VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

Huidige stand van zaken
[ 197 1
De 8 projectvoorstellen die naar aanleiding van de eerste cal1 for proposals werden
geselecteerd door een wetenschappelijke commissie en nadien grondig doorgelicht
door een ad hoc commissie van terzake bevoegde deskundigen en desgevallend (mits
de nodige bijsturingen) positief beoordeeld. De betreffende projecten werden eind
1990 of in januari 1991 opgestart.
Van de 8 voorstellen die werden gepreselecteerd n.a.v. de tweede cal1 for proposals
werden de gedetailleerde werkprogramma’s bij de Operationele Directie ingewacht
tegen eind maart, zodat de projecten nog voor de zomer van 1991 zullen kunnen
opgestart worden.
De 16 betreffende projecten situeren zich in het domein van de genetische manipulatie
van industrieel relevante microörganismen zoals gist (2 projecten), de moleculaire
veredeling van landbouwgewassen en fruitbomen, zoals aardappel, maïs, koolzaad,
gerst en appelbomen (6 projecten) en de biomedische expertise, waar de ontwikkeling
van geavanceerde diagnostica en therapeutica centraal staat (8 projecten). In 3 van
deze projecten wordt de spitstechnologie van de “protein engineering” aangewend
om de gestelde objectieven te bereiken. Onder de projectpromotoren bevinden zich
zowel kleine en middelgrote high-tech bedrijven als kleine, middelgrote en grote
ondernemingen uit de traditionele sectoren.
B: De Lange termijnacties
In het tweede luik wordt aandacht besteed aan ontwikkelingen op langere termijn.
Hiervoor worden een aantal “Emerging Technology Centers (ETC’s)” in het kader
van dit Actieprogramma gestabiliseerd en verder uitgebouwd. Deze centra blijven de
innoverende kracht achter de zich ontwikkelde biotechnologie-industrie in Vlaanderen
en kunnen een enorme bijdrage leveren tot de biotechnologische competitiviteit
van Vlaanderen op langere termijn. De centra zullen zich in Vlaanderen opstellen als
consultant voor alle mogelijke interesse vanwege de industrie en andere wetenschappelijke
instellingen. Door deze centra te financieren teneinde nieuwe spitstechnologieën
in het domein van de biotechnologie te ontwikkelen, wordt in Vlaanderen de
“follow-up” van het impulskarakter van het Actieprogramma Biotechnologie gewaarborgd.
Een aantal veelbelovende sub-domeinen van de “moderne biotechnologie” zijn
vooralsnog onvoldoende ontwikkeld om hun uitbating op korte of middellange
termijn mogelijk te maken. Het Vlaams Actieprogramma Biotechnologie is dan ook
het middel bij uitstek om een aantal van deze “Emerging Technologies” in academische
middens verder uit te bouwen tot een industrieel bruikbare technologie. Aldus
zou het Vlaams Actieprogramma Biotechnologie ertoe kunnen bijdragen de toekomst
en de concurrentiekracht van de Vlaamse (bio-) industrie op langere termijn (8 à 12
jaar) voor te bereiden.
506 (1990-1991) - Nr. 1