VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

506 (1990-1991) - Nr. 1 [ 288 1
appreciatie kennelijk bepalend is geweest voor het nemen van het bestreden advies,
alsmede de argumen- ten ter weerlegging van bedoelde appreciatie. In geen geval heeft
het beroep betrekking op de opportuniteit van het advies van de raad van bestuur.
$3. Ingeval het advies van de raad van bestuur steunt op een negatief advies van
het college van deskundigen, kan de aanvrager de samenstelling van een nieuw college
van deskundigen vragen. Behoudens in geval van kennelijke onredelijkheid, stelt de
Gemeenschapsminister een nieuw college van deskundigen aan. Het college kan zijn
advies beperken tot de beoordeling van de door de aanvrager aangevoerde argumenten.
$4. De Gemeenschapsminister beslist over het beroep binnen een termijn van
zestig dagen na ontvangst van het beroepschrift.
Ingeval het beroep wordt verworpen motiveert de Gemeenschapsminister zijn
beslissing onder verwijzing naar de argumenten aangebracht door de aanvrager.
De beslissing van de Gemeenschapsminister wordt bij aangetekend schrijven
betekend aan de aanvrager.
Art. 24. - De raad van bestuur van het IWT maakt een afschrift van zijn advies, in
voorkomend geval zoals gewijzigd in hoger beroep, over aan de Gemeenschapsminister.
De Gemeenschapsminister beslist over de aanvraag binnen’ een termijn van
dertig dagen na ontvangst van het advies. De Gemeenschapsminister bepaalt de
omvang en de aard van de tegemoetkoming alsmede de modaliteiten en voorwaarden
ervan.
Het besluit van de Gemeenschapsminister wordt met redenen omkleedt
ingeval het afwijkt van het advies van de raad van bestuur van het IWT.
Art. 25. - Indien de aanvrager instemt met de beslissing van de Gemeenschapsminister,
worden de voorwaarden en modaliteiten die de Gemeenschapsminister heeft vastgesteld
voor de tegemoetkoming opgenomen in een overeenkomst die het Vlaamse
Gewest, vertegenwoordigd door de Gemeenschapsminister, sluit met de aanvrager.
Deze overeenkomst bevat inzonderheid een regeling met betrekking tot de bestemming
en de exploitatie van de eventuele resultaten van het gefinancierde project,
alsmede, in voorkomend geval, een regeling wat de terugbetaling van de renteloze
voorschotten betreft.
Hoofdstuk V. - De aanwending van de tegemoetkomingen; toezicht
Art. 26. - De exploitatie van de resultaten van het onderzoeksproject vindt zo veel
mogelijk plaats in het Vlaamse Gewest. Ingeval de tegemoetkoming werd verstrekt
onder de vorm van terugvorderbare renteloze voorschotten vindt dergelijke exploita-