VLAAMSERAAD - Vlaams Parlement

[ 155 1
domeinen. Dit blijkt uit de veelheid van projecten (in 1987 : 85
projecten in 14 domeinen) en het aantal nieuwe projecten t.o.v. het
aantal stopgezette projecten (43 t.o.v. 11 sinds 1970).
Deze geringe concentratie van middelen op een groot aantal onderzoeksdomeinen
(versnippering) verhindert een daadwerkelijke uitbouw
van Yentres of excellente”.
onvoldoende ontwikkelde evaluatiestructuren voor de onderzoeksprogramma’s
en projecten, waardoor :
a. gebrekkige definitie van de te realiseren objectieven en ondoeltreffende
allocatie van middelen ;
b. grote afwijkingen tussen programmaplanning en realisaties
d.
(30 %);
stop and go beleid in het opstarten van projecten;
beperkte mogelijkheden het onderzoek te sturen naar nieuwe
domeinen.
een zwakke organisatie voor planning en opvolging van onderzoeksprogramma’s.
Zo worden opties, goedgekeurd door de Raad van Beheer,
niet steeds weerspiegeld in de allocatie van middelen aan programma’s.
weinig uitgebouwde structuren voor valorisatie en diffusie van onderzoeksresultaten.
Het S.C.K. is voor 85 à 90 % van zijn inkomsten op de
overheid aangewezen. Financiële inkomsten door valorisatie van octrooien
(licenties) en fìlialisering (commercialisatie van resultaten) zijn
quasi onbestaande.
4. Het ontbreken van een duidelijk gedefinieerde lange termijnvisie :
de statuten van het S.C.K. zijn, voor wat haar diversificatieopdrachten
betreft, niet aangepast, te vaag en bevatten geen finaliteit in termen van
specifieke objectieven en doelgroepen.
bij gebrek aan concrete directieven en prioriteiten beschikt het S.C.K.
over geen lange termijnpolitiek of strategische planning zodat het
vastleggen van onderzoeksprogramma’s en de middelenallocatie te
willekeurig geschiedt.
het ontbreekt het S.C.K. als publiek O&O-centrum voor wat haar
statutaire opdrachten betreft aan definiëring van industriële en maatschappelijke
objectieven en opdrachten; de integratie in het industrieel
en technologisch beleid is marginaal.
de voogdij en de controle over het Centrum en het financieringsmechanisme
zijn onduidelijk gedefinieerd.
506 (1990-1991) - Nr. 1