VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

506 (1990-1991) - Nr. 1 12% 1
Maatschappelijk dient er bekeken wat de economische toestand is van de betonindustrie.
Hierbij dient de kostprijs van de alternatieven en de weerslag op de bouwsector
bekeken (transportkosten . . .). Gecombineerd hiermee dient onderzocht wat de
financiële politiek moet zijn (heffingen, BTW, subsidie) om alternatieven concurrentieel
te maken t.o.v. grind.
Bovendien dient een concreet integraal beleidsplan uitgewerkt hoe de vervanging van
grind door alternatieve materialen kan gebeuren. Voor elk beleidsniveau en doelgroep
moet dan konkreet een taakstelling worden opgemaakt om te omschrijven wie wat
moet doen en welke maatregelen nodig zijn.
Het Grindfonds zal worden gespijsd door heffingen ten laste van de ontginners. De
opbrengsten zullen aangewend worden voor de financiering van de voorstellen die
door de 3 Subcomités worden uitgewerkt, volgens een omslagsleutel die jaarlijks zal
worden bepaald door de Vlaamse Executieve.
Voorts zal de GOM-Limburg worden ingeschakeld in de uitvoering van de besiissingen
van de onderscheiden comités van het Grindfonds. Daarnaast zal de GOM-
Limburg een eigen taak hebben, vnl. met betrekking tot de controle op de naleving
van de opgelegde produktiequota.
De nieuwe gebieden die in aanmerking komen voor effectieve grindwinning zullen
worden aangeduid bij herziening van de betrokken gewestplannen. Nieuwe vergunningen
voor de exploitatie van grind zullen slechts onder welbepaalde voorwaarden
kunnen worden afgeleverd onder meer nadat een Milieu-effectenrapport is opgesteld.