VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

[ 173 1
Derhalve ontvangen de Vlaamse bedrijven minder 0 & 0-steun dan hun concurrenten
of collega’s in andere regio’s en in de overige E.G. landen. Dit heeft verschillende
negatieve gevolgen : vnl. het stopzetten van 0 & 0 programma’s, het afbreken
van de samenwerking met de universiteit, overstap naar korte termijn ontwikkelingen,
aankoop van know-how, verhuizen van de labo’s naar het buitenland en repatriëring
naar de corporate research labs van de voorheen Vlaamse projecten (bij multinationals)
.
Globaal kunnen we stellen dat de te geringe financiële voordelen die het F .I.O .V. -
voorschot inhoudt niet opwegen tegen de grote en onbekende administratieve
procedure, de stringente voorwaarden qua financiële inbreng, de industriële eigendom,
de terugbetaling e.d.m., inzonderheid wanneer het precompetitief onderzoek
betreft. De investeringen die hiermee gepaard gaan zijn immers vrij hoog en het
economisch rendement van dit onderzoek is niet direct merkbaar in de bedrijfsresultaten.
Nochtans is het juist dit type van onderzoek dat de kennisbasis opbouwt waaruit
de vindingen voortkomen die innovatieve produkten en produktieprocédés genereren.
Daar in de huidige context van de snelle evolutie van de technologische ontwikkelingen
en in het internationaal kader waarin deze geplaatst zijn, het noodzakelijk is om op
permanente wijze prospectief het economisch niveau op peil te houden en het
industrieel wetenschappelijk-technologisch onderzoek hierbij van enorm belang is,
heb ik het dan ook opportuun geacht de nodige maatregelen te treffen om een
voluntaristisch en innovatie-vriendelijk technologisch beleid te kunnen voeren, met
ondermeer een adekwate aanpassing van het F.1 .O .V. -decreet.
Het Decreet houdende oprichting van een Fonds tot bevordering van het Industrieel
Onderzoek in Vlaanderen van 6 mei 1987 voorziet in een ruim kader waarbinnen
meerdere vormen van financiering mogelijk zijn. De decretale bepalingen, meer
bepaald de artikelen 4 en 5, geven de Vlaamse Executieve een voldoende rechtsgrond
om de middelen van het F.I.O.V., naast hun huidige bestemming voor de prototypeontwikkelingen
met als enig financieringsmechanisme dat van de terugvorderbare
voorschotten, tevens aan te wenden voor andere financieringsvormen van alle types
van wetenschappelijk onderzoek.
Het Besluit van 27 mei 1987 richt een VLIWO-Commissie op en stelt financieringsmechanismen
vast die vooral geëigend zijn voor de ondersteuning van het industrieel
onderzoek door middel van terugvorderbare renteloze voorschotten. Het Besluit is er
echter niet op berekend om een ruim technologisch beleid te voeren, uitgebreid tot
alle types industrieel onderzoek.
Ik heb derhalve geopteerd om de financieringsmogelijkheden van het FIOV-fonds uit
te breiden en te definiëren naargelang en voor alle types wetenschappelijk-technologisch
onderzoek :
506 (1990-1991) - Nr. 1