16.07.2013 Views

VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

506 (1990-1991) - Nr. 1 [ 68 1<br />

De niet-fmanciële maatregelen zijn hoofdzakelijk gericht op kennis-verspreiding en<br />

bij(scholing). Deze maatregelen omvatten het oprichten van een regionaal netwerk<br />

van innovatiecentra voor het verstrekken van technologische voorlichting, het verspreiden<br />

van advies via contactcentra in hogescholen en universiteiten en het organiseren<br />

van technologiedagen.<br />

De specifieke stimuleringsmaatregelen liggen vervat in de Nationale technologieprogramma’s<br />

die de voornaamste hedendaagse strategische technologiegebieden bestrijken.<br />

Binnen deze programma’s worden hoofdzakelijk 2 soorten instrumenten gebruikt :<br />

Programmatische Bedrijfsgerichte Technologie Stimuleringsregelingen (PBTS),<br />

gericht op subsidiëring van onderzoek in een ruim technologisch gebied.<br />

Innovatiegerichte Onderzoeksprogramma’s (IOP) gericht op de subsidiëring van<br />

de ontwikkeling van expertise in een zeer specifiek domein.<br />

Institutioneel kader<br />

De relatie tussen overheid en onderzoek wordt gekenmerkt door het principe van afstandelijk<br />

bestuur. De Nederlandse onderzoeksorganisaties hebben een grote mate<br />

van eigen verantwoordelijkheid en moeten zich professioneel organiseren. De overheid<br />

beperkt zich tot het formuleren van de belangrijkste beleidslijnen enerzijds en het<br />

globaal controleren van de strategieën van de instellingen anderzijds. Nederland<br />

beschikt ook over een veel ruimere waaier van onderzoeksinstellingen en -instituten<br />

die op een vaste subsidiëring vanwege de overheid aanspraak kunnen maken.<br />

Vergelijking per ministeriële departementen<br />

De beslissing voor het toekennen van de overheidskredieten voor 0 & 0 berust bij<br />

verschillende ministers. De vergelijking per ministerieel departement is derhalve essentieel.<br />

Zij stuit echter op enkele moeilijkheden aangezien er verschillen zijn tussen Nederland<br />

en België in de verdeling van de ministeriëie prerogatieven. Zij vertoont ook<br />

punten van gelijkenis met de vergelijking per socio-economische doelstellingen en<br />

leidt tot gelijkaardige vaststellingen:<br />

* De sterke concentratie van de overheidsgelden voor 0 & 0 in Nederland in twee<br />

departementen (Onderwijs & Wetenschappen en Economische Zaken) contrasteert<br />

met de grotere spreiding van de middelen in België (twee onderwijsdepartementen,<br />

Diensten voor Programmatie van het Wetenschapsbeleid, Economische<br />

Zaken,...).<br />

Nagenoeg 50 % van de 0 & 0-overheidskredieten ressorteren in Nederland<br />

onder de enige minister van Onderwijs & Wetenschappen en 28 ‘% onder de<br />

Minister van Economische Zaken.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!