VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

4.4.5.2. Milieutechnologie
1229 1
In het begrip “Milieutechnologie” kunnen grosso modo twee richtingen onderscheiden
worden :
Enerzijds is er de schoonmaaktechnolonie : ontwikkeling van filters, zuiveringsinstallaties,
e.d.
Anderzijds is er de schone technologie : ontwikkeling van procestechnologie
waarbij de emissie van schadelijk po!luenten, hetzij in de lucht, in het water, hetzij
als afialstoffen, vermeden of verminderd worden.
Dikwijls zullen deze technologische ontwikkelingen gepaard gaan met besparingen
op energie, grondstoffen en/of recyclage van atialstromen.
De eerste vorm van milieu technologie is tot dusver het meest populair, daar hij een
direct en tastbaar resultaat opievert, snel toe te passen is, en door de snelle toepasbaarheid
en de bruikbaarheid in een brede waaier van bedrijven commercieel interessant.
Het gevaar verbonden met deze technologie is dat men zich te zeer beperkt tot opruimoperaties
en te weinig ingrijpt in het produktieproces zelf. Men beheerst als het
ware de vervuiling zonder ze ten gronde te saneren.
De verdere ontwikkeling van de schoonmaaktechnologie mag dan ook niet ten koste
gaan van een aanpak waarbij het ontstaan van schadelijke polluenten en afialstoffen van
in de initiële fase van het produktieproces zoveel mogelijk vermeden wordt.
Veie vooral kleine bedrijven zullen aangewezen zijn op pasklare technologie die door
derden op de markt wordt gebracht.
Er dient dan ook eerst duidelijk bepaald te worden, waar de grootste noden van het
bedrijfsleven, die dikwijls sterk sectorieel zullen bepaald zijn, zich situeren. Een voorafgaande
inventarisatie van de noden en moeilijkheden van de diverse sectoren uit ons
bedrijfsleven is dan ook een eerste vereiste om het impulsprogramma een maximum
aan mogelijkheden te bieden. Tevens moeten de reeds beschikbare technologieën in
kaart gebracht worden en eventueel gestimuleerd worden door b.v. demonstratieprojecten.
Hierbij moet eveneens ingespeeld worden op internationale initiatieven zoals Nettwork
en het EURJXAparapluprojekt EUROEhwRON die reeds op Europese schaal
de ontwikkeling en de valorisatie van milieutechnologieën nastreven. Wat is immers
het nut van een ontwikkelingsproject, als dezelfde technologie mogelijk reeds voor
gebruik beschikbaar is in het buitenland.
EUROENVIRON werd opgericht op 9 november 1988 in Kopenhagen’onder het
Deense voorzitterschap, op initiatiefvan een groep Deense bedrijven en onderzoekinstellingen.
Op de EUREKA Ministeriele Conferentie in Wenen van 18 en 19 juni 1989 werd het
aangenomen als volwaardig EUREKA parapluproject EU330. Het hoofddoel uan
EUROENVIRON is het genereren van subprojecten ter ontwikkeling van spitstech-
506 (1990-1991) - Nr. 1