VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

w 1
2.2. Situatie in de Verenigde Staten van Amerika
De V.S. nemen 46 % van de investeringen in 0 810 van de OESO- landen voor hun
rekening (ong. 100.000 Mio dollar) en beschikken over 42 % van de onderzoekers. De
percentages voor België zijn respectievelijk 0,9 % en 0,8 %. L>it bedrag is ongeveer gelijk
verdeeld tussen de overheid en de private sector. Te noteren hierbij is de verhoogde
inspanning inzake fundamenteel onderzoek sinds 1980. De investeringen in fundamenteel
onderzoek stegen tussen 1980 en 1988 met ongeveer 40 %. Daarentegen viel
een daling vast te stellen met betrekking tot het landbouwkundig onderzoek en het
industrieel ontwikkelingswerk en met betrekking tot het onderzoek inzake energie,
transport en natuurlijke rijkdommen, vooral tijdens de eerste helft van de 80-er jaren
(resp. -4,5 % en -16,7 % in de periode 198 l- 1984).
Het technologiebeleid in de V.S. is in de na-oorlogse periode in sterke mate bepaald
door de besteding in defensie-gerelateerd onderzoek en onderzoek in de ruimtevaart.
In de periode 1980- 1988 is de investering in het defensiegericht onderzoek toegenomen
met 83 % in reële termen, terwijl de investeringen in het burgerlijk onderzoek
daalden met 24 % .
Het belang van de militaire sector voor de ontwikkeling van civiele toepassingen wordt
tot op vandaag nog niet massaal in vraag gesteld al wijzen een aantal tekens toch in die
richting.
Het valt ook niet te ontkennen dat de militaire sector in de V.S. inderdaad de
belangrijkste incubator is geweest voor de rest van de economie. In de V.S. heeft het
Pentagon via nationale laboratoria, contractresearch en onderzoeksprojecten geí-ìnancierd
door het Defense Advanced Research Projects Agency (DARPA), enorme
investeringen in het basisonderzoek gedaan. Op die manier ligt het Pentagon aan de
basis van tal van innoverende ideeën in de ontwikkeling van nieuwe technologieën.
Men zou het -ietwat overdreven - zo kunnen stellen dat iedere keer dat het Pentagon
zich een nieuw wapensysteem aanschafte, de ontwikkeling van een nieuwe technologie
werd gesubsidieerd.
Op deze wijze fungeert het Pentagon als het officieuze orgaan .van de industriële
politiek in de V.S., want officieel is er uiteraard, conform met de laissez-faire ideologie,
geen industriële politiek in de V.S..
Wat de sectoriële prioriteiten betreft kunnen deze geïllustreerd worden aan de hand
van het relatieve aandeel van de overheidsinvesteringen in de totale 0 & 0 -uitgaven
in een bepaalde sector. Dit wordt hieronder weergegeven.
- elektriciteit-elektronica 38,O %
- chemie 8,5 %
- machinebouw 12,8 %
- lucht- en ruimtevaart 71,3 %
- transport
14,0 %
- chemie-afgeleiden
11,l %
- materialen
17,0 %
506 (1990-1991) - Nr. 1