VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

1 179 1
De tussenkomst van de GIMV is dus zonder meer gebaseerd op vertrouwen in de
ondernemer. Vertrouwen dat op zijn beurt de positie versterkt van de ondernemer
tegenover zijn bank. Al wie nog geen drie jaar bezig is en minder dan 10 werknemers
in dienst heeft kan terugvallen op het startersfonds. Het fonds concentreert zich wel
op de eerder traditionele sectoren. Vrije beroepen en kleinwinkelbedrijven komen niet
in aanmerking.
4.3.3. Economische exoansieweteeving
De economische expansiewetgeving heeft in ons land het kader gecreëerd waarbinnen
investeringen van overheidswege kunnen worden gesubsidieerd.
Op mijn voorstel heeft de Vlaamse executieve beslist om de richtlijnen in het kader van
de economische expansiewetgeving vrij fundamenteel te wijzigen met ingang van 1
mei 1990 voor de grote ondernemingen en van 1 augustus 1990 voor de kleine en
middelgrote ondernemingen.
Voor iedere sector wordt uitgegaan van een basissteun, die verschillend is naargelang
de bedrijven al of niet gelegen zijn in door de EG erkende ontwikkelingszones.
Een belangrijke verandering is het terugschroeven van het gewicht van de basissteun
in het totaal van de expansiesteun voor de grote ondernemingen. Daarentegen wordt
selectief een hogere steun voorzien onder de hierna vermelde voorwaarden.
Hogere steun omwille van strategische overwegingen :
Deze basissteun kan evenwel verhoogd worden wanneer de investering van strategisch
belang is, d.w.z. wanneer ze bijdraagt tot het stimuleren van een onderzoeks- en innovatiegericht
bedrijfsbeleid. Om voor deze steunverlening in aanmerking te komen
moet het investeringsproject bv de oprichting van een 08~0 afdeling bevatten of tot
doel hebben nieuwe produktieprocédés in te voeren.
De steunverlening kan eveneens beperkt of geweigerd worden, indien uit de aanvraag
blijkt dat de investeringen van ondergeschikt belang zijn of wanne.er de onderneming
een sterk aangetaste leefbaarheid heeft.
Voor een aantal sectoren wordt de financiële expansiesteun verleend op basis van
bijzondere richtlijnen.
Ook de steunaanvraag voor immateriële investeringen kadert in deze bijzondere
richtlijn.
Onder immateriële investeringen worden de investeringen verstaan die tot doel
hebben de produkten te vernieuwen, het beleid op middellange termijn uit te werken
of zich geleidelijk aan te passen aan nieuwe externe omstandigheden, zoals de
beschikbaarheid van grondstoffen, de evolutie van de technologie of de toekomstige
oriëntatie van de afzetmarkt.
506 (1990-1991) - Nr. 1