Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst
Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst
Hartfalen: epidemiologie, risicofactoren en toekomst
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
RIVM Rapport 260401006<br />
aortaklep, e<strong>en</strong> belangrijke risicofactor. E<strong>en</strong> bicuspide klep (tweebladig in plaats<br />
van driebladig) komt bij 1-2% van de pasgebor<strong>en</strong><strong>en</strong> voor, wat vaker is dan<br />
vroeger gedacht.<br />
De studie van Nkomo <strong>en</strong> collega’s betrof (onder andere) e<strong>en</strong> analyse van<br />
‘gepoolde’ data van deelnemers aan e<strong>en</strong> van drie cohortstudies, bij elkaar<br />
repres<strong>en</strong>tatief geacht voor de Amerikaanse bevolking, <strong>en</strong> all<strong>en</strong> prospectief<br />
gevolgd met echocardiografie (bijna 12.000). E<strong>en</strong> tweede onderdeel van de<br />
studie bestond uit e<strong>en</strong> analyse van de Olmsted County-gegev<strong>en</strong>s. Uit de studie<br />
bleek dat de preval<strong>en</strong>tie van matig tot ernstige klepgebrek<strong>en</strong> (van aortaklep of<br />
mitralisklep) to<strong>en</strong>am met de leeftijd van 0,7% bij 18-44 jarig<strong>en</strong> tot 13,3% in de<br />
groep 75 jaar of ouder. Gestandaardiseerd naar de VS bevolking van 2000 was<br />
de preval<strong>en</strong>tie 2,5%. En gezi<strong>en</strong> de verwachte to<strong>en</strong>ame van het aandeel ouder<strong>en</strong><br />
in de sam<strong>en</strong>leving is het ook waarschijnlijk dat de preval<strong>en</strong>tie van klepgebrek<strong>en</strong><br />
aanzi<strong>en</strong>lijk zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />
Het verloop van klepafwijking<strong>en</strong> wordt vaak gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> lange<br />
grot<strong>en</strong>deels klacht<strong>en</strong>vrije periode gevolgd door e<strong>en</strong> vrij plotselinge<br />
verslechtering wanneer de symptom<strong>en</strong> zich e<strong>en</strong>maal voordo<strong>en</strong>. Heeft,<br />
bijvoorbeeld, e<strong>en</strong> aortaklepst<strong>en</strong>ose e<strong>en</strong> bepaalde ernst bereikt, dan wordt de<br />
prognose heel snel slecht, door hartinfarct, hartfal<strong>en</strong>, <strong>en</strong>/of collaps.<br />
De lange periode van geleidelijke verslechtering biedt in principe goede<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> tot operatief ingrijp<strong>en</strong> waardoor hartfal<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> kan<br />
word<strong>en</strong>.<br />
5.3.2 Boezemfibriller<strong>en</strong><br />
Ook boezemfibriller<strong>en</strong> <strong>en</strong> overige suprav<strong>en</strong>triculaire ritmestoorniss<strong>en</strong> verhog<strong>en</strong><br />
de kans op hartfal<strong>en</strong>. Bij boezemfibriller<strong>en</strong> trekk<strong>en</strong> de kamers volledig<br />
onregelmatig sam<strong>en</strong>. Het hart functioneert daardoor minder efficiënt. Ook de<br />
kans op boezemfibriller<strong>en</strong> neemt sterk toe met de leeftijd <strong>en</strong> voor het overige<br />
overlapp<strong>en</strong> de <strong>risicofactor<strong>en</strong></strong> voor boezemfibriller<strong>en</strong> weer sterk met die voor<br />
hartfal<strong>en</strong>. De preval<strong>en</strong>tie van boezemfibriller<strong>en</strong> is aan het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Vaak blijft<br />
het lang onontdekt. Tijdige, veelal medicam<strong>en</strong>teuze, behandeling van<br />
boezemfibriller<strong>en</strong> is dan ook zeker belangrijk bij het voorkom<strong>en</strong> van hartfal<strong>en</strong>.<br />
5.4 Hypert<strong>en</strong>sie<br />
Langbestaande hoge bloeddruk is naast e<strong>en</strong> doorgemaakt hartinfarct de<br />
belangrijkste risicofactor voor hartfal<strong>en</strong>. Dit is geblek<strong>en</strong> uit alle cohortstudies<br />
waarin het ontstaan van hartfal<strong>en</strong> is onderzocht. Uit de Framingham-studie<br />
kwam naar vor<strong>en</strong> dat hypert<strong>en</strong>sie onafhankelijk van de andere <strong>risicofactor<strong>en</strong></strong><br />
sam<strong>en</strong>hangt met e<strong>en</strong> twee keer zo hoog risico op hartfal<strong>en</strong> (Levy et al., 1996).<br />
Omgekeerd heeft e<strong>en</strong> groot deel van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met hartfal<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
voorgeschied<strong>en</strong>is van hypert<strong>en</strong>sie. In de Rotterdam-studie was dat het geval bij<br />
60% van de hartfal<strong>en</strong>patiënt<strong>en</strong> (Bleumink et al., 2004).<br />
Hoge bloeddruk betek<strong>en</strong>t dat het hart meer weerstand ondervindt bij iedere<br />
contractie. De ongunstige mechanische belasting is waarschijnlijk op de lange<br />
duur niet goed voor de hartspier. Er bestaat wel verschil van inzicht in welke<br />
bloeddrukparameter het belangrijkste is: systolische bloeddruk, diastolische<br />
bloeddruk, of de polsdruk (verschil systolisch-diastolisch). Ook bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> normale bloeddruk lijkt er e<strong>en</strong> verband te zijn tuss<strong>en</strong> de hoogte van de<br />
bloeddruk <strong>en</strong> het risico op hartfal<strong>en</strong>. Onder bijna 20.000 arts<strong>en</strong> (Physicians<br />
Health Study) zonder hypert<strong>en</strong>sie bleek na 20 jaar bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
systolische bloeddruk van 130-139 mmHg ruim e<strong>en</strong> derde keer vaker hartfal<strong>en</strong><br />
te zijn ontstaan dan bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> waarde van 120 mmHg of lager<br />
Pagina 52 van 122