VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

506 (1990-1991) - Nr. 1 L 26 1
het aanbod van de klassieke energiedragers, de hernieuwbare energiebronnen en
tenslotte de energiegebruikstechnologieën met een accent op de REG- en energiebesparingstechieken.
Het maatschappelijk nut van dit onderzoek hoeft, naar ik mag aannemen niet verder
aangetoond te worden. Maar binnen een technology assessment perspectief zijn het
natuurlijk vooral criteria als het energierendement, de milieu-effecten, de technische
en tenslotte de economische haalbaarheid van de energietechnologie, die richtinggevend
zullen in de evaluatie.
Ik heb daarnet reeds het belang aangestipt van V.I.T.O. binnen het kader van mijn
technologiebeleid.
Het spreekt van zelf dat V.I.T.O., als onderzoekscentrum een belangrijke schakel zal
zijn in het ondersteunen van de impulsprogramma’s, niet in het minst wat de opvulling
van het technology assessmentluik betreft.
Ik heb immers aan V.I.T.O. de opdracht gegeven een belangrijk aandeel van hun
middelen te besteden aan Technology Assessment onderzoek inzake grondstoffen,
energietechnologieën en milieutechnologieën om mijn T.A. beleid van een technische
onderbouw te voorzien. Wat is technology assessment immers indien de technische
kennis ontbreekt om alternatieve technologische keuzes tegen elkaar af te wegen?
De oprichting van dit instituut kan helpen voorkomen dat Technology Assessment
onderzoek degradeert tot goedbedoelde opmerkingen in de marge maar die onbruikbaar
zijn omwille van het gebrek aan waardige alternatieve keuzes.
Met de uitbouw van V.I.T.O. hoop ik tevens mijn voornemen te realiseren om van
“Technology Assessment” een continu proces te maken.
Andere beleidsmaatregelen.. .
De impulsprogramma’s en V.I.T.O. vormen belangrijke beleidsinstrumenten in mijn
ondersteuning van de nieuwe technologieën. Maar ook in die domeinen waar reeds
initiatieven in het verleden waren genomen heb ik een nieuw technologiebeleid uitgestippeld.
In de evaluatie van het businessplan 1991- 1995 voor IMEC, het onderzoekscentrum
voor micro-electronica, rekening worden gehouden met de maatschappelijke aspecten.
Vermits het hier om de ontwikkeling van generische technologieën gaat (die heel
ver af staan van het uiteindelijk product waarin de technologische know-how verwerkt
zit) is T.A. in dit onderzoeksdomein niet zo evident in te vullen.
Imec kan, mits een beperkte bijsturing, de onderzoeksactiviteiten beter laten aansluiten
bij het industrieel weefsel in Vlaanderen. De enorme jaarlijkse investering in IMEC
van de Vlaamse overheid, t.t.z. van de Vlaamse bevolking, bekomt, moet ten goede
komen van de Vlaamse Gemeenschap als geheel; met die bedoeling werd IMEC
trouwens opgericht. Het is duidelijk dat dergelijke bijsturing niet bruusk kan gebeuren,
maar gespreid over een aantal jaren, met een voortdurende evaluatie van de
genomen maatregelen en de bereikte resultaten.
Tenslotte wens ik het belang van de internationale samenwerking ten zeerste te
benadrukken.