Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst
Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst
Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
RIVM Rapport 260401006<br />
Figuur 2: Incid<strong>en</strong>tie volg<strong>en</strong>s de huisarts<strong>en</strong>registraties<br />
3.3 Life time risk<br />
Naast het risico om op e<strong>en</strong> bepaalde leeftijd hartfal<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong> (de<br />
leeftijdsspecieke incid<strong>en</strong>tie) is de ‘life time risk’ e<strong>en</strong> nuttige risicomaat: de kans<br />
om ooit hartfal<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong>. Meestal gaat het om de kans van e<strong>en</strong> ‘gemiddeld’<br />
individu, maar omdat die kans uiteraard van <strong>risicofactor<strong>en</strong></strong> afhangt wordt soms<br />
e<strong>en</strong> kans berek<strong>en</strong>d afhankelijk van de aanwezigheid van <strong>risicofactor<strong>en</strong></strong>. Om het<br />
lev<strong>en</strong>slange risico te kunn<strong>en</strong> schatt<strong>en</strong> zijn langlop<strong>en</strong>de cohortstudies nodig<br />
waarmee de cumulatieve incid<strong>en</strong>tie (het deel van de oorspronkelijke populatie<br />
dat in de loop der tijd de ziekte krijgt) bepaald kan word<strong>en</strong>. Omdat hartfal<strong>en</strong><br />
vooral op oudere leeftijd voorkomt, volstaat het in de praktijk om het risico te<br />
bepal<strong>en</strong> vanaf, bijvoorbeeld, e<strong>en</strong> leeftijd van 40 jaar. In de eerste plaats komt<br />
hiervoor de Framingham-studie in aanmerking, die immers al sinds 1948 loopt.<br />
Op grond van de Framingham-studie is dat risico geschat op 20% voor e<strong>en</strong><br />
40-jarige man <strong>en</strong> 19% voor e<strong>en</strong> 40-jarige vrouw (Lloyd-Jones et al., 2002).<br />
Schatting<strong>en</strong> uit andere studies lop<strong>en</strong> echter nogal uite<strong>en</strong>. Uit de Rotterdamstudie<br />
lijkt het risico 1 op 3 te zijn (Bleumink et al., 2004). E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te studie<br />
van e<strong>en</strong> cohort arts<strong>en</strong> (Physicians’ Health Study) kwam uit op e<strong>en</strong> schatting van<br />
ongeveer 14%, waarbij aangetek<strong>en</strong>d moet word<strong>en</strong> dat het e<strong>en</strong> sterk<br />
Pagina 29 van 122