VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

506 (1990-1991) - Nr. 1
a. Ontwerp van produktiesystemen.
[ 268 ]
Naarmate de uitrusting complexer en meer geintegreerd wordt, wordt het moeilijker
om op een technisch-wetenschappelijk gefundeerde wijze een investeringsplan voor de
toekomst te maken.
Hieronder kunnen alle ontwikkelingen geklasseerd worden die te maken hebben met:
* Nieuwe produktieprocessen, die hetzij meer rendabel zijn voor bepaalde toepassingen,
hetzij sneller en/of flexibeler zijn en/of minder afval produceren,
hetzij noodzakelijk zijn om nieuwe materialen te kunnen bewerken. Naast de
studie van de processen zelf, is ook de adaptieve kontrole ervan een interessant
aspekt.
* Komponenten van Flexibele systemen, waaronder in eerste instantie manipulatoren,
industriële robots, mobiele robots, voortbewegingsmechanismen,
stuursystemen, enz.
* Sensoren, die hetzij de goede werking hetzij de kwaliteit van het proces moeten
bewaken. De problematiek ligt zowel in de ontwikkeling van nieuwe types
sensoren als in het integreren van deze sensoren in het produktieproces.
c. Programmatie. ‘
Om complexe uitrusting meer toegankelijk te maken voor de gebruikers, moet de programmatie
ervan vereenvoudigd worden. Een noodzakelijke weg hiervoor is het
overgaan naar de “taakprogrammatie” van het systeem nl. het aangeven van “wat”
moet gebeuren i.p.v. “hoe”. De software die deze taakprogrammatie ondersteunt
moet automatisch foutendetektie en -korrektie kunnen doorvoeren en dus rekening
kunnen houden met bvb. de doorbuiging van de machine, de slijtage van de
gereedschappen, thermische vervormingen, de variatie van de materiaalkarakteristieken,
enz.
Met off-line programmering met behulp van een CAD/CAM- systeem kunnen
complexe processen, zoals sensorgestuurde robots, meetmachines voor complexe
oppervlakken, enz. geprogrammeerd worden zonder te beschikken over het fysisch
model en zonder het produktieproces te onderbreken.
d. De planning en besturing.
Het plannings- en besturingssysteem van complexe flexibele produktiesystemen is
meestal hierarchisch opgebouwd en bestaat uit een strategisch, een taktisch en een
operationeel niveau. Het strategisch niveau omvat de fabrieksplanning en het algemeen
produktieplan (Master Production Schedule). Het taktisch niveau omvat o.a.
het MRJ? (Manufacturing Resource Planning)-aspekt. Het operationeel niveau tenslotte
behelst. de kontrole van de produktieaktiviteit zelf. De voornaamste funkties
hierin zijn de “scheduling” en de “dispatching”.