VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

506 (1990-1991) - Nr. 1 [ 1% 1
5. De nucleaire infrastructuur weegt zwaar op de beleidsruimte.
De beschikbare nucleaire infrastructuur, voornamelijk de vermogensreactor
BR-3 en de testreactor BR-2 slorpten in 1987 22 % van het totale budget op
ter ondersteuning van de nucleaire onderzoeksprogramma’s (28 % van het
totale budget). Inzake ontmanteling van deze infrastructuur werden geen
provisies aangelegd.
c
In uitvoering van het K.B. nr. 515 van 31 maart 1987, in het kader van de sanering
van de overheidsfinanciën, en rekening houdende met de externe bedrijfsaudit, werd
door de raad van bestuur van het S.C.K. het programma voor de periode 1988-1993
aan een nieuw kritisch onderzoek onderworpen en werd een nieuw herstructureringsplan
en financieringsplan uitgewerkt. Dit K.B. voorzag tevens in een aanpassing van
de statuten van het S.C.K. en inzonderheid werd de samenstelling van de Raad van
Beheer gewijzigd. Geen wijzigingen werden aangebracht aan de statutaire doelstelling
en taken en alzo bleven de diversificatietaken ondergeschikt aan de prioritaire nucleaire
opdrachten.
De nieuwe Raad van Beheer heeft voornoemd actieplan uitgewerkt en een reorganisatie
doorgevoerd, met inbegrip van de aanstelling van een nieuwe directie.
Dit herstructureringsplan werd opgesteld in de periode april-november 1987 en deze
periode viel samen met ingrijpende gebeurtenissen; zowel het dossier Transnuklear, de
stillegging van de de BR3-reactor en de aanzet tot de overdracht van de Wasteinstallaties
naar Niras-Belgoproces werden uitvoerig door de media becommentarieerd.
In het actieplan zelf werden volgende doelstellingen geformuleerd :
aanpassing van het programma naar de ontwikkeling van sterke punten in een
beperkt aantal domeinen;
verjonging van de personeelsstructuur;
vernieuwing van de infrastructuur;
vermindering van de algemene kosten;
vermindering van de kosten verbonden aan de nucleaire infrastructuur.
Om deze doelstellingen te realiseren stonden volgende acties centraal :
invoeren van een CAO voor verplicht en ofvrijwillig brugpensioen, gecompenseerd
door nieuwe aanwervingen om het personeelsbestand te verminderen
(van 1287 in 1987 tot ongeveer 800 in 1993);
het stilleggen van BR3 (reeds beslist in 1987) en desgevallend BR2 in 1992 of
na 1995;
het uitwerken van een “business plan” voor BR2 om de uitgaven te verminderen
en de inkomsten te verhogen;
rationalisering en verbetering van de algemene werking;