VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

[ 367 1
gen op lange termijn en het is de overheidstaak deze in Vlaanderen te programmeren
in specifieke sectoren met een groot sociaal economisch potentieel.
De biotechnologie biedt de mogelijkheid één van de beoogde zwaartepunten op
termijn uit te bouwen. Zij kan nieuwe niet-polluerende industrieën in Vlaanderen
genereren en op korte tot middellange termijn bestaande productieprocessen in de
industrie milieuvriendelijker maken. Een belangrijk aandeel van het actieprogramma
zou zich hierop moeten toespitsen, zonder innoverende krachten van expertise uit
andere domeinen uit het oog te verliezen.
Het actieprogramma wil de mogelijkheid scheppen om hoog gekwalificeerd en goed
getraind personeel in Vlaanderen te houden en in het kader van innoverende
industrialisatie creatief werk te laten verrichten. Coherent met de bemerkingen van de
SERV (zie verder) mag de uitwerking van het actieprogramma niet tot gevolg hebben
dat de continuïteit van het fundamentele onderzoek in gevaar wordt gebracht.
Integendeel, het programma moet ertoe bijdragen dat het onderzoekspotentieel inde
universitaire laboratoria toeneemt.
Het programma heeft vertrouwen in de concertatie tussen verschillende onderzoekslaboratoria
onderling en tussen deze laboratoria en de bedrijfswereld. Het beoogt een
overdracht van technologie en know-how horizontaal in de wetenschappelijke wereld
met de nadruk op innoverend onderzoek. Vertikaal wil men door deze overdracht de
communicatie tussen bedrijfswereld en onderzoek consolideren.
Het actieprogramma poogt om industrieel biotechnologische weefsels competitief
voor te bereiden op 1993. Via innoverende kennisacquisitie wordt de basis gelegd voor
een verdere ontwikkeling van dit weefsel op middellange termijn. Door competitief te
zijn op het terrein van innoverend onderzoek kan men bij het openen van de Europese
grenzen via de vergrote industriële mobiliteit concertatie verwachten met in Vlaanderen
sterk uitgebouwde centra.
3. Het Actieprogramma biotechnologie
Reeds tijdens de vorige Executieve werd gestart met voorbereidend werk. Op 12
oktober 1988 gaf de Vlaamse Executieve haar principiële goedkeuring aan een
“Vlaams Actieprogramma Biotechnologie”.’
Vanuit de hoger vermelde situatieschets wordt aan de Vlaamse Executieve hierbij voorgesteld
een geheroriënteerd Vlaams Aktieprogramma in het domein van de biotechnologie
te lanceren. Het actieprogramma zoals het voorlag op 12 oktober 1988 werd
geheroriënteerd steunend op adviezen van :
- VRWB (advies van 04.10.1988) : de VR. was akkoord met de inhoud van het
actieprogramma mits niet hyperrestrictief tewerk wordt gegaan bij het definiëren
van de sectoren in welke het zou tussenkomen;
- SERV (advies van 03.05.1989) : de Raad geeft een algemeen positieve beoordeling
over de inhoud van het actieprogramma en is ook van oordeel dat er middelen en
506 (1990-1991) - Nr. 1