VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

506 (1990-1991) - Nr. 1 [ 50 1
b) De 0 & 0-intensiteit stijgt over de ganse economie. Dat zou er kunnen op
wijzen dat de druk om technologische vernieuwingen door te voeren in alle
sectoren is toegenomen. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de internationalisering
van de economie waar de concurrentie van lage loonlanden in een
toenemend aantal sectoren voelbaar is.
2.1.6. Konklusie
In de voorgaande paragrafen hebben we aan de hand van een aantal indicatoren de
internationale situatie inzake 0 & 0 inspanningen aanschouwelijk gemaakt.
Hoe voorwaardelijk die indicaties ook mogen zijn, er bestaat geen twijfel over dat de
financiële bedragen die aan 0 & 0 worden gespendeerd een indicatie geven van de
economische performantie van een economie in de toekomst.
Hetzelfde geldt voor de outputindicatoren.
Hoe voorzichtig men ook moet zijn om van de hand van deze outputgegevens
konklusies te trekken over de competitiviteit van een sector of een ganse economie, het
lijdt geen twijfel dat ze een waarschuwing inhouden voor een al te grote technologieafhankelijkheid
van onze economie.
Anderzijds vormen deze gegevens zeker niet het laatste woord dat kan gezegd worden
over de waarde van de 0 & 0-inspanningen die in deze economie worden verricht.
0 & 0-uitgaven moeten immers - binnen een economisch kader - in de eerste plaats
worden beschouwd als investeringen. En net als alle andere investeringen wordt de
waarde ervan niet alleen bepaald door de grootte van de investering maar evenzeer
door het hoe en het waar van de allocatie van de investering. Voor industrieel
wetenschappelijk onderzoek, meer dan voor generische onderzoeksdomeinen is de
graadmeter daarbij vrij duidelijk: een 0 & 0 - investering is een goede investering
indien die investering terugbetaald wordt in termen van technologische toepassingen
en vernieuwing.
Vanuit dit instrumentalistisch perspectief kan men zich bijvoorbeeld vragen stellen
over de waarde van “Big Science” projecten zoals bijvoorbeeld het “Superconducting
Supercollider”-project (Texas, USA) of de deeltjesversneller van het CERN (Genève,
Zwitserland) voor de technologische vernieuwing van de industrie.
Evenzeer bepaalt de wijze waarop onderzoek wordt gefinancierd de kwaliteit ervan. In
een aantal landen gebeurt deze financiering onrechtstreeks, via de kanalen van het defensieapparaat.
Men kan zich de vraag stellen of deze indirekte vorm van financiering
- waarbij de civiele spin off een bijproduct is van de 0 & 0-inspanning, wel de meest
geschikte wijze is om 0 & 0-gelden in industriële vernieuwingen te laten resulteren.
L
In de volgende paragrafen bekijken we nu de overheidsinspanningen inzake 0 & 0
voor een aantal landen afzonderlijk.