand dient overtuigd te worden van het feit dat de microelectronica
een snel evoluerend gebied is. Als we in het bijzonder naar de sector van
het halfgeleider-onderzoek kijken, dan zien we dat de nieuwe investeringen voor
submicron-technologie verschrikkelijk veel geld vereisen. We herinneren ons allen
nog heel duidelijk het feit dat een bedrijf zoals Philips bepaalde deze nieuwe evoluties
niet verder te volgen. Philips stopte namelijk met het ontwikkelen van de nieuwe
generatie, in submicron uitgevoerde, statische halfgeleider-geheugens. Ik vind het
dan ook noodzakelijk dat er een globale wetenschappelijke en economische evaluatie
verricht wordt van de inspanning van de Vlaamse Executieve op het gebied van microelectronica.
Hierbij denk ik vooral naar de toekomst toe. Als Gemeenschapsminister
van Economie kan ik niet voorbij gaan aan de kostenstructuur van het microelectonica