VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

[ 263 1
Daarom zal ik een eigen alternatief Vlaams initaitief lanceren inzake de 0 & 0 voor
lucht en ruimtevaart, opdat enerzijds, universitaire onderzoekscentra nauwer betrokken
houden kunnen worden bij het wetenschappelijk onderzoek en anderzijds, de
belanghebbende bedrijven zich niet langer aan de periferie van de technologische vernieuwing
moeten bewegen.
Onderzocht zal worden in hoeverre hierin de internationale programma’s beter
kunnen inspelen op de 0 & 0 behoeften van het bedrijfsleven en de onderzoekscentra.
In 1991 zal een aanloop genomen worden met de oprichting van een werkgroep
waarbij betrokken zijn : de GIMV, het I.W.T., FLAG en het Ministerie van de Vlaamse
Gemeenschap (bestuur economie). Tevens zal de VRWB als adviesorgaan inzake wetenschapsbeleid
van de Vlaamse Gemeenschap hierbij worden betrokken.
De werkgroep zal belast worden met een zinvolle detectie van de marktsegmenten in
de sector, met bijzondere aandacht voor de toeleveringsbedrijven, die een duidelijk
groeisegment van onze industrie vormen. Zinvol, in functie van het aanwezige 0 &
0 potentieel en met specifieke aandacht voor de industriële mogelijkheden die de lucht
-en ruimtevaartsector kenmerken, en rekening houdend met de internationale en Europese
projecten in deze sector.
Eenmaal deze afbakeningen en aanbevelingen gebeurd zijn, kan dan, in functie van de
ingediende onderzoeksvoorstellen, het nodige geld worden uitgetrokken.
In 1991 is ook reeds een beperkter budget (min. 100 mio BEF) voorzien om
onderzoek te financieren.
In 1992 zal rond hetzelfde thema een groter programma gelanceerd worden. Nadruk
zal hierbij gelegd worden op de toeleveringsbedrijven, die een duidelijk groeisegment
van onze industrie vormen.
Dit initiatief betekent tevens een compensatie voor het feit dat geen specifieke
middelen gereserveerd werden voor de militaire dossiers als RAFALE en EUCLID.
5.1.2. Immlsmoeamma Geavanceerde Technoloeieën
5.1.2.1. Algemene beschouwingen
In de vorige hoofdstukken heb ik meerdere malen gewezen op de cruciale rol van een
adekwate kennis- en technologieoverdracht.
Ik heb daarbij ook gewezen op het feit dat dit proces naast een sectoriële ook een
belangrijke intersectoriële dimensie heeft. CAD/CAM, Numeriek Bestuurde machines,
Flexibele systemen, Expertsystemen behoren allen tot de meer geavanceerde
produktieuitrustingen die over de sectoren heen van toepassing zijn.
Daarnaast heb ik beklemtoond dat technologietransfer steeds moet afgestemd zijn op
de technologiebehoeften van de ondernemingen. En die kunnen nogal eens van elkaar
506 (1990-1991) - Nr. 1